Na een onderbreking van een jaar vierden we afgelopen zaterdag weer Sinterklaas op ‘onze’ traditionele manier. Met vier personen is lootjes trekken echt een van de meest geestdodende manieren om het te vieren, dus de ene keer dat we dat deden, verlangden we al snel weer terug naar de gevulde jutezak van vroeger die toen op de patio werd gezet en aangekondigd werd met gebons op de deur. Tegenwoordig houden we die zak gewoon lekker binnen maar door allemaal voor drie personen wat kleine cadeautjes te kopen zit ‘ie alsnog altijd heel erg vol en ik moet toegeven dat ik nog steeds lichtelijk excited raak als ik de hele hoop cadeautjes aan mijn voeten zie liggen naast de salontafel met (chocolade)kruidnoten, pepernoten, chocolade Sinterklaasjes, marsepein en schuimpjes.
Toen mijn rij-instructeur me die morgen in de auto vroeg of we het nog gingen vieren, moest ik alleen wel opbiechten dat ik nog niets aan cadeautjes óf gedichten had. Nadat ik uitgebreid verslag had gedaan aan mijn zus (die toevallig thuis was) over het feit dat ik zowel moest sturen als gassen, remmen, koppelen en schakelen en ook nog in detail had uitgeweid over ongeveer alle gedachtes die ik in dat uur had gehad inclusief bijbehorende handgebaren, ruimde ik eerst mijn kamer op (ja ja, prio’s). Vervolgens raakte ik verdwaald in mijn levensboek dat vooral de verhalen van mij als eigenwijze peuter vertelt, maar ook al mijn klassenfoto’s bevat waar ik ongeveer een halfuur om heb kunnen lachen. Door het gebrek aan een dreigende toetsweek had ik echt een soort ‘niets hoeft, alles mag’-gevoel en dus stond ik uiteindelijk pas om 13:00, na een lunch met mijn zus, in het winkelcentrum. Maar wel met een missie.