Verloren momenten

Af en toe vraag ik me af hoe mijn leven eruit zou zien als ik alles altijd efficiënt zou doen. Het heeft iets te maken met wat ik in mijn laatste toetsweek al tweette: als ik mijn afleiding kon omzetten in concentratie, dan haalde ik alleen maar tienen. Een dag bevat vierentwintig uur waarvan ik er in een ideale situatie zo’n acht zou slapen; dan houd je nog zestien uur over en dat is eigenlijk superveel, vind ik. Zeker als je je bedenkt dat de meeste activiteiten eigenlijk helemaal niet zoveel tijd kosten. Een lesuur duurt 50 minuten, maar verder ben ik eigenlijk maar weinig zo lang met eenzelfde ding bezig. In drie kwartier kan ik douchen, me aankleden, ontbijten, mijn make-up en haar doen, mijn tas pakken en naar school fietsen, wat ook maar een kwartiertje duurt. Eenmaal thuis duren veel dingen die ik voor school moet doen per stuk ook niet eens zo heel lang: als ik gewoon wat opdrachten moet maken, iets moet doorlezen of woordjes moet leren, dan duurt dat maximaal twintig minuten per vak. Als ik dat strak achter elkaar zou doen en mijn vrije tijd ook gewoon zou inplannen, dan zou ik het knap vinden als ik nog steeds aan tijdtekort zou lijden: de dingen die ik dan in zou plannen krijg ik zelfs nu namelijk gewoon voor elkaar, maar dan wel mét verloren tijd.

IMG_0493c

IMG_0486c

(meer…)

De tijd kwijt

Er zijn in mijn ogen weinig abstractere begrippen dan de tijd. Liefde zou je misschien roepen, of haat; dat zijn allebei heel bepalende begrippen die soms als een roze olifant in de kamer staan, maar ook vaak genoeg ‘gewoon’ in de lucht hangen als de zuurstof die je inademt. Of die in schutkleur onder de struiken liggen, wachtend tot ze zich kunnen openbaren. Bijna iedereen heeft de kwaliteit om the good in een paar seconden van the evil te onderscheiden – of dat nou terecht is of niet – en toch blijft het ongrijpbaar; in tegenstelling tot de tijd. Tijd is te vangen in seconden, minuten, uren. Tijd zijn de concrete cijfers die je op je oplichtende iPhonescherm ziet en de getalletjes waar je agenda van wemelt. Vraag aan een persoon welke dag het is en niemand zal je aankijken alsof je een moeilijke vraag stelt, omdat we allemaal met diezelfde tijd leven.

Tijd kwijt

Zoiets groots en ingewikkelds in een schema gieten maakt het aan de ene kant super overzichtelijk, maar aan de andere kant alleen maar ongrijpbaarder. Er wordt namelijk opeens verwacht dat je tijd allemaal hetzelfde beleeft; aan de andere kant van de wereld mag het dan wel een ander tijdstip zijn, als er bij mij een uur voorbij is geldt daar precies hetzelfde. En als de tijd in mijn verbeelding voorbij kruipt, kan iemand anders zich tegelijkertijd afvragen hoe dat uur zo snel omgevlogen is. Die persoonlijke beleving van tijd vind ik het meest verwarrend. Na zestien jaar kan ik redelijk goed aanvoelen hoe lang – bijvoorbeeld – een halfuur duurt en heeft er zich een soort ritme in me genesteld dat meestal wel goed gokt als ik me afvraag hoe laat het is, maar dat is ook voornamelijk gebaseerd op the usual. Van schooldagen weet ik nu eenmaal hoe ze verlopen omdat ik gewend ben aan het opstaan, de slepende vijftig minuten per vak, de pauzes, de niet altijd even nuttige middag en de avond; misschien ook omdat ik zoveel op de tijd let. Zo gaan er geen tien minuten voorbij bij Latijn dat ik niet op de klok kijk (FYI: ik zit ertegenover en vind de lessen vaak behoorlijk saai, ook al is de docent die we ervoor hebben awesome) en ben ik me thuis eigenlijk ook altijd wel bewust van de minuten dat verstrijken, al is het alleen maar omdat mijn ogen als vanzelf op de digitale tijd rechts onderin m’n computerscherm vallen.

(meer…)