The ultimate planning

Afgelopen weekend bereikte ik een soort rustpunt. Het was na de open dag van de universiteit Utrecht (niet erg vernieuwend, hopelijk wel mijn laatste open dag want ik vind het na die vier zaterdagen helemaal mooi geweest) dat ik met mijn vader op de bank van mijn opa en oma belandde aangezien zij een nachtje weg waren en er iemand op de katten, kippen en konijnen moest passen. Op een andere bank in een ander huis heb ik altijd een stuk minder te doen dan thuis en dus heb ik vooral de hoek van de hoekbank in beslag genomen terwijl ik mijn maatschappijleersamenvatting afmaakte en meekeek naar de typische zaterdagavondprogramma’s. Voor de ochtend gold ongeveer hetzelfde: ik had eigenlijk helemaal niet zoveel alternatieve bezigheden naast nog even in bed blijven liggen en dus was dat wat ik deed, het eerste uur van mijn zondag onder de dekens spenderen met het weekoverzicht van Blendle. Toen ik er om half tien toch uitrolde en geen enkele kat behoefte leek te hebben aan een knuffelsessie reed ik, in mijn snel aangeschoten broek en trui en ontzettende ochtendhoofd, met mijn vader weer terug naar huis.

De rest van de zondag bestond uit een goed gesprek met mijn ouders en zus, een verdacht lange douche, Frans woordjes, een kerkdienst en daarna een diner bestaande uit verse pannenkoeken. ’s Avonds hoefde ik een keer niet weg en heb ik nog even twee uur aan mijn PWS gezeten – op de ‘niet zeiken, gewoon doen en beginnen’-manier – waarna ik op de bank plofde voor een aflevering De Ridder met het hele gezin. Het was een heerlijke zondag, zo eentje waarbij de atmosfeer gewoon goed is en je extra tijd aan dingen kan besteden die er doordeweeks nog wel eens bij inschieten, zoals de kerk en familie. Vooral in het najaar vind ik dat heerlijk (en ik droeg toevallig een outfit met een trui én een neplerenjasje eroverheen en dat is in principe zo warm dat het me gelijk deed denken dat het midwinter was), die gezelligheid en ongedwongenheid; vroeger waren zulke zondagen redelijk vanzelfsprekend, maar tegenwoordig moeten we altijd nog wel ergens heen, of zijn we gewoon druk bezig met dingen. Dat was dan ook wat ik me realiseerde toen ik ’s avonds vredig in bed rolde: dit was het soort ultieme ontspanning waar ik de komende week, weken even op moet teren.

(meer…)

Zondagmiddag pt. II

IMG_0542b

Vorig jaar oktober schreef ik dit artikel. Ik weet nog dat ik dat op een zondag deed en dat ik daarna gewoon even voor de camera ging zitten voor een foto van mezelf die ik kon gebruiken als bijbehorend beeldmateriaal. Meer nog weet ik hoe het beeld zo ontzettend aan mijn verwachtingen voldeed, hoe ik tevreden was en ook hoe die twee foto’s zich met het woord ‘zondag’ vervlochten. Het is nu bijna dertien maanden later en ik heb een hele zondagmiddag ‘vrij’, omdat we ’s ochtends een zo door ons genoemde kerkdienstmarathon hielden; onze eigen dienst om 8:45 en daarna een doopdienst van het zusje van ons oppaskindje om 11:30, in plaats van onze eigen middagdienst om 15:15. Ik verwissel de accu van mijn camera, maar als ik in de spiegel kijk weet ik al snel dat mijn oorspronkelijke idee geen strak plan is. De voorste pluk van mijn haar heeft zich een rare vorm eigengemaakt waar ik het allesbehalve mee eens ben en ik heb een hekel aan de babyhaartjes die ik for no reason heb en die altijd extra opvallen als ik mijn haar ’s ochtends niet was. Het is niet de eerste keer dat het me opvalt, maar opeens stoor ik me er extra aan en stap ik onder de douche. Ik zou het allerliefst elke dag beginnen met het wassen van mijn haar: dan heb ik pas écht het idee dat ik aan een frisse dag begin. Water over mijn lichaam, een make-upje en een fijne outfit doen al veel, maar er kan echt niets op tegen ‘nieuw’ haar. Helaas wordt dat er niet veel sterker op als ik dat daadwerkelijk zou doen.

(meer…)

Angry minutes

De laatste keer dat ik echt boos was op iemand en dat ook aan diegene verteld heb, kan ik me slecht herinneren. Ik ben geen type dat snel boos wordt, want ik vind het al snel verspilde energie om me helemaal op te winden over de acties van iemand anders. Natuurlijk kan ik me er soms dood aan ergeren en beïnvloedt het me wel, maar ik probeer er dan altijd maar een beetje afstand van te nemen en wat leuks te gaan doen. Knallende ruzie moet dan ook altijd wel een heel goede reden hebben bij mij.

Maar dat betekent niet dat ik nooit boos ben. Gefrustreerd, geïrriteerd. Met mezelf en de dingen die ik zelf doe word ik namelijk wel altijd geconfronteerd. En soms zorgt dat ervoor dat ik er gewoon even helemaal geen zin meer in heb. Omdat vandaag niet net zo leuk is als gisteren en ik daar gewoon enorm van baal. Omdat mijn haar niet zit zoals ik het wil en ik ook heus wel voel dat de huid op mijn voorhoofd ook niet perfect glad is als ik er met mijn hand overheen ga. Omdat mensen zich in mijn ogen belachelijk gedragen. Omdat ik mijn ei niet kwijt kan vanwege alle blokkades en obstakels die in mijn EIGEN hoofd zitten. Omdat wat ik in mijn hoofd heb niet op papier komt. Omdat ik dingen heel graag wil veranderen, maar mezelf tegelijkertijd zie twijfelen. Omdat ik langs het ziekenhuis fiets waar de ondergaande zon op schijnt en ik een week lang elke dag ben geweest terwijl ik daar nou net even niet aan moest denken. Omdat ik eindelijk tijd heb vrijgemaakt om even met mijn camera de natuur in te gaan en de natuur vervolgens lelijk is, of mijn hoofd gewoon te vol zit om het tegenovergestelde te zien. Omdat ik bovendien niet meer lekker spontaan fotografeer door de kou. Omdat ik aan tien blogposts begin maar er geen één afmaak omdat ik ze allemaal niet geschikt vind voor de volgende dag en ik er vervolgens weer van baal dat ik niet een keer wat eerder ben begonnen, zodat ik er gewoon de tijd voor had. Omdat ik blijf uitstellen. Omdat ik voel dat ik moe ben en ik weet dat het toch makkelijker is gewoon weer te laat naar bed te gaan. Omdat ik te hard bezig ben met alles tegelijk, met proberen.

Misschien simpelweg omdat ik even niet ben wie ik wil zijn, en ook niet het gevoel heb dat ik dingen doe die eraan meewerken dat ik dat wél word.

‘Ben je boos?’ krijg ik dan naar mijn hoofd.
Ja, ik ben inderdaad boos. Maar niet op logische dingen. Op mezelf.

Dus dan kan ik even geen input van anderen gebruiken en word ik al giftig als mijn ouders mijn kamer binnenkomen. Het liefste zou ik onder de dekens gaan liggen en even niets doen, niets horen, niets voelen. Maar dat uurtje dat ik net met mezelf doorbracht, op mijn fiets en in de kou, zelfs dat bracht niets positiefs teweeg. Daarom trek ik mijn schoenen maar gewoon weer aan en doe ik wat ik moet doen. Dan maar even met een chagrijnige rotkop. Uiteindelijk trekt die toch altijd sneller weg dan ik had gedacht. Even in het keurslijf gedrukt worden, gewoon de persoon zijn die de mensen hier van me gewend zijn. Andere mensen om me heen, mijn gedachten verzetten (al kan ik me nog steeds niet goed concentreren), een glimlach om mijn mond als de dominee die ik een jaar als Grieksleraar heb gehad de preekstoel beklimt en nog precies dezelfde typische persoon blijkt te zijn.

Vervolgens in de kou en in het donker een paar meter lopen naar de parkeerplaats. Het geluid van mijn hakken op de stenen, alsof ik precies weet wat ik wil en waar ik heen ga. Dat weet ik niet. Maar dat maakt niet uit.

Mijn beste dag zal het niet meer worden, maar gelukkig zijn het altijd maar momenten waarop ik boos ben. Minuten. Die kan ik wel overleven, en mijn omgeving hopelijk ook. Ik haal een keer diep adem en besluit een oprecht artikel online te zetten in plaats van nu nog een gezellig artikel over muziek of over mijn camera, die ik vanmiddag nog volkomen zat was, te schrijven.

Breathe in & breathe out. Honest – Kodaline nog een keer op replay en morgen weer een dag.