Ik weet dat het totaal niet de tijd is om over school te praten als je vijf avonden achter elkaar niet eens thuis bent geweest en je dus overduidelijk vakantie hebt, maar ik wil graag even een uitzondering maken. Vorig jaar schreef ik namelijk ook zo’n mooi recap-lijstje van mijn jaar vwo 4 en omdat het veel te leuk is om terug te lezen en mijn jaar in V5c ook minstens net zoveel aandacht verdient, besloot ik de highlights alsnog even met jullie te delen (en prepare: dat zijn er veel). Bij gebrek aan boeken om op de foto te zetten zien jullie hieronder bovendien een sneak peek van een Frans boekje over geluk dat ik van mijn ex-Frans docente en PWS-begeleidster kreeg, samen met een leeg blikje Coca Cola, dat net zoals het boekje afkomstig is uit Lille. (Kijk mam, het is dus écht wel nuttig om dat soort dingen te bewaren, hoe saai was die foto anders geweest?) Leggo!
– Als je al meer dan vier jaar op een school rondloopt worden docenten meer een soort goede bekenden. Het leeftijdsverschil wordt kleiner, de fase waarin het cool is om volledig op leraren te haten is allang voorbij en eerlijk is eerlijk, je hebt gewoon teveel van ze nodig om een extreem slechte band te hebben. Op een gegeven moment – zeker na de edureis – werd het dan ook een soort van normaal om leraren en leraressen gewoon bij hun voornaam te noemen, in elk geval onder ons als leerlingen zelf. WhatsApp en Twitter bleken ook opeens valide communicatiemiddelen en ik heb vaak genoeg een opmerking over mijn blog te horen gekregen, omdat docenten niet meer echt verhulden dat ze er van wisten en er soms wel eens op keken.
– Er zijn een aantal lessen geweest waarin mijn slaaptekort zo on point was (en de les zo verschrikkelijk saai en niet-interactief) dat ik heel veel moeite moest doen om wakker te blijven. Hoewel toegeven aan mijn moeheid op dat moment echt heerlijk zou zijn, vocht ik toch altijd tegen de slaap omdat wat er gezegd werd vaak nog wel van enige waarde was en het toch een soort van onrespectvol is om in slaap te vallen tijdens iemands verhaal. Helaas word je van die strijd om wakker te blijven alleen maar nóg moeier en ik was elke keer weer extreem opgelucht als de bel ging en ik even kon lopen, lachen, eten en praten – daarna was ik namelijk altijd gewoon weer wide awake. Zo flauw.
Afgelopen week/twee weken heb ik mijn inner-nerd gechanneld. Twee goede vrienden van me zijn het erover eens dat ik tot en met de derde klas ‘niet interessant’ was omdat ik voornamelijk met mijn neus in de boeken zat – ondertussen vermaakte ik me ook prima op het internet en vond ik mijn eigen leven helemaal prima, maar het is waar dat ik altijd voor de 10 ging (en een stukje minder sociaal was). Ondertussen zijn tienen bij de meeste vakken onmogelijk en meestal doe ik dus gewoon mijn best, maar niet tot in het alleruiterste. Tot deze toetsweek. Iets in mij had de sterke behoefte om negens te halen en toen bleek dat dat eigenlijk wel haalbaar was – ik kreeg een 9,0 terug voor kcv waar ik eigenlijk al het hele jaar net zevens voor haal omdat het vak me niet zo ligt (of nouja, de oudheid niet, en filosofie wel) -, belandde ik geleidelijk in een vrijwillig sociaal isolement voor een week. Mijn activiteiten beperkten zich tot slapen, toetsen maken, leren en eten en hoewel dat een soort werkkamp was, waren toetsen die goed gingen en waar ik goede cijfers voor terugkreeg een perfecte motivatie om nog even door te zetten. Volgens mij vond ik het op een gegeven moment zelfs leuk, puur omdat het zo’n uitdaging was. Ik zei het toch. De inner-nerd.
Op maandag was die overigens nog niet erg aanwezig. Ik had bedacht dat ik de hele middag en avond economie zou doen om de toets van zes hoofdstukken te rocken, maar toen ik om een uurtje of half vijf op mijn bed zat met overal om me heen stencils was het enige waar ik aan kon denken slapen. Gewoon mijn ogen dicht doen en m’n hoof super oncharmant opzij in de kussens laten zakken. Een toets maatschappijleer (8,1), tevredenheidsonderzoek met 60 stellingen over vijf leraren en luistertoets Frans (8,9) bleken gewoon heel uitputtend, en vooral die laatste eigenlijk. 60 minuten geconcentreerd luisteren naar een taal die in principe totaal langs je heen gaat is heel wat anders dan nadenken en wat antwoorden op een papiertje kladden. Om vijf uur gaf ik er dan ook aan toe, nadat ik erachter was gekomen dat Ronnie Flex (van Zusje en Drank en Drugs) geboren is in mijn geboorte- en woonplaats. Weten we dat ook weer. Ik zette een wekker om half zes en gaf aan mijn moeheid toe, waarna ik direct – zittend – in slaap viel. Ik voelde me echt gewoon ruk (niet alleen moe, ook een beetje zwak), heb ’s avonds uiteindelijk een stuk minder aan eco gedaan dan verwacht omdat het toch allemaal herhaling was en de extra stencils die we hadden gekregen niet mijn ding waren en sliep om 23:00.
Er was een tijd dat je het jaar afsloot door films te kijken, ijsjes te eten en lessen te verspillen en ik vraag me nu serieus af of ik dat toen wel genoeg gewaardeerd heb. Met ‘nu’ bedoel ik zaterdagmiddag, omringd door schoolboeken (ter illustratie: er ligt een boek links van mijn laptop, papieren achter mijn laptop, hand-outs rechts van mijn laptop, een samenvatting van 19 kantjes op mijn bed, een stapel boeken voor mijn bed(?), twee boeken links van mijn bureaustoel en een stapel papieren in mijn vensterbank), en eigenlijk ook al een paar momenten eerder deze week toen ik me realiseerde dat het einde van het jaar helaas niet alleen maar feest is. Woensdag was alweer mijn allerlaatste lesdag in V5 en ’s avonds luidde ik de toetsweek geheel in stijl in met een avondje wiskunde bij Niels, om donderdag vervolgens 2000 woorden over het horecarookverbod en verschillende standpunten van verschillende partijen te schrijven en wat te leren – hoera voor studieverlof – en vrijdag mijn eerste toets te maken. The game is officially on.
Die toets was overigens een openboektoets over Plato en geheel overzichtelijk, dus meer een soort van warming-up. Van maandag tot en met vrijdag staan er nog tien toetsen gepland en het probleem met toetsen in de laatste toetsweek is dat ze nooit ‘normaal’ zijn. Doen we het hele jaar niets anders met Engels en Frans dan simpele woordjes, zinnetjes en grammatica plus een beetje leesvaardigheid, dan krijg je nu opeens literatuur- en kijk- en luistertoetsen. Het vak economie besloot zijn status ‘prima te doen’ te vergooien door een toets van 6 hoofdstukken in te stellen (wat betekent dat je sowieso iets voor niets leert, en het zijn examenopdrachten, extra huilen), mijn maatschappijwetensamenvatting bestaat uit 23 kantjes (niets nieuws onder zon, maar wel verschrikkelijk) en wiskunde is in plaats van allemaal logische dingen drie compleet willekeurige hoofdstukken die zero verband met elkaar houden en allemaal iets totaal nieuws introduceren. Mijn allerlaatste toets is Latijn en daar laat ik me al helemaal niet over uit; ik vind de taal, de teksten en de toetsen best leuk maar het leren is elke keer weer zoiets als 40 meter onderwater zwemmen.
De afgelopen week was een opeenstapeling van leuke dingen. Het enige ding met leuke dingen is dat ze zich maar sporadisch in mijn eigen kamer afspelen, en veel vaker in de tuin, op het strand, in een stad of bij iemand thuis, waardoor ik echt zero momenten heb gevonden om door de week heen te updaten over waar ik allemaal mee bezig was. Behalve dan om te melden dat ik jarig was – en hoe ik over mijn afgelopen levensjaar dacht -, want dat leek me toch wel belangrijk en bovendien is mijn verjaardag ook een groot onderdeel van de reden waarom mijn week zo retedruk maar vooral heel erg leuk was. Ik heb er dit jaar meer dan normaal aandacht aan besteed en ook op mijn blog zullen er dan ook nog wat 14 mei-gerelateerde blogjes online komen, maar ik denk niet dat die heel vervelend worden (want: foto’s van taart). Voor nu besloot ik mijn week te beschrijven in een ‘diary’, zodat jullie weten waar ik mee bezig was en en ik over een paar maanden nog met extra plezier op deze week terug kan kijken – want dat is ‘ie zeker waard!
Zaterdag
Ik werd een beetje voor gek verklaard, maar ik ging gewoon even in m’n uppie naar de stad. Het enige wat ik moest doen was namelijk iets terugbrengen bij de Bershka, een tas kopen bij de Pull&Bear (waar ze helaas nog maar één beschadigd exemplaar van hadden, dus die heb ik uiteindelijk alsnog online besteld) en moederdagcadeautjes scoren en zodoende zat ik om half één in de metro. Het overwinningsgevoel dat ik de winkels gewoon in één keer gevonden had nam een beetje af toen ik zelfs met Google Maps nog drie keer fout liep op weg naar The Body Shop, maar gelukkig kwam ik er tijdens poging 4 achter dat ‘ie gewoon in de Koopgoot zit. Ik kocht een handcrème en een scrub, nam de metro terug naar huis en was om half drie terug van mijn wereldreis. Niet veel later kwamen ook mijn ouders en nichtjes (die hier logeerden) terug van een ander winkelcentrum, met een nieuwe tv – die ander was plotseling stukgegaan – én een nieuwe cavia van 10 weken oud die nu ‘Moes’ heet. Na het avondeten bewerkte en verstuurde ik wat galafoto’s van m’n zus en haar vriendinnen en daarna fietste ik met een paar vrienden naar een andere vriend waar weer een klein feestje werd gegeven for no reason. Na een uurtje of drie fietsten we naar huis, waarna ik het zelfs compleet nuchter nog voor elkaar om half van m’n fiets te vallen omdat een vriend en ik opeens op elkaar in reden (niemand snapte het). In het halfuur daarna kreeg ik nog tien keer te horen dat ‘ie twee spaken miste en een slag in z’n wiel had, maar gelukkig konden we er wel om lachen en is het inmiddels zelfs al gemaakt. Om half één trok ik de deur achter me dicht, prima dagje.
Feest, slingers en confetti (maar vooral taart), want ik ben vandaag 16 geworden! Normaal gebruik ik geen uitroeptekens in mijn titels omdat het een beetje fake voelt bij mijn niet-zo-over-enthousiaste persoonlijkheid, maar dit vind ik de uitzondering wel waard. Op 14 mei 1999 sjeesde ik in een ambulance richting het ziekenhuis – vanwege de spits dan hè, ik heb mijn moeder geen verdere littekens bezorgd – en nu zijn we zestien jaar verder. Ik ben uitgegroeid tot een eigen persoon, met een karakter en een daarop gebaseerde persoonlijkheid vol dromen en ambities. Mijn leven is steeds meer ook daadwerkelijk dat van mij, omdat ik tegenwoordig veel meer zelf kan beslissen en veel zelfstandiger ben. Het zal nog twee jaar duren voor ik ‘echt’ volwassen ben (waar ik geen problemen mee heb, want ik zou mezelf nu ook echt nog niet onder het clubje volwassenen willen scharen), maar ik moet zeggen dat ik zestien toch al wel een redelijke noemenswaardige leeftijd vind. Ja, ondanks het feit dat echt bijna iedereen (zowel op school als in de blogwereld) ouder is dan ik.
Zestien klonk vroeger heel cool en hoewel dat nu een tikje minder het geval is – ik bedoel, ik ga nu echt niet opeens op een brommer/scooter rijden en de alcoholgrens is ook allang verhoogd -, vind ik het wel een mooie leeftijd. Eentje die bij me past. Het klinkt in elk geval minder puberaal en iets zelfstandiger dan vijftien. Misschien zijn associaties bij leeftijden ook maar domme dingen, vooral omdat mijn associaties vooral van mijn 10-jarige ik afstammen, maar ik vind het toch altijd leuk om bij stil te staan. 16 vind ik een mooie leeftijd die aan de ene kant nog lekker jong en tienerachtig is, maar ook de weg naar volwassenheid plaveit. Bij mindstyle-artikelen krijg ik vaak het complimentje dat ik zo ‘wijs’ ben, iets wat ik zelf ook inzie en waar ik best blij mee ben, maar aan de andere kant ben ik ook gewoon echt jong. En een beetje een eigenwijze spring-in-’t-veld. Ondernemend, ontdekkend.
omdat de wereld op mijn laatste avond als vijftienjarige één groot sprookjesverhaal was, mijn liefde voor zonsondergangen dit jaar is begonnen en ze zo’n lekker mijmerachtige sfeer afgeven