BEWILDER

Tijdens een schrijfsessie voor de nieuwe editie van onze schoolkrant was ik nog op zoek naar één redelijk kleine en onbekende Nederlandse band en via via kwam ik op Bewilder terecht. Hoewel ik niet voor niets ook bands als HEAVN en Causes had genoemd, die ik al langer ken en ook heel fijn vind, voelde ik toch al direct meer voor de nummers van Bewilders album Dear Island. Hun muziek is een mengelmoes van stijlen, maar in mijn oren vooral een beetje indie/alternative en ik kan er na een aantal jaar muziek luisteren écht niet meer omheen dat dat toch wel mijn favoriete muziekgenre is. Het is niet wat ik het meeste luister of waar ik per se het vrolijkst van word, maar goede indie kan ik gewoon altijd waarderen omdat je merkt dat artiesten iets eigens willen produceren zonder zich daarbij al teveel aan te trekken van de geldende popnormen. Waarom weet ik ook nog niet precies, maar ik voel me altijd sterk aangetrokken tot en verbonden met dingen die – op een succesvolle manier – nét even anders zijn dan de standaard. Mijn voorliefde voor indierock is daar in mijn eigen persoonlijkheid volgens mij ook een voorbeeld van (bepaald niet het enige voorbeeld, overigens).

Zodoende vond ik mezelf dinsdag in een tussenuur (waarin ik standaard een laptop claim voor de Spotify Web Player, ook als ik eigenlijk geen computer nodig heb, sinds de headsetaansluiting van mijn iPhone stuk is) dan ook gelukzalig naar de A Shot of Indie-playlist luisteren. Ik wil niet alleen maar over muziek praten, maar het gaat me er meer om hoe het een soort extra dimensie aan je dagelijks leven kan toevoegen, hoe het een simpele dag naar een hoger level kan tillen. Muziek inspireert me, niet zozeer op zo’n manier dat ik gelijk honderden woorden op papier kwijt wil (was het maar zo’n feest), maar wel omdat het een kunstvorm is die laat zien dat er méér is. Het vooruitzicht van het concert van Imagine Dragons op 5 februari, de vrijdag in mijn toetsweek, vind ik dan ook helemaal prima. Imagine Dragons was de eerste band waar ik echt iets ‘mee had’ en ook mijn eerste kennismaking met het indiegenre, dus hoewel ik ze over het algemeen niet per se grijsdraai wil(de) ik er toch heel graag heen. En Hannah ook, gelukkig.

(meer…)

Waar ik aan gewend raakte

Gewenning is een goed iets, denk ik. Het maakt je flexibel, omdat je nieuwe dingen niet eeuwig als ‘nieuw’ blijft zien en er dus al snel goed mee om kan gaan. Er kan in één dag alleen al zoveel gebeuren dat een beetje aanpassingsvermogen zeer gewenst is als je een redelijk stressvrij leven wilt leven. Je aanpassen is echter de actieve kant van wennen en iets totaal anders dan wat me vorige week opviel, namelijk het passieve gewend raken aan dingen omdat ze al zo lang zo gaan, of omdat je ze al zo lang hebt.

Zo was het in de toetsweek dat ik me realiseerde dat ik meer dan gewend ben geraakt aan het feit dat mijn cijfers altijd tussen de 7,0/7,5 en de 9,5 liggen. Dat is ook gewoon al zo lang en zo constant dat klasgenoten me niet eens meer echt serieus nemen als ik na afloop van een toets roep dat ‘ie wat minder ging; hoewel ik daar op dat moment dan echt van overtuigd ben moet ik ze achteraf vaak toch gelijk geven omdat ik gewoon weer een ruime voldoende heb gehaald. Ik weet eerlijk gezegd niet beter dan dat leren me makkelijk lukt en misschien neem ik dat gedeelte dus een beetje for granted, maar aan de andere kant zou ik niet willen stellen dat die cijfers me allemaal aan komen waaien door een gunstige combinatie van genen. Ik let redelijk op in lessen, houd het meeste van mijn huiswerk blij, vat veel samen en leer genoeg voor mijn toetsen en dat heeft er mede voor gezorgd dat ik al bijna zes jaar de reputatie van een slim meisje heb in mijn vriendenkring. Iets waar niets mis mee is (aangezien ik altijd van mening ben geweest dat het niet nodig zou moeten zijn om het een beetje weg te moffelen, alleen maar omdat het toevallig een tikje afwijkend is), maar het schept wel verwachtingen. Voor anderen, maar misschien ook vooral wel voor mezelf.

IMG_0912b

(meer…)

The ultimate planning

Afgelopen weekend bereikte ik een soort rustpunt. Het was na de open dag van de universiteit Utrecht (niet erg vernieuwend, hopelijk wel mijn laatste open dag want ik vind het na die vier zaterdagen helemaal mooi geweest) dat ik met mijn vader op de bank van mijn opa en oma belandde aangezien zij een nachtje weg waren en er iemand op de katten, kippen en konijnen moest passen. Op een andere bank in een ander huis heb ik altijd een stuk minder te doen dan thuis en dus heb ik vooral de hoek van de hoekbank in beslag genomen terwijl ik mijn maatschappijleersamenvatting afmaakte en meekeek naar de typische zaterdagavondprogramma’s. Voor de ochtend gold ongeveer hetzelfde: ik had eigenlijk helemaal niet zoveel alternatieve bezigheden naast nog even in bed blijven liggen en dus was dat wat ik deed, het eerste uur van mijn zondag onder de dekens spenderen met het weekoverzicht van Blendle. Toen ik er om half tien toch uitrolde en geen enkele kat behoefte leek te hebben aan een knuffelsessie reed ik, in mijn snel aangeschoten broek en trui en ontzettende ochtendhoofd, met mijn vader weer terug naar huis.

De rest van de zondag bestond uit een goed gesprek met mijn ouders en zus, een verdacht lange douche, Frans woordjes, een kerkdienst en daarna een diner bestaande uit verse pannenkoeken. ’s Avonds hoefde ik een keer niet weg en heb ik nog even twee uur aan mijn PWS gezeten – op de ‘niet zeiken, gewoon doen en beginnen’-manier – waarna ik op de bank plofde voor een aflevering De Ridder met het hele gezin. Het was een heerlijke zondag, zo eentje waarbij de atmosfeer gewoon goed is en je extra tijd aan dingen kan besteden die er doordeweeks nog wel eens bij inschieten, zoals de kerk en familie. Vooral in het najaar vind ik dat heerlijk (en ik droeg toevallig een outfit met een trui én een neplerenjasje eroverheen en dat is in principe zo warm dat het me gelijk deed denken dat het midwinter was), die gezelligheid en ongedwongenheid; vroeger waren zulke zondagen redelijk vanzelfsprekend, maar tegenwoordig moeten we altijd nog wel ergens heen, of zijn we gewoon druk bezig met dingen. Dat was dan ook wat ik me realiseerde toen ik ’s avonds vredig in bed rolde: dit was het soort ultieme ontspanning waar ik de komende week, weken even op moet teren.

(meer…)

And this is how much

Ik weet dat schrijven mijn ding is. Dat ik over het algemeen alles in woorden giet wat andere mensen alleen maar denken en dat dat mijn uitlaatklep is, mijn manier om alles op een rijtje te krijgen en te begrijpen. De manier waarop woorden elkaar opvolgen en zinnen vormen, of beter nog: alinea’s, hele passages, en hoe ik ze onbewust vol kan stoppen met metaforen om gevoelens uit te drukken en op te roepen, dat vind ik magisch – hoe normaal het ook geworden is voor mij. Maar soms zitten ze vast. Het is vooral in weken zoals deze, als ik elke avond drastisch aan herfstvakantie toe ben en me tegen half twaalf ’s avonds op krul in mijn bed met mijn deken over elk stukje van mijn lichaam. De beeldhelderheid van mijn iPhone gooi ik na een dag voor het eerst op z’n laagst, ik plug m’n oortjes in voor wat Christina Perri, snij een wat dieper gespreksonderwerp aan in m’n favoriete WhatsAppgesprek nadat ik iemand anders welterusten heb gewenst.

Arctic Monkeys

(meer…)

#toetsweekleef

Eigenlijk kwam de toetsweek een beetje als een verrassing. Na de zomervakantie en een week of acht school was ik al wel weer gewend aan het ritme van lesjes draaien en pauzes en het is niet alsof ik in die hele periode niets gedaan heb, maar echt leren en getoetst worden is toch wel wat anders. Toetsweken vereisen over het algemeen planning, concentratie en zelfdiscipline en dat zijn geen dingen waar ik echt enthousiast van word (of althans, ik vind ze wel fijn, maar ze opbrengen gaat soms wat minder soepel). Desondanks offerde ik vorige week toch mijn zaterdag op voor een leersessie waarbij ik tot 16:00 op mijn bed hing in pyjama, omringd met geschiedenisboeken en mijn laptop, om er vervolgens achter te komen dat het eigenlijk best meeviel. Eerste toetsweken zitten nooit propvol (ik kan me nog herinneren dat ik daar vorig jaar fluitend doorheen ben gekomen) en zodoende had ik ook maar zes leertoetsen, eigenlijk niets om me druk over te maken. De laatste toetsweek van vwo 5 was nog bijzonder omdat dat mijn eerste examencijfers waren, maar nu telt toch alles mee voor je examen en is er niet echt een reden om éxtra m’n best te doen.

Het is alleen wel zo dat ik mezelf in het afgelopen jaar heb aangeleerd om niet per se efficiënt te werken, maar me gewoon hoe dan ook een week lang af te zonderen zodat ik in elk geval niet kan zeggen dat ik niet genoeg tijd had om te leren. Het werkt niet per se beter, het is gewoon makkelijker om minder te hoeven plannen, net zoals ik nu veel vaker een toets een dag van tevoren (echt) leer. Vroeger deed ik bij wijze van elke dag drie vakken ‘een beetje’ en nu dompel ik me op een bepaalde dag gewoon totaal onder in de stof van een bepaald vak (of meerdere vakken). Wel opvallend trouwens: ik word het echt zat. Ik weet niet of dat ligt aan het idee dat dit het laatste jaar is of dat het gewoon echt een natuurlijk proces is, maar bij vakken als Latijn en geschiedenis word ik vooral heel gelukkig van het idee dat ik nu nog maar drie toetsweektoetsen en één examen hoef te leren. Ik heb het natuurlijk niet voor niets gekozen en vind het ergens wel leuk, maar na vijf/zes jaar begint het simpelweg te vervelen.

toetsweekleef

(meer…)

De eerste week

Eén ding: ik ga niet doen alsof ik dinsdagochtend enthousiast was toen de wekker ging. Als ik verkouden ben slaap ik standaard twee nachten ruk, dit was er één van en ik rolde dus een beetje als een zombie uit bed. Gelukkig is mij een rooster toebedeeld waarbij ik maar twee keer per week om 8:50 begin en de rest van de dagen om 9:40; dat is misschien niet per se het meest efficiënt, maar ik kan het wel zeer waarderen dat ik ’s morgens gewoon nét wat rustiger aan m’n dag kan beginnen. Dat is fijn als opstaan ongeveer de zwaarste taak van de hele dag is (zelfs als je een oké aantal uur hebt geslapen). Na een ontbijtje voelde ik me al iets meer alive, waarna ik me in een zwarte broek, zwart hemdje en zwart-wit geruite blouse hulde (en me realiseerde hoe handig het is dat m’n outfit voor de eerste schooldag eigenlijk amper uitmaakt, omdat ik veel mensen gewoon in de vakantie nog heb gezien en dus geen schitterende comeback hoef te maken) en voor een snel make-upje ging. Ik fietste voor de eerste en waarschijnlijk direct ook de laatste keer dit jaar op tijd richting school… En toen begon het gewone leven weer. Sorry voor de anticlimax, maar zo gaan die dingen nou eenmaal.

IMG_7936b

Het is ondertussen vrijdagavond en ik kan aan de ene kant heel veel vertellen, maar aan de andere kant was het vooral ook een heel rustige en basic week. Ik heb vrij expres niet geblogd omdat ik soms nogal een chaoot ben wat betreft het combineren van dingen en ik wilde niet in een eerste schoolweek nog gewoon om 01:30 naar bed gaan omdat dat een slechte voorbode zou zijn, dus heb ik me gewoon alleen gefocust op school, zodoende een beetje een fatsoenlijk ritme aangehouden (mag ik even aandacht voor hoe ontzettend lastig het is om om 22:30, als de avond net begonnen is, tegen jezelf te zeggen ‘joe, ik ga richting bed’?!) en verder eigenlijk alleen blogs gelezen, op de bank gehangen en met vrienden gepraat. Dat verdient wel even wat meer aandacht, want ik heb zelfs op de eerste schooldag gelijk alweer zo hard gelachen dat ik een aantal spieren bijna in de kramp voelde schieten. Middelbareschoolhumor is ongetwijfeld één van de domste soorten, want het gaat in negen van de tien gevallen nergens over, maar ik moet eerlijk toegeven dat dat me niet heel veel uitmaakt omdat het wel gewoon een extra reden is om ’s morgens m’n bed voor uit te komen. De interactie van 30 mensen in één klaslokaal die allemaal al aan elkaar – en de docent – gewend zijn schept gewoon sowieso een lekker sfeertje en daarnaast word ik heel erg blij van lessen met vriendinnen, pauzes met vrienden en naar huis fietsen met Niels. Iedereen is een beetje vreemd (daarmee doel ik ook op mezelf dus ik denk dat ik het kan maken), maar dat lijkt gewoon bijzonder weinig uit te maken en dat is heerlijk.

(meer…)