Vijfhonderd pagina’s

Ik lees tegenwoordig amper boeken. Dat staat in schril contrast met een jaar of drie (en meer) terug, toen ik gemiddeld makkelijk een boek per week las, maar toen zwom ik dan ook zo’n beetje in de rust en de vrije tijd en bovendien hoefde ik toen misschien één boek per jaar te lezen voor school (die ik dan ook nog eens zelf uit mocht kiezen). Als ik nu begin in een boek mag ik allang blij zijn als ik ‘m uit heb voor de boete bij m’n bibliotheek echt onacceptabel hoog is geworden, maar meestal ben ik ergens op pagina 100 gestrand als ik me realiseer dat dit eigenlijk het moment is om te beginnen aan een verplicht boek. Er zijn weinig dingen die ik meer haat dan twee of meer boeken door elkaar heen lezen (principieel dingetje) en vaak begin ik er dus al niet eens meer aan om puur op eigen initiatief te lezen. In plaats daarvan lees ik wél altijd netjes de vijf boeken per jaar van Nederlands voor ik een leesverslag in elkaar flans en zelfs voor die drie Engelse boeken per jaar maak ik uitgebreid tijd voor ik de toets maak. Want eerlijk? Ik vind lezen nog steeds fantastisch.

Eén van de hoofdredenen waarom ik er tegenwoordig ook geen extra tijd meer voor maak, is dat ik het idee heb dat lezen niet echt in mijn levensstijl past. Dat klinkt misschien raar, maar lezen is nou eenmaal een van de meest afgezonderde en antisociale hobby’s die ik ken; ik kan bijvoorbeeld slecht lezen als de tv of de radio aanstaat in dezelfde ruimte en zelfs met mensen in dezelfde ruimte heb ik al moeite, aangezien die – als ze zelf niet aan het lezen zijn – vaak de neiging hebben om opeens te lachen, iets te laten vallen of een opmerking te maken en me daarbij weer volledig uit mijn concentratie halen. Beneden lezen zit er voor mij dan ook gewoon niet in: het liefst trek ik me terug op m’n kamer, gooi ik een paar kussens op m’n bed en leg ik m’n telefoon op niet storen op m’n bureau voor ik überhaupt aan de eerste bladzijde van een boek begin, omdat ik weet dat het anders toch niet werkt.

Vijfhonderd pagina's (2)

(meer…)

Zomer 2015 in Engelse boeken

Volgens mij was het in de zomer van 2012 dat ik de gok besloot te wagen en voor het eerst een écht, volledig Engels boek mee naar huis nam uit de bibliotheek. Het gevoel van trots toen ik die eenmaal uit had en ‘m nog volledig begrepen had ook kan ik me nog steeds voor de geest halen, haha. In het Engels lezen is een perfecte manier om je woordenschat wat te vergroten of een boek meer te beleven zoals de schrijver ‘m bedoeld had en dus doe ik het (als ik een beetje de tijd heb, soms leest het toch net wat slomer) zo af en toe graag. Alleen al omdat The Rosie Project vier keer beter klinkt dan Het Rosie Project.

The Rosie Project – Graeme Simsion

Boeken3b

Op het moment voor mijn vakantie dat ik in de bibliotheek stond met al een aardige stapel boeken in mijn handen en eigenlijk alleen nog op zoek was naar één – liefst Engels – boek, viel mijn oog op The Rosie Project. Aangezien ik me altijd een beetje onwennig voel ten opzichte het boek met Engelse boeken (onze bibliotheek heeft vooral Sophie Kinsella, Jill Mansell en boeken die me totaal niet aanspreken, terwijl ik vooral Young Adult-boeken wil of in elk geval boeken die ik normaal ook in het Nederlands lees) was ik blij iets bekends te zien en was de keuze snel gemaakt. Die ochtend had ik namelijk de recensie van The Rosie Effect, het tweede deel, gelezen op de blog van Laura en dat vond ik verrassend goed klinken. The Rosie Project gaat over de autistische Don Tillman, die superintelligent is en genetica geeft aan de universiteit. Alleen zijn sociale vaardigheden laten hem een beetje in de steek en dus gaat hij op zoek naar de perfecte partner met behulp van een vragenlijst, totdat hij Rosie tegenkomt. Zij is alles wat hij níet als vrouw zou willen, maar toch is er een klik en bovendien kan hij haar helpen met het vinden van haar biologische vader.

(meer…)