Het is tijd om trots te zijn – en dankbaar
‘Waar ben je trots op?’ is een vraag die vaak gesteld wordt als mensen meer over elkaar te weten willen komen, naast alle standaardinformatie en uiterlijke informatie die ze al van elkaar weten. Dat is best logisch, want in onze cultuur is het een beetje not done om zomaar te verkondigen dat je ergens trots op bent en dus is het inderdaad een stukje ‘extra’ informatie. Juist omdat we vaak niet echt praten over de dingen waar we trots op zijn, beantwoorden we die vraag vaak al snel met een makkelijk en ondoordacht antwoord als ‘mijn VWO-diploma’ of een andere mijlpaal in je leven.
Daar trots op zijn lijkt me hartstikke gezond. Ik denk dat ik mezelf ook wel een denkbeeldig schouderklopje geef als ik over – hopelijk – anderhalf jaar mijn diploma teken en mee naar huis neem. Na zes jaar dag in dag uit naar school, er bijna altijd wel mee bezig zijn en af en toe ook flink voor moeten werken zou ik er toch wel trots op zijn als ik dat uiteindelijk allemaal gefikst heb. Maar stel nou dat jij je hele VWO zevens haalde zonder er echt iets voor te doen, past dat dan eigenlijk nog wel in het rijtje van dingen waar je trots op bent? Dat is meer iets wat je jezelf zou moeten afvragen, want ik heb niets tegen die zevens en bovendien heb je die examens maar wel mooi gehaald, maar écht trots ben je eigenlijk pas op dingen waar je ook echt moeite in hebt gestoken.