Vergeet me alsjeblieft niet

“I fear oblivion,” he said without a moment’s pause. “I fear it like the proverbial blind man who’s afraid of the dark.” Toen ik verliefd werd op The Fault In Our Stars (wat overigens alweer even geleden is, maar het voelde wel retegoed toen ik het boek net weer opensloeg) waren het vooral de liefdegerelateerde quotes die bij me bleven hangen en me het meest aanspraken en sloeg ik Gus’ angst en Hazels speech over oblivion misschien een beetje over. “There will come a time when there are no human beings remaining to remember that anyone ever existed or that our species ever did anything. (…) And if the inevitability of human oblivion worries you, I encourage you to ignore it. God knows that’s what everyone else does”, is een fragment van Hazels mening op pagina 13 en toen ik laatst de film weer een keer zag, realiseerde ik me opeens dat het best een belangrijk thema was in het verhaal. Eentje waarvan ik nu beter begrijp waarom, want als ik erover nadenk knaagt het ook aan mij – dat ik vrienden kan maken, vriendelijk kan zijn, tienen kan halen, me op een bepaalde manier kan kleden en kan bloggen, maar dat ik uiteindelijk ook gewoon een van de zoveel miljard wereldbewoners ben. Eentje die hoogstwaarschijnlijk niet herinnerd gaat worden, hoe goed ik me ook kan realiseren dat ik uniek ben.

Herinner me

(meer…)

Als je stopt jezelf te vergelijken

Ik ben niet onzeker. Ik heb m’n momentjes wel hoor; dan zou ik liever verdwijnen, mijn fiets pakken, opgaan in de mensenmassa, me verstoppen onder mijn dekens, gewoon om even niets onder ogen te komen. Dan wil ik niet geconfronteerd worden met vragen waar ik zelf ook geen antwoord op heb en me het liefste afsluiten van de buitenwereld die dingen van me verwacht die ik misschien wel helemaal niet waar kan maken. Meestal ben ik op zo’n moment vooral ontevreden over wat ik maak, hoe ik me gedraag of hoe ik eruit zie en raak ik daardoor gefrustreerd. Ik word boos omdat mij niets lijkt te lukken en ik al het vertrouwen verloren ben dat dat ooit nog gaat veranderen.

Als ik er een paar uur later op terugkijk, ben ik er vaak allang weer overheen. De momenten waarop ik onzeker en boos ben zijn vaak een opeenstapeling van dingen, een combinatie van factoren, en dat ene lullige ding waarom het leek te gaan was dan uiteindelijk alleen maar een vonkje dat de boel deed ontvlammen. Bovendien zijn de keren dat ik me totaal ontevreden voel vaak op zo’n moment dat ik eigenlijk helemaal niet de tijd heb om er heel lang bij stil te staan: ik moet me concentreren op een les, kom opeens iemand tegen die – tegen wil en dank in – voor afleiding zorgt of neem zélf het heft in handen en relativeer alles zoveel mogelijk met een momentje rust en goede muziek. Ik weet wat het is om onzeker te zijn, natuurlijk, heel goed zelfs. Echt vaak gebeurt het me alleen niet: op bijna elk moment van de week kan ik mezelf recht in de spiegel kijken en you go girl denken.

Dat is fijn, maar ook vreemd. Het is namelijk niet zo dat ik het allerknapste meisje ben, uitblink in fotograferen en bloggen, altijd aardig ben, alles altijd netjes op orde heb en ondertussen al mijn vriendschappen perfect onderhoud. Ik weet van mezelf dat ik heel veel dingen beter kan (en wil!) doen en bovendien zie ik overal om me heen mensen die ik eigenlijk wel een stukje leuker vind dan mezelf. Als ik er voor de grap ook nog eens bij stilsta dat zelfs zíj onzeker kunnen zijn over zichzelf, vraag ik me soms af hoe ik niet onzeker kan zijn. Uh, welke redenen heb ik er eigenlijk voor om zo zeker van mezelf te zijn als ik helemaal geen bijzonder fijn persoon ben?

comparing

(meer…)

Surround yourself only with those who are going to lift you higher

Het kiezen van vrienden is nooit echt een ding geweest bij mij. Op school, en ook in andere omgevingen, trek je uiteindelijk vaak vanzelf naar bepaalde mensen toe waar je het goed mee kan vinden en zo maak je onbewust toch een soort keuze. Toch vraag ik me – en zeker naarmate ik met meer (verschillende) mensen in aanraking kom – wel eens af waarom ik met sommige mensen wel goed bevriend raak, en waarom anderen nooit erg hoog zullen scoren in mijn top 10 van mensen met wie ik mijn tijd graag doorbreng. En ook wat nou eigenlijk de omschrijving van een goede vriend(in) is. Zo hebben mijn vriend(inn)en hebben uiteraard allemaal wel wat overeenkomsten, maar ik denk niet dat ze onderling snel met elkaar bevriend zouden raken; het zijn allemaal totaal verschillende personen. Toch kan ik het met ze allemaal heel goed vinden.

(meer…)

Scio me nihil scire

Scio me nihil scire

Hoewel ik door een gebrek aan motivatie alles wat met Latijn te maken heeft het liefste even negeer, kan ik niet om deze zin heen: scio me nihil scire, wat zoveel betekent als ‘ik weet dat ik niets weet’ en voortkomt uit Plato’s filosofieën. Het is misschien wel de grootste paradox ooit en zéker als je je ook nog eens bedenkt dat dit uit de mond (of pen) van een filosoof is komen rollen. Iemand die geacht wordt wijs te zijn, maar doodleuk vertelt dat ‘ie niets weet.

Toch is ‘wijs zijn’ en ‘niets weten’ niet zo’n grote tegenstelling als je in eerste instantie misschien zou denken. In vergelijking met een paar jaar terug heb ik veel geleerd, en toch is tegelijkertijd het gevoel dat ik inderdaad niets weet alleen maar sterker geworden. Vroeger was alles wat ik te horen kreeg per definitie de waarheid voor mij, ik twijfelde amper en mijn leven was vooral nog heel ongecompliceerd. Op mijn tiende had ik dan ook echt het idee dat ik het leven wel een beetje door had, of in elk geval dat het niet zo moeilijk kon zijn.

Maar een paar jaar later blijkt dat je, juist doordat je denkt dat je het allemaal wel weet, helemaal niets weet. Als een trap waarvan je de hoogte van de traptredes verkeerd inschat, waardoor je opeens naar beneden dondert. Of een zwembad dat veel dieper blijkt te zijn dan je denkt, en terwijl jij jezelf erin laat glijden in de verwachting grond onder je voeten te voelen ga je kopje onder. Je krabbelt weer op, zwemt omhoog, slaat het stof van je kleren af, haalt een keer diep adem. En je realiseert je dat je nergens zelf de baas over bent en dat het leven ook absoluut niet stuurbaar, maakbaar of controleerbaar is. Laat staan te begrijpen.

(meer…)

Alles gaat in momenten

Ik zal me er eeuwig over blijven verbazen hoe mijn geheugen werkt. Hoe ik elke dag weer nieuwe dingen beleef en nieuwe dingen leer en toch nog geen hoofd heb dat overstroomt van informatie, maar juist precies de belangrijke dingen wél onthoud; dat blijft voor mij een raadsel. Als ik er dan bij nadenk, dan realiseer ik me ook hoeveel dingen ik ben tegengekomen in de ruim vijftien jaar die ik hier op aarde rond heb gebracht. Informatie, situaties, nieuwe mensen, emoties; elke dag weer. Het is onmogelijk om alles te onthouden en dat geeft me soms een beetje een unheimisch gevoel. Dat ik dan aan 2010 denk en mezelf helemaal niet meer kan voorstellen als elfjarige, of geen idee heb hoe ik mijn tijd toen eigenlijk invulde. Als ik de foto’s er vervolgens bij pak voelt het nog raarder. Was ik dat? Natuurlijk heb ik toen ook meerdere malen per dag in de spiegel gekeken, maar dat blijft anders dan een volledig beeld van ‘buitenaf’.

Soms weet ik al niet eens meer hoe mensen heetten of eruitzagen die toen belangrijk voor me waren, en dingen die toen heel groot leken vergeet ik nu ook gewoon. Wanneer was die vakantie ook alweer? En hoe zat dat ook alweer met dat huis toen? Het ontglipt me, maakt plaats voor nieuwe ervaringen (herinneringen durf ik niet meer zo snel te zeggen).

Maar momenten, daar ben ik wel goed in. Die blijven hangen. Flarden van gebeurtenissen en fragments of time. Sommige gebeurtenissen die ik toen volop beleefde, zoals vakanties, dagjes weg of simpelweg een heel schooljaar, zijn nu niet meer dan een vage vlek in mijn geheugen. Als je inzoomt zitten die zwarte vlekjes echter vol sterren. Momenten binnenin zo’n gebeurtenis, misschien maar een paar minuutjes, die ik intens beleefd heb. Momenten waarin ik overspoeld werd met gevoelens of er opeens heel veel op me af kwam, waardoor het zoveel indruk maakte dat ik het wel moest onthouden.

Ik heb maar één blik, één zweempje geur of één refrein nodig om opeens weer in die compleet andere wereld te zitten. Een onverwachte throwback naar dingen die toen misschien het meest onbetekenend leken, maar uiteindelijk hun afdruk het meest hebben achtergelaten.

Ik vind mezelf terug in die simpelste momentjes van klein geluk die zodanig zijn blijven hangen dat ik ze zelfs nu nog uit zou kunnen schrijven. Tegelijkertijd herken ik mezelf als de beste in situaties van pijn, twijfel of verdriet, omdat ik die nu nog op dezelfde manier meemaak.

Momenten zijn vaak zoveel puurder en onverwachter dan het geheel. Het verloop van sommige dagen of vakanties ben ik totaal kwijt, maar dan zie ik mezelf alsnog precies op die ene plek zitten, op dat onbeduidende moment. Intens gelukkig, of juist diep ongelukkig. Momenten zijn breekpunten; pieken of dalen waarvan je weet dat het niet lang zo zal blijven. Dingen die je intens beleeft en daardoor blijft onthouden. Ik weet nog precies hoe je keek, wat je deed, wat we zeiden.

En het is waar, die quote over kleine dingen die grote dingen blijken te zijn. ‘… for one day you will look back and realize they were the big things.’ Juist die paar minuten die zoveel indruk bij me achterlieten, vormen me; meer dan ‘de grote dingen’. Mijn leven, mijn persoonlijkheid, is opgebouwd uit momenten. Ja, de meest onverwachte, fragiele, intense momenten. En toch zijn die uiteindelijk de maatstaf voor alles.

You’re never fully dressed without a smile

Ik wilde eerst voor de bekende ‘A smile is the prettiest thing you can wear’-quote gaan, tot ik het nieuwste nummer van Sia tegenkwam (een remake van een nummer uit de oude Annie-film, zo bleek later). Een andere verwoording van dezelfde boodschap: het maakt niet uit wat voor geweldige outfit je aan hebt of hoe mooi je make-up zit, zonder glimlach op je gezicht zal het altijd ‘onaf’ blijven. Die spreekwoordelijke lach bestaat niet altijd uit een wijdopen mond of een schaterlach, maar ook uit de levenslust die zelfs in je ogen te zien is als je met iets bloedserieus’ bezig bent. Iets wat je niet expres doet en ook niet kan faken, maar je er wel opeens heel goed uit laat zien en positiviteit uit doet stralen.  

In de periode(s) dat ik minder goed in mijn vel zat, leek de spiegel opeens een stukje minder aardig voor me. Mijn make-up leek minder goed te zitten, mijn kleding complimenteerde mijn lichaam niet meer, mijn haar viel lijzig langs mijn gezicht en mijn mondhoeken hingen naar beneden. En dat terwijl ik gewoon hetzelfde droeg en deed als normaal! Op zulke momenten beland je bijna in een vicieuze cirkel van je niet fijn voelen, je niet mooi voelen, je nog minder fijn voelen et cetera. Tot ik op een gegeven moment weer in de spiegel keek en een glim van een glimlach op mijn gezicht opving. Ho, wacht – dat maakt een groot verschil. Pas toen had ik door dat ik al die tijd met een uitdrukkingsloos gezicht – het maakte me immers allemaal wat minder uit – in de spiegel had gekeken (en rond had gelopen) en dat dat véél meer verschil maakt dan ik in eerste instantie dacht.

(meer…)