Je eigen schuld
Eén van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen van deze tijd is individualisering. ‘Daar kun je bijna elk sociaal probleem mee uitleggen’, aldus mijn lerares maatschappijwetenschappen. Als ’99-er heeft het vrij weinig zin om me uit te laten over alle veranderingen die de aandacht voor het individu met zich mee heeft gebracht, want surprise: ik weet niet beter. Ik ben opgegroeid in deze maatschappij en in zestien jaar is er waarschijnlijk alsnog een hoop veranderd, maar niet zoveel als er in een jaar of veertig, vijftig verandert. Voor mij – en waarschijnlijk ook voor heel veel meer mensen van mijn generatie en iets ouder – is het in zekere zin normaal dat je op zoek gaat naar je eigen geluk, dat je ‘voor jezelf’ kiest; simpelweg dat je je een beetje los zet van anderen en je minder aantrekt van sociale controle (die er vanzelf ook minder is, als iedereen meer voor zichzelf leeft). Dat lokt dingen als criminaliteit en scheidingen uit, maar ik zou me ook niet kunnen voorstellen hoe het zou zijn als de maatschappij voortdurend als een klein dorp waar iedereen elkaar in de gaten houdt zou werken – dat lijkt me eerlijk gezegd enorm beklemmend (maar ik weet natuurlijk niet hoe het echt was, vroeger). De vrijheid om met je leven te doen wat je wil zonder al teveel op je vingers te worden gekeken kan ik eigenlijk wel waarderen.
Maar er is ook een keerzijde aan een maatschappij waarin iedereen zelf zijn of haar eigen geluk probeert te creëren. We zijn gaan geloven in selfmade succes, en daarmee ook in de maakbaarheid van dingen. Ben je ziek? Joh, dan moet je even langs de huisarts/chiropractor/fysio, die heeft het zo voor je opgelost. Loopt je relatie slecht? Weet je dan wel zeker dat je er genoeg moeite in hebt gestopt? En, oh, je staat op het punt om je studie niet te halen? Jammer, maar misschien had je dan wat eerder moeten beginnen; wat beter moeten plannen. Mensen vertellen je graag hoe hard zíj wel niet voor iets gewerkt hebben en dat alles mogelijk is als je je er maar voor de volle 100% voor inzet. Zodoende betrap ik mezelf er ook wel eens op dat ik naar bijstandsmoeders kijk die de eindjes net aan elkaar kunnen knopen en bij mezelf bedenk hoe graag ik wil dat mijn leven er niet net zo uit komt te zien. Een villa met Audi hoeft echt niet per se, maar een groot genoeg huis in een fijne buurt en vooral zo weinig geldzorgen dat ik gewoon op vakantie kan en mijn kinderen – als ik die heb – zo kan opvoeden als ik wil zonder me beperkt te voelen door mijn budget, dat lijkt me toch wel fijn en ook een reden om geld te stoppen in een vervolgopleiding.