Er was een tijd dat je het jaar afsloot door films te kijken, ijsjes te eten en lessen te verspillen en ik vraag me nu serieus af of ik dat toen wel genoeg gewaardeerd heb. Met ‘nu’ bedoel ik zaterdagmiddag, omringd door schoolboeken (ter illustratie: er ligt een boek links van mijn laptop, papieren achter mijn laptop, hand-outs rechts van mijn laptop, een samenvatting van 19 kantjes op mijn bed, een stapel boeken voor mijn bed(?), twee boeken links van mijn bureaustoel en een stapel papieren in mijn vensterbank), en eigenlijk ook al een paar momenten eerder deze week toen ik me realiseerde dat het einde van het jaar helaas niet alleen maar feest is. Woensdag was alweer mijn allerlaatste lesdag in V5 en ’s avonds luidde ik de toetsweek geheel in stijl in met een avondje wiskunde bij Niels, om donderdag vervolgens 2000 woorden over het horecarookverbod en verschillende standpunten van verschillende partijen te schrijven en wat te leren – hoera voor studieverlof – en vrijdag mijn eerste toets te maken. The game is officially on.
Die toets was overigens een openboektoets over Plato en geheel overzichtelijk, dus meer een soort van warming-up. Van maandag tot en met vrijdag staan er nog tien toetsen gepland en het probleem met toetsen in de laatste toetsweek is dat ze nooit ‘normaal’ zijn. Doen we het hele jaar niets anders met Engels en Frans dan simpele woordjes, zinnetjes en grammatica plus een beetje leesvaardigheid, dan krijg je nu opeens literatuur- en kijk- en luistertoetsen. Het vak economie besloot zijn status ‘prima te doen’ te vergooien door een toets van 6 hoofdstukken in te stellen (wat betekent dat je sowieso iets voor niets leert, en het zijn examenopdrachten, extra huilen), mijn maatschappijwetensamenvatting bestaat uit 23 kantjes (niets nieuws onder zon, maar wel verschrikkelijk) en wiskunde is in plaats van allemaal logische dingen drie compleet willekeurige hoofdstukken die zero verband met elkaar houden en allemaal iets totaal nieuws introduceren. Mijn allerlaatste toets is Latijn en daar laat ik me al helemaal niet over uit; ik vind de taal, de teksten en de toetsen best leuk maar het leren is elke keer weer zoiets als 40 meter onderwater zwemmen.