Waarom ik graag jong ben
Als je eens wil zien wat mensen bedoelen als ze het hebben over mijn dodelijke blikken hoef je maar één ding te doen en dat is me tussen neus en lippen door ‘puber’ noemen. Hoewel ik die leeftijd inderdaad heb, vind ik niets erger dan geassocieerd worden met een stelletje hangjongeren dat – bij voorkeur onder een brug – rookt en drinkt, alleen maar ‘omdat het kan’ (of: ‘omdat het niet mag van m’n ouders’). Die mentaliteit heb ik uiteraard ook wel een weekje gehad op m’n twaalfde, maar gelukkig was ik toen nog braaf genoeg om ‘m niet verder voort te zetten. Dat ik tegenwoordig het woord ‘puber’ nog wel eens naar m’n hoofd geslingerd krijg is echter niet omdat ik weet wat ik niét wil, maar juist omdat ik weet wat ik wél wil.
En dat is inderdaad vaak wat anders dan mijn ouders, mijn leraren of de rest van de wereld in gedachten hebben. Door daar vervolgens tegenin te gaan kom je al vrij snel rebels en puberaal over en in mijn ogen kijken volwassenen dan gelijk een beetje op je neer. ‘Laat d’r maar, die is gewoon aan het puberen; dat trekt wel weer bij joh.’ Maar is het eigenlijk niet gewoon heel logisch en vooral goed dat je op een gegeven moment zélf gaat nadenken? Dat je op een leeftijd komt waarbij je jezelf en de wereld wat beter leert kennen en op basis daarvan je eigen mening vormt, in plaats van te doen wat je opgelegd wordt?