L’été en France VII

De eerste volledige dag in Chantemerle-les-Blés, tijd om een supermarkt op te zoeken en wat nieuw campingvoedsel in te slaan. Hoewel het altijd jammer is dat buitenlandse/Franse supermarkten over het algemeen zo koud zijn dat ik het idee heb dat ik een ledemaat ga verliezen als ik er net iets te lang blijf (ik bedoel, in Nederland zou het niet erg zijn aangezien ik daar toch 9 van de 10 keer een lange broek aan heb, maar in een luchtig shirtje, kort broekje en op sandaaltjes is het ronduit onprettig), kan ik er enorm van genieten om net iets te veel Nederlands te praten met mijn zus en me te verlekkeren aan het toetjesschap. Het is meestal onze taak om toetjes ‘voor een paar dagen’ in te slaan en dat betekent dat je moet kiezen tussen verschillende chocolademousses, crême brulées, tiramisu’s, straciatella- en fruityoghurtjes (die laatste in alle mogelijke smaken). Verder hing ik zodanig verlangend boven de verse kip dat het gepermitteerd werd om een doosje mee te nemen voor de lunch, waar ik gedurende de rest van de supermarkttrip (de Dolce Gusto koffie is hier veel goedkoper en dus sloegen we elke keer een paar doosjes in, nogal saai als je het niet lust) mee rond heb gelopen, tenminste nog iets warms. En het rook gewoon verrekte lekker.

Mijn lunch bestond dus, sorry not sorry, uit een kippenpoot, waarna we het zwembad in doken. De zon bleek een aanzienlijk stuk sterker in Zuid-Frankrijk en dat is heerlijk voor tansessies aan het zwembad, beetje zwemmen en een beetje op je ligbed liggen met een boek (fun fact: we hadden deze camping onder andere uitgekozen om de ligbedden). Prima. Toen ik aan het einde van de middag het zwembad in had geruild voor onze campingplaats en richting het toiletblok liep, realiseerde ik me weer even hoe mooi het leven eigenlijk was op dat moment. Mijn knieën staken bruin af tegen mijn crème zomerjurkje, de lage zon wierp lange schaduwen op het grind en de komende week was bruin worden prioriteit nummer één en kon ik verder slapen, eten, lezen en zwemmen zoveel als ik wilde. Hoe leuk ik steden bezoeken ook vind, uiteindelijk is dit vooral waar ik voor op vakantie ga en dus was ik even een heel gelukkig meisje.

Al snel na dit moment volgde het avondeten en op het avondeten volgde nog iets mooiers, de crême brulée van die ochtend die we grilden in ons eigen campingoventje. Mijn mond viel even open toen zowel mijn moeder als mijn zus het verklaarden als ‘niet zo mijn ding’, maar daar was ik al snel overheen toen ik mijn moeders restjes kreeg. De rest van de avond werd gevuld met het vervolg van Monopoly en ik weet niet meer hoe het precies kwam, maar opeens rees het plan om de volgende dag een ochtendrit te maken. Iets met de zon op willen zien komen en eens iets anders dan anders doen. Zodoende rolden we tegen elven lichtelijk excited onze tent in voor een korte nacht.

Als je mij een beetje kent kun je zowel ‘de zonsopkomst zien’ en ‘iets bijzonders doen’ herkennen als wensen en idealen van mij, dus je zou kunnen zeggen dat soms best een goede invloed heb op mijn gezinsleden, maar de credits voor de verwezenlijking ervan gaan toch echt naar mijn moeder die mij en mijn zus om 5:00 wakker maakte. Als ik kampeer mag mijn slaapritme misschien iets normaler zijn dan thuis (23:30 – 8:30), maar dan is 5:00 ALSNOG het holst van de nacht. Gelukkig sliep ik licht, stond ik binnen no time in de caravan om me aan te kleden en zat ik twintig minuten later ready-set-go in de auto. We wilden eerst richting de bergen rijden en met een zonsopkomst is dat altijd een beetje een race tegen de klok, vandaar dat we vanuit de auto ook al wat zagen (dat fotografeert alleen wat lastiger). Het was een beetje een rommelige zonsopkomst, wel met wat roze in de lucht, maar toen de zon zelf opkwam was dat al weg. Het idee van ‘opstaan voor zonsopkomst’ en de dag vanaf the very beginning meemaken woog gelukkig zwaarder dan de foto’s. We zetten de auto even stil om te ontbijten, maar holy shit wat is het koud ’s morgens, dat ontbijten gebeurde dus gewoon ín de auto. Alleen toen ik erachter kwam dat er slapende bijen op de lavendelplanten zaten die zich uitermate goed lieten fotograferen, negeerde ik de bijtende kou (ik had niet zoveel aan) even. Als je ervoor kiest met een diafragma van 2,2 te werken voor de sfeer is het lastig om de bijen op elke foto perfect scherp te krijgen, en sowieso zat ik er een beetje onstabiel bij, maar de foto in dit artikel is één van mijn favorieten van de vakantie.

De rit was verder super indrukwekkend. Mijn ouders hadden iets moois uitgestippeld en dus klommen we in de auto steeds verder de berg op, haarspeldbochten met af en toe een uitzichtpunt (waar ook wel eens een random camper stond). Het was misschien half zeven, er was nog niemand op de weg en de uitzichten, de uitzichten. En de echo’s van zo’n berglandschap. Vroeger vond ik het prima om gewoon in Nederland op vakantie te gaan, maar misschien is het toch een gevalletje ‘je weet niet wat je mist’, want ik kan er nu enorm van genieten om nieuwe, onbekende delen van de wereld te zien. Zo mooi (en nog steeds koud, want je zat hoog) dat het niet te bevatten was. Vastleggen op foto was dan ook een uitdaging, maar ik vind dat ik er deze keer nog redelijk in geslaagd ben. In elk geval haalt het voor mij het gevoel terug.

Toen we ‘klaar’ waren en alleen nog via de normale weg terug naar de camping moesten kon ik me eindelijk overgeven aan mijn moeheid en in slaap vallen, want als je vroeg opstaat en daarna gelijk weer gaat zitten hakt het er toch wel in. Gelukkig hadden we onderweg al wat gebakjes ingeslagen en konden we onszelf om 9:00 gelijk van een sugarrush voorzien, werkt altijd. Terwijl we rustig aan onze gebakjes zaten, kwam de kat die op de camping rondliep en we al eerder even hadden geaaid rustig bij ons liggen. Ze bleek super aanhankelijk en mensengewend – je kon d’r gewoon oppakken en knuffelen – maar ook erg mager, dus gaf mijn moeder d’r een blikje leverpastei dat gelijk werd verorberd. Daarna ging ze natuurlijk al helemaal niet meer weg, maar wij hadden toch echt andere plannen en gingen richting het zwembad voor een verfrissende duik.

In het zwembad werd gezwommen, gehangen en gelegen, maar ook gefotoshoot. Dit zwembad zag er behoorlijk buitenlands en sjiek uit en bovendien was er niemand, dus hebben we er de nodige kiekjes geschoten. Mijn duffe kop kon ik mooi verbergen achter een zonnebril en met een hoop strenge aanwijzingen van mijn kant is er zelfs nog een fatsoenlijke foto van mij uitgekomen. Knalblauw water, exotische planten, zonnebril, streepjesbikini, druppeltjes water op een redelijk bruine huid; ik vestig niet graag de aandacht op foto’s van mezelf (vraag maar aan de mensen aan wie ik mijn vakantiefoto’s heb laten zien, het is gewoon raar om te zeggen ‘nou, en dit ben ik’ dus ga ik er meestal maar snel voorbij) maar ik wil wel graag even bevestigen dat het plaatje hier toch redelijk klopt. Mijn moeder dwong me om met nat haar op de foto te gaan, dus ging ik voor de eerste en laatste drie keer in de vakantie onder water omdat ik er gewoon een beetje een hekel aan heb. Mijn vader presteerde het zelfs nog dit heuglijke feit vast te leggen en nouja, daarna was mijn stemming ongeveer zoals op de foto met mijn zus, tijd om een dutje te doen aan het zwembad dus.

De rest van de middag haalde mijn zus slaap in in het bed van de caravan (anders zou ze de hele avond chagrijnig zijn), verdwenen mijn ouders naar de forelvijver even verderop en was ik dus heerlijk alleen. Mijn vader kwam terug met twee forellen die we die avond ook daadwerkelijk op hebben gegeten, en hoewel we allemaal een beetje verwachtten dat ze naar grond zouden smaken waren ze oprecht héel lekker. Net zoals de patat van de camping. Oh, en raad wie er ook wel trek had in een visje… De kat. Het enige wat ik zeg: take note of that cat. 

 

PS: Euforiemomentje toen m’n beste vriend die morgen een selfie stuurde tijdens zijn dagelijkse ronde ochtendkranten maar dan volledig in regenpak en ik kon reageren met een zwembadfoto en de enige reactie ’tering’ was. Dacht ik ook.

In het kader spontane acties: Lille

Het is maandagavond 22:15 als er tussen de berichtjes met minder boeiende dingen opeens de vraag ‘Ga je mee naar Lille morgen?’ zit in het gesprek tussen Niels en mij. Een week geleden concludeerden we nog dat we die excursie en de stad vorig jaar eigenlijk behoorlijk saai vonden, maar nu we allebei geen herkansingen hadden op woensdag en er nog plekken vrij waren tussen alle vwo en havo 4’ers met Frans en/of kunst – voor wie de excursie eigenlijk bestemd was – was het aanbod wel heel verleidelijk. Ik had eigenlijk al plannen vaststaan met een andere vriend, maar dat kon elke willekeurige andere dag ook nog en een gratis dagje Lille niet. Bovendien zou Niels niet gaan als ‘ie geen gezelschap had en dus was het enige mogelijke antwoord ‘ja’ – ook al betekende dat dat ik de volgende dag om 7:15 op de fiets moest zitten. Ville de Lille it was.

Zodoende slenterden we dinsdag van 11:00 tot 17:00 met camera’s door de straatjes van Lille. We begonnen in een kerk (waar ze Amen-/Hallelujah-muziek draaiden, in tegenstelling tot elke andere oude kerk waar het gewoon muisstil is), waarna we al snel terecht kwamen in de hemel a.k.a een patisserie met perfecte taartjes waar je alleen al een uur zou kunnen staan voor de geur. De chocolade éclaire die we daar kochten werd na een fotosessie bij de fontein (wat wil je als er een tasje én een doosje met een strikje omheen zit?) met liefde opgegeten in de zon en het was zeg maar niet bepaald het laatste eten wat er die dag is gekocht; bij wijze van lunch rekende ik een heel stokbrood af voor €1,10 (zo lekker dat beleg overbodig is), toen we bij een koffietentje genaamd Notting Hill naar de wc wilden moest je per se iets kopen en aan het eind van de dag waagde ik mijn leven in de drukke McDonalds voor een McChicken. In de tussentijd bezochten we nog een kerk, spotte Niels drie auto’s waaronder een S-klasse Mercedes waarvoor we eerst drie straten moesten lopen ‘omdat ‘ie hier ergens in de buurt geparkeerd moest staan’ – gelukkig snap ik de sport een beetje en had ik er zelfs geen moeite mee als ik zijn tas in m’n gezicht gedrukt kreeg als er weer wat langsreed – en eindigden we de dag weer in die patisserie om nog een übervrouwelijk taartje te kopen voor onze ex-Frans docente (en mijn PWS-begeleidster) als bedankje.

De temperatuur in de bus lag op de terugweg zo hoog dat de airco uitging omdat de motor anders overhit raakte (#firstthingsfirst), maar we made it home en het was het waard. Echt veel hebben we niet gedaan, maar ondertussen waarderen we Lille wel een stuk meer en een dagje door een stad lopen afgewisseld met chillen in het park/bij de fontein en ondertussen tan lines kweken en veel te veel lachen en praten is altíjd goed. Zeker als je er een hoop fijne foto’s aan overhoudt.

(meer…)

Photography: sweet sixteen

Goed, ik zei gisteren al dat dat niet het laatste was wat jullie over mijn verjaardag zouden lezen en vandaag maak ik die belofte waar. Ik heb ondertussen geleerd dat als ik denk ‘oh, dat deel ik later wel’ het er uiteindelijk helemaal nooit meer van komt en dat zou zonde zijn, want zeker op deze grauwe maandag zijn wat zonnige foto’s altijd welkom (toen scheen de zon namelijk nog ja…). Een groot voordeel van jarig zijn is dat iedereen voor de verandering op je wacht als je foto’s maakt, dus daar heb ik even gebruik van gemaakt toen de taart werd aangesneden en van onze verbouwde garage kon ik moeilijk géén foto’s maken na het werk dat erin zat, haha. Bovendien werd ik stiekem gewoon heel blij van die gekleurde LED-lampjes, de lampjes en de slingers. Ik geniet nog even na van een fijn (Hemelvaarts)weekend!

Een zaterdag van zogenaamde zomer

Zaterdagmiddag, half twee. Na een hoop dagen waarop het ongetwijfeld warm aanvoelde als je met haast ergens naartoe fietste, maar het veel te fris was om ook daadwerkelijk buiten te gaan zitten in de tuin en ik mijn tijd dus voornamelijk binnen had gespendeerd, was de zon opeens verrassend aanwezig. Dat merkte ik op toen ik in de tuinstoel in de tuin zat met een boek omdat mijn moeder me op het hart gedrukt had ‘dat dat goed voor me zou zijn’ (iets met vitamine D en vooral veel overbezorgdheid van haar kant nadat ik de kachel aan had gezet op mijn kamer). Niet veel later besloot ik zelfs dat het toch echt té warm werd en dus lag mijn zwarte broek binnen no time over de rugleuning van een eettafelstoel in de huiskamer. Dan zijn die véél te lange hemdjes van H&M Divided toch nog ergens goed voor. Toen een vriend me, na het zien van een Snapchat van mijn blote benen, vroeg ‘wat ik dan wel niet ging dragen in de zomer’ als ik het nu al zo warm vond, keek ik even raar op. Was het echt nog geen zomer dan?

Natuurlijk wist ik dat stiekem wel, maar ik waande me liever even in een zorgeloze, zonovergoten zomervakantie. Omdat dat precies was wat ik nodig had. De zomer bestond in het boek dat ik las en waarvan het plot zo flinterdun is als een luchtig zomerjurkje – ik had iets meer inhoud verwacht, maar niets bleek minder waar; gelukkig is het toch nog prima leesvoer -, in de overduidelijke barbecuegeur rond middaguur, in het motorritje dat ik achterop pappa’s nieuwe motor (een Honda VFR) maakte waarbij mijn hoofd volledig leeg waaide met 130 kilometer per uur op de snelweg, in de zomerse kleuren van de groentes, in mijn benen die ik eigenlijk al verrekte bruin vond (nadat ik de foto’s iets bewerkt had), in de zon die een gouden gloed wierp over de voorbij gegleden dag. Pas toen de zon, gepaard met helderrood, onze kant van de hemel definitief verliet en ik er maar een glimp van opving omdat overal bomen en huizen stonden die mijn uitzicht belemmerden, realiseerde ik me dat ik nog niet op een of andere verre vakantiebestemming was.

Gelukkig had ik toen een zelfgemaakte kwarktaart en een slechte (kerst)film als troost, en een hoop foto’s als herinnering aan deze so-called summer Saturday.