Het is zomer geweest. Dat was qua temperaturen misschien niet altijd te merken, maar wel qua vrijheid: van 15 juni tot 7 september had ik in elk geval op de universiteit niets te zoeken. Ik heb in plaats daarvan weken in Slovenië en Italië doorgebracht, maar evengoed in Rotterdam en Utrecht. Die zijn op mijn blog tot nog toe onbelicht gebleven, terwijl ze evengoed (of misschien zelfs meer) symbool stonden voor zelfontwikkeling, vrijheid en zorgeloosheid. Ik kon een maand lang dingen doen die ik leuk vond met de reden dat ik ze leuk vond en zo simpel was het dan. Om dat gevoel nog even vast te kunnen houden: een driepuntssamenvatting van mijn augustus.
Ik zag vrienden van vroeger en van nu, van Utrecht en van thuis. Tussen mijn twee vakanties door hield ik een meet-up die een dag duurde met Niels waar we ons volgooiden bij de Lof der Zoetheid, over de kassen en velden van Bleiswijk en omstreken tegen de skyline van Rotterdam aankeken en borrelden bij Waalhaven (naast de landingsbanen van Rotterdam Airport). Na mijn dispuutsvakantie had ik nog vier weken augustus over en die heb ik vrij effectief benut. Ik zag Paterson op de Pleinbioscoop in Rotterdam met een vriend waarbij ik ongeveer vernikkelde van de kou (ondanks mijn campingoutfit) maar dat gelukkig niets afdeed aan de ervaring, er was een schoonmaakdag in mijn huis in Utrecht die eindigden met Frederique en ik die de kast die we zelf in mijn auto hadden vervoerd ook zelf in elkaar zetten om negen uur ’s avonds en er was een tweede IKEA-diner in een week, dit keer met mijn zus die wat nodig had.