Lange weekenden

Sinds ik mijn tweewekelijkse vrije dag van de woensdag naar de vrijdag heb verplaatst is een driedaags weekend gevoelsmatig meer regel dan uitzondering geworden. Desondanks is een lang Pinksterweekend een welkome verrassing. De zondag gebruikte ik om mijn 25e verjaardag voor familie te vieren zonder sunday scaries en de zaterdag daarom, uiteraard, om taart te bakken en dipjes te maken. Na al genoeg tijd in de keuken te hebben gespendeerd en meerdere tripjes naar de supermarkt te hebben gemaakt omdat ik altijd wel iets vergeet hadden zowel Tom als ik weinig zin meer om nog te koken en gaven we toe aan onze vaakst voorkomende craving, namelijk pizza van de overburen. Pizzadoos op schoot op de bank, laatste aflevering Máxima (wat een heerlijke serie, en toch ook wel mede omdat Krezip de muziek heeft verzorgd), top.

Mijn stukjes uitgezakte monchoutaart werden de volgende dag uitgeruild met vooral heel veel servies van HK Living. Tussen de kopjes, kommen, borden en een glazen gieter bevond zich ook het dobbelspel Regenwormen, in een poging onze spelletjeskast langzamerhand uit te breiden. Tom en ik maakten er zondagavond zo gretig gebruik van dat we Niels maandag ook overhaalden een potje mee te doen, die er met zo weinig enthousiasme en competiviteit aan meedeed dat ik ten eerste weer wist waarom wij bevriend zijn en ten tweede bijna mijn eigen recent opgedane spelletjesplezier weer verloor. Excuses aan iedereen wiens spelplezier ik ooit ook heb verpest door eerst een zeer uitgebreide uitleg van het spel nodig te hebben om er vervolgens maar met heel weinig inzet aan mee te doen, het spijt me niet echt, maar wel een klein beetje.

Maandag kwam het uiteindelijk zodanig met bakken uit de hemel dat ik maar een rondje door de boekenhandel heb gemaakt, waar ik eigenlijk nog veel langer had moeten blijven. Ik beperkte me nu expres tot de afdeling kookboeken en alleen dat is al zo heerlijk, alles inzien, doorbladeren, voelen, beoordelen, vergelijken. Als het op kookboeken aankomt ben ik (terecht, denk ik) best kritisch; bij te lange ingrediëntenlijsten haak ik af, van sommige gerechten weet ik dat ze gewoon niet in mijn smakenpallet passen en in andere gevallen vind ik de foto’s zo weinig aantrekkelijk dat ik al weet dat ik de gerechten, hoe lekker ze wellicht ook zijn, minder snel zal maken. Op mijn lijstje belandde 5 ingrediënten van Jamie Olivier – niet echt een wilde keuze, maar wel voor iemand die nooit echt fan was van Jamie – zo praat ik het goed voor mezelf.

Na een goede tomatenrisotto togen Tom, Niels en ik naar één van mijn favoriete plekken in Gouda: het filmhuis. De bioscoop is ook een fijne plek, perfect voor alle films die je gewoon wil zien en waarbij je nog een beetje keuze uit een dag en tijd wil hebben, maar de kneuterigheid en tegelijkertijd stadse vibe van het filmhuis is something else. Bovenstaande foto doet daar absoluut geen recht aan, dus visualiseer zelf vooral even verder: de kleinste filmzaal die je ooit hebt gezien, misschien een plek of 50, en een doek dat zich op moet rollen om de doorgang naar de bar mogelijk te maken. Ook een belangrijk element: de standaard ingebouwde pauze van 20 minuten waar je absoluut niet op zit te wachten maar die je in deze tijd van het jaar nog wel van de laatste zonnestralen mee laat genieten. Het aanbod van films is niet groot, maar groot genoeg als je maximaal één keer per maand naar de film gaat. Deze keer keek ik De Terugreis: verdrietiger dan ik had gedacht gebaseerd op de trailer, maar vooral ook heel mooi, lief en leuk. Een film waarvan je blij bent dat ‘ie gemaakt is.

Het volgende (opnieuw driedaagse) weekend bestond uit een kappersafspraak, biertjes op het terras, struinen over de zaterdagmarkt, een dubbeldate in het nieuwe huis van Annegida een heel aantal dorpen verderop, een bezoekje aan de bieb (want regen = met een boek en een poes op de bank) en een Formule 1-zondagmiddag.

X,
Hester

Twenty-sixth

Het verschilt bij mij nogal hoe ik wakker word op zaterdagmorgen. Soms ben ik zó zen, relaxed en uitgerust dat ik ultiem blij ben, maar deze keer overheerste een algeheel ‘meh’-gevoel. Ik weet nog dat ik me nog een keer omdraaide toen mijn radiowekker ging om 10:30 (ik was eigenlijk ook vergeten dat ik die had gezet, maar dit is wel een plausibele tijd vind ik zelf) en dacht ‘het enige positieve is dat ik niet wakker word van een of ander kutlied, maar van What Do You Mean – Justin Bieber’. Dat nummer is zonder enige schaamte al de hele maand mijn themesong. Maar goed, het eerste wat ik deed toen ik mezelf uit bed had gesleept en naar beneden was gestrompeld was een aspirine pakken en water drinken, want er is bij mij blijkbaar geen alcohol nodig om op zaterdag met een enorm duf hoofd wakker te worden. Ik had juist het feestje van Fleur overgeslagen op vrijdagavond omdat ik mezelf ergens op de bank vond en me realiseerde dat ik nog wel energie kon opbrengen, maar dat ik waarschijnlijk zou merken dat ik heel moe was als ik een uurtje niets zou doen en dat gebeurde inderdaad (en het gevoel hield blijkbaar wat langer aan dan één avond). Overheersender en minder makkelijk op te lossen was echter mijn spierpijn. OVERAL.

IMG_8668b

(meer…)