Of eigenlijk, Antibes & Cannes. We begonnen de dag namelijk met een ontbijtje op het strand, waar we op het respectabele tijdstip van 10:00 arriveerden. De recentse keren dat ik in zee heb gezwommen waren afgelopen zomer in Scheveningen, een paar maanden daarvoor in Rome en in de zomer van 2014 bij Solrod (Denemarken) en Marseille, maar de laatste keer dat ik zo’n helderblauwe zee heb gezien moet volgens mij in 2008 op Rhodos zijn geweest. Aan de Côte d’Azur hoef je eigenlijk ook niet anders te verwachten, maar toch, dat maakt het geen minder mooi plaatje. Na wat stokbroodjes met jam begaf ik me dan ook al vrij snel naar de zee om een aantal meter pootje te baden en vlak voor we het echt jammer begonnen te vinden dat we geen bikini aanhadden, pakten we onze picknickmand weer in.
De parkeerplaats waar we stonden was bezaaid met palmbomen en ik snapte nu ook direct waarom, het was zelfs ’s ochtends al oprecht warm. In elk geval voor Nederlandse begrippen, want door deze ietwat strompelende zomer was ik niets meer gewend en zeker als je dan in een stad loopt is het even acclimatiseren. Eenmaal in Cannes doken we dan ook al vrij snel een terrasje op waar ik een goed koude cola dronk, daarna slenterden we wat door de stad en langs de haven voor we aan de klim naar boven begonnen. Uiteindelijk zou het een van de vele keren worden dat we ergens omhoog klommen maar elke keer is het uitzicht dat je op zo’n moment hebt op een stad toch weer bizar leuk.
Cannes is verder niet bijzonder: het is bekend geworden om het filmfestival en het is ook een mooie stad, maar het is gewoon niet heel groot en er is verder niet heel veel te doen of te zien. Als je net zoals wij toch in de buurt bent en meerdere steden gaat bezoeken is het vooral leuk om mee te beginnen, omdat het wel de sfeer van de Côte d’Azur ademt en je er zodoende vooral een beetje ‘in kan komen’. Wij zijn er ruim twee uur geweest en dat is, als je geen behoefte hebt om te winkelen of ergens te gaan lunchen maar gewoon een indruk van de stad wil krijgen, genoeg. Op het hoogste punt picknickten we rustig verder met uitzicht op een rood met gele bloemenbank en daarna keerden we terug naar de parkeergarage waar het kwik, needless to say, ondertussen ook sterk was gestegen. Het is des te fijner om je Nikes dan voor Havaianas te verwisselen, in de auto te ploffen en van de airco te genieten.
’s Middags lag ik aan en in het zwembad met Skipping a Beat, een boek waar ik dit jaar al eens eerder aan ben begonnen maar totaal niet uitkreeg binnen de uitleentermijn van de bieb. Daara aten we cassoulet, koken is nou eenmaal geen main activity op de camping, en rolde ik moe maar voldaan mijn tent in.
Het was afgelopen zaterdag, die in het weekend met tijd, toen ik rond een uurtje of elf ’s ochtends het huis weer binnenstapte na mijn rijles, de zon scheen en er plannen gemaakt werden. Er stond sowieso een feestje op de planning maar eigenlijk was het perfect weer om een eerste terrasje te pakken in de stad en mijn ouders waren niet thuis, dus tussendoor naar huis gaan om in m’n eentje thuis te eten terwijl ik ’s avonds dezelfde mensen weer zou zien was niet het meest voor de hand liggend. Het was plannen van het kaliber waarbij je in een gesprek gewoon allerlei ideeën en mogelijke opties oppert en dan vanzelf in een soort flow terechtkomt waar uiteindelijk een plan uit volgt dat volledig gebaseerd is op waar je zin in hebt. Ik geniet dan altijd een soort gevoel van ultieme vrijheid omdat alles mogelijk lijkt te zijn en ik vooral ook nergens door beperkt lijk te worden; niet door schoolwerk, niet door andere mensen in huis waar ik rekening mee moet houden, en ook niet door mezelf. Vroeger zou ik gillend gek zijn geworden als je me tegen het middaguur had verteld dat ik aan het eind van de middag al weg zou gaan in plaats van in de avond, nu lijk ik die hang naar controle een stuk meer kwijt te zijn geraakt.
Van de laatste vijf schooldagen voor de vakantie spendeerde ik er twee in Utrecht, over een paar maanden waarschijnlijk vaker aangeduid als ‘m’n stadsie’ of het immer vrolijke ‘Utka’ dat vooral Roos graag gebruikt. Haar trof ik maandagochtend tegen tien uur onafgesproken, maar wel wachtend op dezelfde trein, op het station en dat was niet zomaar. Afgelopen week was namelijk zo’n beetje de week van de meeloopdagen aan de UU en daar maakten we als twijfelende V6’ers allemaal graag gebruik van. Als ik zonder educatief doeleinde in Utrecht rond had gelopen had ik vooral van maandag – de dag waarop de zon begon aan zijn reeks van zonnige dagen en bijna onophoudelijk scheen – heel veel foto’s gehad, maar ik ben bang dat ik daarvoor nog een andere keer terug moet komen. Maandag en donderdag stonden verder vooral in het teken van Nederlands en Taalwetenschap.
Ik wil eerst even wat kwijt over die laatste en dan vooral hoe ontzettend ontactisch het is om een tiental meiden als ‘groep’ te zien als er nooit een kennismakingsmoment is geweest. Uiteindelijk komt iedereen er vooral voor zichzelf, maar een hele dag in stilzwijgen doorbrengen is ook niet echt ideaal en dus lijkt iedereen altijd te schipperen tussen het opstarten van een enigszins stroef gesprekje en het verkiezen van de net zo ongemakkelijke maar wel makkelijke stilte. Marjolein was er ook, maar ik voelde me toch een beetje opgelaten om over onze ‘eigen’ gespreksonderwerpen te beginnen terwijl iedereen het over studiegerelateerde dingen had. Vooral met eerstejaars studenten heb ik door de dag heen leuke en nuttige gesprekjes gehad en er zaten natuurlijk ook wel wat aardige meiden bij, ik kreeg alleen behoorlijk de kriebels van de brugklassfeer die maar niet weg leek te gaan. Ik wil mezelf niet als ontzettend social beasty presenteren, want er zijn ook altijd momenten dat ik een gesprek zou kunnen beginnen met iemand maar er gewoon even niets voor voel, maar van een groep zeventienjarigen vind ik eigenlijk wel dat je in het algemeen meer sociale vaardigheden mag verwachten. Die kille bende is, hoe weinig het misschien ook met de studie te maken heeft, toch niet heel uitnodigend.
Ik houd van toevalligheden en eentje deed zich afgelopen week voor: we begonnen afgelopen dinsdag in de Fransles met het kijken van de film La Famille Bélier, die ik in mei al in de bioscoop zag met een paar mensen uit mijn Fransklas nadat we iets hadden gegeten bij Happy Italy, en vervolgens gingen we op donderdag weer met bijna dezelfde mensen naar Happy Italy om daarna naar het toneelstuk te kijken dat twee klasgenootjes hebben geschreven en geregisseerd voor hun PWS. Misschien was dit a bit too much of a spoiler voor de rest van het artikel (ik bedoel hé hallo, dit was de eerste zin nog maar) maar ik kon het niet laten om er even melding van te maken omdat het er wel voor zorgde dat ik extra veel zin in mijn donderdagavond had, als een soort tweede versie van die dinsdagavond op de Kop van Zuid. Soms heb je dat gewoon, van die avonden die in elke vezel van je lijf goed voelen en je je een paar maanden later nog steeds herinnert en dat was zo’n avond.
Het was ergens onder een saaie geschiedenisles dat Veerle me appte of Julia en zij Fleur voor haar verjaardag een fotoshoot bij mij cadeau konden doen. Ik reageerde gelijk vrij enthousiast met een ‘ja sure!’, want ondertussen weet ik dat drie vriendinnen die weinig moeite hebben met je camera en toch altijd wel lachen en praten standaard leuke plaatjes opleveren. De locatie was ook al snel geregeld, want Fleur is nogal Rotterdamgek (dus niet roepen dat de Erasmusbrug onorigineel is, het was met opzet) (en al ZEKER niet De Zwaan en de Erasmusbrug door elkaar halen want dat vind ik zelfs ik erg). Ik heb vooral bergen met foto’s geschoten en zij vooral veel gelachen en geknuffeld en gepraat en dat is eigenlijk hoe ik het het liefste zie. Soms is het een beetje onhandig omdat de kans super groot is dat iemand met een mond half in een woord verwikkeld op de foto staat terwijl de andere twee er absolutely flawless uitzien, maar over het algemeen is het wel het meest oprecht en ik vind het dan ook heerlijk om te merken hoe er honderdduizend inside jokes zijn en zo’n vriendschap de wereld weer een stukje mooier maakt. Natuurlijk zie ik zelf ook nog van alles dat beter kan aan mijn foto’s, maar ik moet zeggen dat ik over het algemeen gewoon wel blij word als ik door de ‘V5Angels’ (zoals ze zichzelf gedoopt hebben)-map scroll op mijn laptop en daarom wilde ik jullie wat goede vibes op de zaterdag ook niet onthouden. Love a little more & laugh a little harder.
Ze intrigeren me. De flats in pastelkleuren – of felle kleuren die in de loop der jaren flets zijn geworden, wie zal het zeggen – die optimisme veinzen. Veinzen ja, want als ik erlangs loop, valt het me elke keer weer hoe de verf afbladdert en de helft van de kelderruitjes voorzien is van een netwerk aan barsten. Op de krappe balkons, die uitkijken op de luxe appartementgebouw ertegenover, staat vaak een enkele stoel en soms een schotel voor buitenlandse ontvangst. Uit sommige kamers klinkt reggae, op een enkel balkon staan een paar mannen een sigaretje te roken. Ik vraag me af of het leven anders is in zo’n flat, anders dan in mijn keurige rijtjeshuis dat dan misschien wel grenst aan deze wijk, maar er vooral een groot contrast mee vormt. Wat vieren zij eigenlijk op 5 mei? Dat Nederland, het land waar ze misschien wel gewoon geboren en getogen zijn, bevrijd is en nu al 70 jaar een vrij land is waar ze met plezier in wonen? Of vieren ze dat ons land vrijheid aan hen biedt, omdat dat in hun eigen land niet vanzelfsprekend was?
Misschien vieren ze wel niets, omdat ze zich juist gevangen voelen in een land dat niet hun moederland is. Misschien moet Bevrijdingsdag voor hun gevoel nog komen, als ze weer kunnen wonen waar ze willen. Ik denk er nog steeds over na als ik over het zebrapad loop en de flats uit het oog verlies. Ze geven letterlijk en figuurlijk kleur aan de wijk. Nu nog wel in elk geval, want in het bestemmingsplan van 2016 zijn ze niet meer opgenomen.