Er was een tijd dat ik het niet zo met Nederlandse boeken had, omdat ik ervan overtuigd was dat de Nederlanders niet zulke schrijftalenten waren. Onzin. Ik vind de Nederlandse taal nog altijd geweldig en als je even goed zoekt, kun je boeken vinden die die taal perfect benut hebben (geen kromme vertaalde zinnen, yesh). In de zomer waren drie van de acht boeken die ik heb gelezen onvertaald Nederlands, van absurd tot spannend tot realistisch.
De gloriedagen van Walter Gom – Marcel Vaarmeijer
Eén ding: ik ben van Walter Gom gaan houden. Echt heel erg. Misschien niet zo zeer van het personage als wel van de hele wereld om hem heen, even absurd en hilarisch. De gloriedagen van Walter Gom staan in het teken van de 26-jarige Iris Hauser, zijn bovenbuurvrouw, en hun adviesbureau BIB (Briljante Ideeën Bureau). Walter Gom is vrij onaangepast, heeft nooit een school afgemaakt en is door zijn moeder – toen zij niet meer voor hem kon zorgen – op een appartement boven Iris gestopt, waar hij eten bezorgd krijgt door zijn butler. Walter komt niet buiten, Walter maakt de wereld mee door zijn tv. Maar Walter heeft wel geniale adviezen, zo ontdekt Iris (die per toeval een keer in zijn appartement belandde omdat ze dacht dat het nog leegstond).
Volgens mij was het in de zomer van 2012 dat ik de gok besloot te wagen en voor het eerst een écht, volledig Engels boek mee naar huis nam uit de bibliotheek. Het gevoel van trots toen ik die eenmaal uit had en ‘m nog volledig begrepen had ook kan ik me nog steeds voor de geest halen, haha. In het Engels lezen is een perfecte manier om je woordenschat wat te vergroten of een boek meer te beleven zoals de schrijver ‘m bedoeld had en dus doe ik het (als ik een beetje de tijd heb, soms leest het toch net wat slomer) zo af en toe graag. Alleen al omdat The Rosie Project vier keer beter klinkt dan Het Rosie Project.
The Rosie Project – Graeme Simsion
Op het moment voor mijn vakantie dat ik in de bibliotheek stond met al een aardige stapel boeken in mijn handen en eigenlijk alleen nog op zoek was naar één – liefst Engels – boek, viel mijn oog op The Rosie Project. Aangezien ik me altijd een beetje onwennig voel ten opzichte het boek met Engelse boeken (onze bibliotheek heeft vooral Sophie Kinsella, Jill Mansell en boeken die me totaal niet aanspreken, terwijl ik vooral Young Adult-boeken wil of in elk geval boeken die ik normaal ook in het Nederlands lees) was ik blij iets bekends te zien en was de keuze snel gemaakt. Die ochtend had ik namelijk de recensie van The Rosie Effect, het tweede deel, gelezen op de blog van Laura en dat vond ik verrassend goed klinken. The Rosie Project gaat over de autistische Don Tillman, die superintelligent is en genetica geeft aan de universiteit. Alleen zijn sociale vaardigheden laten hem een beetje in de steek en dus gaat hij op zoek naar de perfecte partner met behulp van een vragenlijst, totdat hij Rosie tegenkomt. Zij is alles wat hij níet als vrouw zou willen, maar toch is er een klik en bovendien kan hij haar helpen met het vinden van haar biologische vader.
Eigenlijk was ik in deze paar dagen van afwezigheid op mijn blog vooral bezig met school en de toetsweek, maar daarover later meer (al ben ik bang dat er ook nog wel meer dagen van afwezigheid komen). Wat ik namelijk ook deed was Kingsman: The Secret Service kijken, vorige week vrijdag toen het zo ontzettend heet was en ik met een aantal vrienden na een zonnige barbecue in de tuin op de bank in de huiskamer belandde, en toen ik me later die week realiseerde dat mijn acht biebboeken al bijna een maand geleden terug hadden gemoeten besloot ik Split van Swati Avasthi ook maar heel snel uit te lezen. Mijn strategie van een paar maanden geleden was ‘niet aan boeken beginnen, want je hebt toch geen tijd om ze te lezen’, tegenwoordig begin ik er gewoon aan en dan is de kans veel groter dat ik er uiteindelijk toch tijd voor vrijmaak. Dat is eigenlijk wel zo prettig, want ik ben geen persoon die zonder boeken zou moeten leven – iets dat Split ook weer even bewees. Voor Kingsman geldt ongeveer hetzelfde, want daarvan keek ik het laatste halfuurtje dat ik op die bewuste vrijdagavond nog niet had gezien alsnog terug op zondagavond en dus vind ik het tijd worden dat ik er hier wat meer over zeg.
Ik kijk regelmatig films met vrienden (als in: jongens) en dus ben ik in de afgelopen twee jaar al een heel aantal keer afgeweken van het standaard type romcom of chickflick. Van die films geniet ik nog steeds, maar ik wissel ze nu regelmatig af met films die echt een sterk verhaal vertellen (Boyhood, La Famille Bélier) en dit soort actiefilms. Of nouja, ‘dit soort’: Kingsman is eigenlijk wel vrij uniek. De film vertelt het verhaal van Gary, een Britse straatjongen wiens stiefvader zijn moeder mishandelt, die onder de vleugels van Harry Hart wordt genomen vanwege een ‘niet-ingeloste’ oude schuld (die overigens geen rol speelt in het verhaal, het is gewoon om de logica aan te duiden). Harry Hart is een agent bij een geheime organisatie en leidt Gary ook op tot geheim agent, precies in het tijdperk waarin de wereld wordt bedreigd door een IT-genie met kwaadaardige bedoelingen (die overigens gespeeld wordt door Samuel L. Jackson, natuurlijk).