De jongste thuis

Mijn zus werd geboren in 1996 en tweeënhalf jaar later, in mei 1999, kreeg ze er een zusje bij. Hoewel ze ouder is dan ik, denk ik eigenlijk dat voor ons allebei (en dus niet alleen voor mij) geldt dat we ons niet kunnen voorstellen hoe het ‘zonder’ is: heel veel scherpe herinneringen heb je natuurlijk niet van je eerste twee à drie levensjaren. Ik weet dat ze me pas voor het eerst vast wilde houden toen ik al een maand of drie oud was en daar is dan ook een historische foto van waar ik er alsnog heel onhandig bij hang, maar verder hebben we eigenlijk altijd goed op kunnen schieten met elkaar. Van mijn eerste levensjaren herinner ik me dan ook vooral eindeloze middagen spelen met de barbies die langzaamaan overliepen in een computeruurtje na schooltijd, waarbij ik altijd op de grote computer wilde en zij op de laptop. Vooral als kind, als je nog niet echt de zelfstandigheid hebt om zelf iets te ondernemen, is het ook gewoon heel erg leuk om iemand om je heen te hebben waar je dingen mee kan doen en we deelden dan ook al snel dezelfde belevingswereld. Ik had mijn jeugd niet anders willen zien, maar als ik eraan terugdenk fascineert het me wel eens: hoeveel tijd mijn zus en ik met elkaar doorbrachten en vooral ook hoeveel precies dezelfde interesses we hadden. Hate to break it, maar tegenwoordig zijn mijn zus en ik toch écht wel een wereld van verschil. En misschien dat dat ook wel iets te maken heeft met onze plek in het gezin.

Uiteraard verzin ik dat ook niet zomaar: er is allang onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Sommige onderzoeken komen met uitgebreide beschrijvingen van typische trekken van de oudste, middelste of de jongste, terwijl een enkel ander onderzoek alles weerlegt met het argument dat voorgaande onderzoeken niet betrouwbaar of valide genoeg zijn, maar eigenlijk geloof ik er sowieso wel in. Het zal verschillen per gezin en opvoeding, het verschil zal bij grotere gezinnen misschien wat duidelijker zijn en ik denk niet dat je een stereotype van bijvoorbeeld de oudste uit kunt tekenen (‘Ben je de oudste? Dan zul je wel een goede leider zijn!’), maar een gezin is toch een soort subcultuur waarin je je eigen ‘rol’ aanneemt. En hoewel ik de rol van ‘jongste dochter’ en ‘zusje’ in mijn gezin waarschijnlijk overtuigender speel dan bijvoorbeeld op school, waar deze informatie nou eenmaal een stuk irrelevanter is, denk ik toch dat het in zekere zin doorsijpelt in je persoonlijkheid.

Jongste

(meer…)

De key van je zelfbeeld

Ik ben in het algemeen geïnteresseerd in mensen en hoe ze denken, doen en ervaren, maar er is één aspect aan mensen dat me meer lijkt te fascineren dan de rest, misschien ook omdat het elke keer weer belangrijker blijkt dan je in eerste instantie zou denken. Hoewel ik er volgens mij nog nooit rechtstreeks naar gevraagd heb is het namelijk wél iets waar (goede) gesprekken uiteindelijk vaak over gaan, alsof het een soort fundament is voor je gedrag en gedachtes. En eigenlijk is dat ook precies waar ik in geloof: dat jaloezie voortkomt uit het bang zijn dat iemand anders je niet leuk genoeg vindt (omdat je dat zelf ook niet vindt), dat faalangst te maken heeft met te weinig vertrouwen in jezelf (om onterechte redenen), dat een stukgelopen relatie misschien wel komt doordat je de liefde die je kreeg niet kon ontvangen (omdat je vond dat je het niet waard was). Dat ongrijpbare zelfbeeld dat eigenlijk alles behalve een uitgetekend beeld is en in plaats daarvan meer wegheeft van een bepaalde waarde in je bloed, dat beïnvloedt meer dan je misschien zelf zou willen.

‘Ongrijpbaar’, omdat er vrij weinig logica achter zit. Rationeel gezien zou je misschien een formule kunnen opstellen met een aantal variabelen als je uiterlijk, je IQ/prestaties, de mate waarin je kunt voldoen aan je (basis)behoeftes, je vrienden, de voldoening die je haalt uit je hobby’s en je inkomen: in deze samenleving lijken dat zo’n beetje de ingrediënten te zijn voor een goed gevoel over jezelf en we verwachten vaak dan ook automatisch dat het knappe meisje dat altijd leuke dingen met vrienden doet en ook nog eens goede cijfers haalt allesbehalve onzeker is. Helemaal tegenspreken doe ik dat niet, want het is voor een gedeelte wel hoe het werkt in deze wereld, maar de uitkomst van die formule zou alsnog maar een klein deel uitmaken van de totale waarde van je zelfbeeld. De overige, let’s say, 80% is een stuk minder logisch te benaderen, want als iedereen je leuk lijkt te vinden kun je je nog net zo goed zorgen maken over je stomme opmerkingen. Er zijn zelfs alleen maar mensen die ze horen en er een oordeel over hebben. En die grote vriendengroep of de voldoening die je ergens uit haalt? Die zijn misschien wel meer een gevolg dan een oorzaak van een goed zelfbeeld.

(meer…)