De periode in september en oktober waarin ik niet blogde en eigenlijk ook amper aan mijn blog dacht was vrij uitzonderlijk in mijn blogbestaan. Ik win al een geruime tijd geen prijs meer voor meest regelmatige blogger, maar ook in de weken waarin ik heel weinig publiceer vormen zich zinnen in mijn hoofd die ik in een blogpost zou kunnen gieten als ik geen andere prioriteiten zou hebben en denk ik in loze momentjes na over mogelijke concepten. Het lag in mijn verwachtingspatroon dat dat zou slijten als ik een paar weken achter elkaar met alles behalve mijn blog bezig zou zijn, maar waar ik wel positief door verrast werd was dat ik op een gegeven moment ook weer heel graag wél wilde bloggen. Ik wilde inloggen op mijn blogadmin, een nieuwe blogpost aanklikken, foto’s inladen en er dan gewoon even op los typen.
Er zijn in mijn ogen weinig abstractere begrippen dan de tijd. Liefde zou je misschien roepen, of haat; dat zijn allebei heel bepalende begrippen die soms als een roze olifant in de kamer staan, maar ook vaak genoeg ‘gewoon’ in de lucht hangen als de zuurstof die je inademt. Of die in schutkleur onder de struiken liggen, wachtend tot ze zich kunnen openbaren. Bijna iedereen heeft de kwaliteit om the good in een paar seconden van the evil te onderscheiden – of dat nou terecht is of niet – en toch blijft het ongrijpbaar; in tegenstelling tot de tijd. Tijd is te vangen in seconden, minuten, uren. Tijd zijn de concrete cijfers die je op je oplichtende iPhonescherm ziet en de getalletjes waar je agenda van wemelt. Vraag aan een persoon welke dag het is en niemand zal je aankijken alsof je een moeilijke vraag stelt, omdat we allemaal met diezelfde tijd leven.
Zoiets groots en ingewikkelds in een schema gieten maakt het aan de ene kant super overzichtelijk, maar aan de andere kant alleen maar ongrijpbaarder. Er wordt namelijk opeens verwacht dat je tijd allemaal hetzelfde beleeft; aan de andere kant van de wereld mag het dan wel een ander tijdstip zijn, als er bij mij een uur voorbij is geldt daar precies hetzelfde. En als de tijd in mijn verbeelding voorbij kruipt, kan iemand anders zich tegelijkertijd afvragen hoe dat uur zo snel omgevlogen is. Die persoonlijke beleving van tijd vind ik het meest verwarrend. Na zestien jaar kan ik redelijk goed aanvoelen hoe lang – bijvoorbeeld – een halfuur duurt en heeft er zich een soort ritme in me genesteld dat meestal wel goed gokt als ik me afvraag hoe laat het is, maar dat is ook voornamelijk gebaseerd op the usual. Van schooldagen weet ik nu eenmaal hoe ze verlopen omdat ik gewend ben aan het opstaan, de slepende vijftig minuten per vak, de pauzes, de niet altijd even nuttige middag en de avond; misschien ook omdat ik zoveel op de tijd let. Zo gaan er geen tien minuten voorbij bij Latijn dat ik niet op de klok kijk (FYI: ik zit ertegenover en vind de lessen vaak behoorlijk saai, ook al is de docent die we ervoor hebben awesome) en ben ik me thuis eigenlijk ook altijd wel bewust van de minuten dat verstrijken, al is het alleen maar omdat mijn ogen als vanzelf op de digitale tijd rechts onderin m’n computerscherm vallen.
Ik zal me er eeuwig over blijven verbazen hoe mijn geheugen werkt. Hoe ik elke dag weer nieuwe dingen beleef en nieuwe dingen leer en toch nog geen hoofd heb dat overstroomt van informatie, maar juist precies de belangrijke dingen wél onthoud; dat blijft voor mij een raadsel. Als ik er dan bij nadenk, dan realiseer ik me ook hoeveel dingen ik ben tegengekomen in de ruim vijftien jaar die ik hier op aarde rond heb gebracht. Informatie, situaties, nieuwe mensen, emoties; elke dag weer. Het is onmogelijk om alles te onthouden en dat geeft me soms een beetje een unheimisch gevoel. Dat ik dan aan 2010 denk en mezelf helemaal niet meer kan voorstellen als elfjarige, of geen idee heb hoe ik mijn tijd toen eigenlijk invulde. Als ik de foto’s er vervolgens bij pak voelt het nog raarder. Was ik dat? Natuurlijk heb ik toen ook meerdere malen per dag in de spiegel gekeken, maar dat blijft anders dan een volledig beeld van ‘buitenaf’.
Soms weet ik al niet eens meer hoe mensen heetten of eruitzagen die toen belangrijk voor me waren, en dingen die toen heel groot leken vergeet ik nu ook gewoon. Wanneer was die vakantie ook alweer? En hoe zat dat ook alweer met dat huis toen? Het ontglipt me, maakt plaats voor nieuwe ervaringen (herinneringen durf ik niet meer zo snel te zeggen).
Maar momenten, daar ben ik wel goed in. Die blijven hangen. Flarden van gebeurtenissen en fragments of time. Sommige gebeurtenissen die ik toen volop beleefde, zoals vakanties, dagjes weg of simpelweg een heel schooljaar, zijn nu niet meer dan een vage vlek in mijn geheugen. Als je inzoomt zitten die zwarte vlekjes echter vol sterren. Momenten binnenin zo’n gebeurtenis, misschien maar een paar minuutjes, die ik intens beleefd heb. Momenten waarin ik overspoeld werd met gevoelens of er opeens heel veel op me af kwam, waardoor het zoveel indruk maakte dat ik het wel moest onthouden.
Ik heb maar één blik, één zweempje geur of één refrein nodig om opeens weer in die compleet andere wereld te zitten. Een onverwachte throwback naar dingen die toen misschien het meest onbetekenend leken, maar uiteindelijk hun afdruk het meest hebben achtergelaten.
Ik vind mezelf terug in die simpelste momentjes van klein geluk die zodanig zijn blijven hangen dat ik ze zelfs nu nog uit zou kunnen schrijven. Tegelijkertijd herken ik mezelf als de beste in situaties van pijn, twijfel of verdriet, omdat ik die nu nog op dezelfde manier meemaak.
Momenten zijn vaak zoveel puurder en onverwachter dan het geheel. Het verloop van sommige dagen of vakanties ben ik totaal kwijt, maar dan zie ik mezelf alsnog precies op die ene plek zitten, op dat onbeduidende moment. Intens gelukkig, of juist diep ongelukkig. Momenten zijn breekpunten; pieken of dalen waarvan je weet dat het niet lang zo zal blijven. Dingen die je intens beleeft en daardoor blijft onthouden. Ik weet nog precies hoe je keek, wat je deed, wat we zeiden.
En het is waar, die quote over kleine dingen die grote dingen blijken te zijn. ‘… for one day you will look back and realize they were the big things.’ Juist die paar minuten die zoveel indruk bij me achterlieten, vormen me; meer dan ‘de grote dingen’. Mijn leven, mijn persoonlijkheid, is opgebouwd uit momenten. Ja, de meest onverwachte, fragiele, intense momenten. En toch zijn die uiteindelijk de maatstaf voor alles.