Rome: dit was dé reis
Afgelopen zaterdag ging mijn wekker op het onchristelijke tijdstip van 03:45. Zes dagen later, op donderdag, snoozde ik mijn wekker voor het eerst om 05:45 en ik moet zeggen dat opstaan voor een vlucht náár Rome toch een stuk makkelijker ging dan voor een vlucht terug naar Rotterdam The Hague Airport. Ongetwijfeld omdat het de avond ervoor tegen tweeën liep (want sleep is for the weak) (en ik moest mijn koffer nog inpakken) en we er vijf best vermoeiende dagen op hadden zitten, maar niet in de laatste plaats omdat ik eigenlijk helemaal niet weg wilde uit Rome. Ik wilde niet weg van de zon die elke dag vanaf het moment dat ik op opstond voor een strakblauwe lucht zorgde, ik wilde nog veel meer verschillende pasta’s en pizza’s uitproberen, ik wilde ’s avonds gewoon nog een rondje over de camping kunnen wandelen met iemand of rustig voor een huisje zitten te praten met mensen. Ik wilde zelfs nog langer met een extreem volle rugzak rondlopen, maar ook dat zat er niet in. Gisteren landde ik weer in Nederland en kwam er officieel een einde aan mijn edureis naar Rome. Dé reis.
Dat was wat ik van veel mensen te horen kreeg die al een (paar) jaar eerder mee waren gegaan: dat het het hoogtepunt van mijn middelbareschoolcarrière en de reis van mijn leven zou worden. Tot en met de derde klas was ik daar zelf nog niet echt van overtuigd. Bijna een week weg van huis zijn, zonder ouders en super ver weg, moeten vliegen (vliegangst heb ik nooit gehad, maar zelfstandig in een vliegtuig stappen vond ik toch iets engs hebben), jezelf moeten redden in een vreemde stad en continu met klasgenoten omringd worden zonder tijd om je even terug te trekken in je vertrouwde omgeving of achter je computer klonk echt als een verschrikking.