26 november 2015
12 reacties
Afgelopen weekend bereikte ik een soort rustpunt. Het was na de open dag van de universiteit Utrecht (niet erg vernieuwend, hopelijk wel mijn laatste open dag want ik vind het na die vier zaterdagen helemaal mooi geweest) dat ik met mijn vader op de bank van mijn opa en oma belandde aangezien zij een nachtje weg waren en er iemand op de katten, kippen en konijnen moest passen. Op een andere bank in een ander huis heb ik altijd een stuk minder te doen dan thuis en dus heb ik vooral de hoek van de hoekbank in beslag genomen terwijl ik mijn maatschappijleersamenvatting afmaakte en meekeek naar de typische zaterdagavondprogramma’s. Voor de ochtend gold ongeveer hetzelfde: ik had eigenlijk helemaal niet zoveel alternatieve bezigheden naast nog even in bed blijven liggen en dus was dat wat ik deed, het eerste uur van mijn zondag onder de dekens spenderen met het weekoverzicht van Blendle. Toen ik er om half tien toch uitrolde en geen enkele kat behoefte leek te hebben aan een knuffelsessie reed ik, in mijn snel aangeschoten broek en trui en ontzettende ochtendhoofd, met mijn vader weer terug naar huis.
De rest van de zondag bestond uit een goed gesprek met mijn ouders en zus, een verdacht lange douche, Frans woordjes, een kerkdienst en daarna een diner bestaande uit verse pannenkoeken. ’s Avonds hoefde ik een keer niet weg en heb ik nog even twee uur aan mijn PWS gezeten – op de ‘niet zeiken, gewoon doen en beginnen’-manier – waarna ik op de bank plofde voor een aflevering De Ridder met het hele gezin. Het was een heerlijke zondag, zo eentje waarbij de atmosfeer gewoon goed is en je extra tijd aan dingen kan besteden die er doordeweeks nog wel eens bij inschieten, zoals de kerk en familie. Vooral in het najaar vind ik dat heerlijk (en ik droeg toevallig een outfit met een trui én een neplerenjasje eroverheen en dat is in principe zo warm dat het me gelijk deed denken dat het midwinter was), die gezelligheid en ongedwongenheid; vroeger waren zulke zondagen redelijk vanzelfsprekend, maar tegenwoordig moeten we altijd nog wel ergens heen, of zijn we gewoon druk bezig met dingen. Dat was dan ook wat ik me realiseerde toen ik ’s avonds vredig in bed rolde: dit was het soort ultieme ontspanning waar ik de komende week, weken even op moet teren.
(meer…)