Gewoon ambitieus… of bewijsdrang?
‘Ambitieus zijn’ vind ik altijd een lastige karaktereigenschap als het over mijzelf gaat. Aan de ene kant vind ik hem heel erg passend, maar aan de andere kant ben ik juist soms ook gewoon te lui om iets perfect uit te voeren en helemaal tot het einde te gaan, of gewoon tevreden met iets minder dan perfect. Het maakt eigenlijk nogal uit waar het mee te maken heeft; vaak maak ik namelijk wel een soort afweging in mijn hoofd om erachter te komen of ik het überhaupt de moeite waard vind om zoveel energie in te steken, of dat het me te weinig oplevert. Meestal ga ik dus voor een iets neutralere term als ‘doelgericht’ om dat deel van mijn karakter te beschrijven, maar deze keer kies ik toch voor ‘ambitieus’… namelijk in combinatie met (of eigenlijk tegenover) bewijsdrang.
Eén van mijn theorieën die ik graag en vaak toepas in mijn dagelijks leven is ‘als je het doet, moet je het ook goed doen’. Ik houd niet van half werk, dus ga ik ergens voor, dan zet ik me daar vaak ook écht voor in. Wat dat betreft ben ik dan ook veel meer een leider dan een volger. Zet mij in een groepje voor een project en ik neem het grootste deel van het werk op me, omdat ik het dan liever zelf doe, zodat ik zeker weet dat het goed (of in elk geval naar mijn wens) gebeurt. Ik heb wel een paar vriendinnen met wie ik goed kan samenwerken, maar dan nog vind ik het altijd lastig om ze werk toe te vertrouwen. Zodra ik in een groepje zit met anderen van wie ik minder goed weet hoe zij hun werk doen, komt aan het licht hoe slecht ik eigenlijk ben in samenwerken. Niet dat die anderen dat dan heel erg vinden (want die hoeven niets meer te doen, haha), en eigenlijk vind ik het dan uiteindelijk ook niet zo erg. Ik heb nou eenmaal geen zesjesmentaliteit en werk dan liever zelf wat harder voor een beter resultaat, dan dat ik een beetje niets doe en niet het gewenste resultaat bereik.