What life taught me

Het was afgelopen zomer toen ik me realiseerde dat ik al een tijd niet meer degene was met ‘een probleem’, degene die zich in gesprekken net iets te vaak verontschuldigt omdat ze eigenlijk zelf ook niet precies weet wat ze met d’r gevoelens aan moet en anderen daar niet in mee wil trekken. Ik heb er sowieso een beetje een hekel aan om me zo kwetsbaar op te stellen en ik doe – op een paar goede gesprekken als uitzondering na – dus liever alsof het wél gewoon goed met me gaat, maar de laatste tijd was dat ook oprecht zo. Als ik met mensen praatte die minder goed in hun vel zaten hielp ik ze graag, maar kon ik bijna altijd concluderen dat ik zelf op dat moment veel minder met dat soort dingen strugglede. Natuurlijk betekent dat niet dat ik me nu voor altijd goed voel, maar periodes waarin ik meer het idee heb dat ik mijn leven gewoon op orde heb – in elk geval qua gevoelens – gebruik ik wel graag om na te denken over wat ik heb geleerd van (het) leven. Je weet nooit wanneer je die levenslessen weer in de praktijk moet brengen, right?

What life taught me (1)

What life taught me (2)

(meer…)

INFJ: inspiration to others

De eerste les maatschappijleer begonnen we dit jaar met een persoonlijkheidstest. Die zag ik al aankomen, aangezien de andere klas die les eerder had gehad dan wij en ik er zodoende al een gesprek over gehad met een vriend uit die klas. Ik vind karakters en persoonlijkheden om de een of andere reden gewoon heel interessant; het feit dat niet alleen iedereen er anders uitziet, maar dat iedereen het leven ook op een andere manier beleeft en anders ‘in elkaar zit’ fascineert me. Er zijn in de afgelopen jaren al genoeg analyses bedacht om dat een beetje in beeld te brengen en hoewel je je misschien afvraagt wat het nut daarvan is (ik bedoel, vaak kun je er toch niet echt iets aan veranderen), kan zelfkennis soms gewoon heel erg werken – bijvoorbeeld om je talenten het beste te benutten. Als jij totaal niet iemand bent die goed kan plannen of überhaupt geen leider bent, dan heeft het vrij weinig zin om manager van een grote afdeling te worden omdat je er hoogstwaarschijnlijk gewoon alleen maar ongelukkig van wordt. Dat, terwijl je misschien wel heel creatief bent en op jezelf de beste ideeën hebt.

INFJ

Voor de verandering (oké misschien niet, maar ik kan niet zeggen dat die lessen altijd even boeiend zijn) zat ik dus een keer rechtop in plaats van onderuitgezakt toen mijn lerares het principe van de MBTI (Myers-Briggs Type Indicator) test uitlegde. Ik kende ‘m al wel vaag en het idee is dat je vier keer een keuze hebt uit twee uitersten. Deze keuzes hebben allemaal een letter (en een vaste volgorde) en op die manier zijn er dus zestien verschillende types, allemaal opgebouwd uit vier letters/eigenschappen. Als je het echt goed wil doen moet je gewoon een echte test doen, maar wij kregen telkens beide kenmerken uitgelegd om vervolgens voor onszelf te bepalen welk uiterste het beste paste, starting off met introvert/extravert. Die theorie was mij alleszins bekend omdat ik me er vorig jaar behoorlijk in verdiept heb voor een spreekbeurtje Nederlands en dus was de keuze ook redelijk snel gemaakt, introvert.

(meer…)

Je eigen schuld

Eén van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen van deze tijd is individualisering. ‘Daar kun je bijna elk sociaal probleem mee uitleggen’, aldus mijn lerares maatschappijwetenschappen. Als ’99-er heeft het vrij weinig zin om me uit te laten over alle veranderingen die de aandacht voor het individu met zich mee heeft gebracht, want surprise: ik weet niet beter. Ik ben opgegroeid in deze maatschappij en in zestien jaar is er waarschijnlijk alsnog een hoop veranderd, maar niet zoveel als er in een jaar of veertig, vijftig verandert. Voor mij – en waarschijnlijk ook voor heel veel meer mensen van mijn generatie en iets ouder – is het in zekere zin normaal dat je op zoek gaat naar je eigen geluk, dat je ‘voor jezelf’ kiest; simpelweg dat je je een beetje los zet van anderen en je minder aantrekt van sociale controle (die er vanzelf ook minder is, als iedereen meer voor zichzelf leeft). Dat lokt dingen als criminaliteit en scheidingen uit, maar ik zou me ook niet kunnen voorstellen hoe het zou zijn als de maatschappij voortdurend als een klein dorp waar iedereen elkaar in de gaten houdt zou werken – dat lijkt me eerlijk gezegd enorm beklemmend (maar ik weet natuurlijk niet hoe het echt was, vroeger). De vrijheid om met je leven te doen wat je wil zonder al teveel op je vingers te worden gekeken kan ik eigenlijk wel waarderen.

Je eigen schuld

Maar er is ook een keerzijde aan een maatschappij waarin iedereen zelf zijn of haar eigen geluk probeert te creëren. We zijn gaan geloven in selfmade succes, en daarmee ook in de maakbaarheid van dingen. Ben je ziek? Joh, dan moet je even langs de huisarts/chiropractor/fysio, die heeft het zo voor je opgelost. Loopt je relatie slecht? Weet je dan wel zeker dat je er genoeg moeite in hebt gestopt? En, oh, je staat op het punt om je studie niet te halen? Jammer, maar misschien had je dan wat eerder moeten beginnen; wat beter moeten plannen. Mensen vertellen je graag hoe hard zíj wel niet voor iets gewerkt hebben en dat alles mogelijk is als je je er maar voor de volle 100% voor inzet. Zodoende betrap ik mezelf er ook wel eens op dat ik naar bijstandsmoeders kijk die de eindjes net aan elkaar kunnen knopen en bij mezelf bedenk hoe graag ik wil dat mijn leven er niet net zo uit komt te zien. Een villa met Audi hoeft echt niet per se, maar een groot genoeg huis in een fijne buurt en vooral zo weinig geldzorgen dat ik gewoon op vakantie kan en mijn kinderen – als ik die heb – zo kan opvoeden als ik wil zonder me beperkt te voelen door mijn budget, dat lijkt me toch wel fijn en ook een reden om geld te stoppen in een vervolgopleiding.

(meer…)

Mag ik je toevallig tegenkomen?

hii

Mijn leven bestaat uit mensen. Mensen en een hele hoop andere dingen, zou je kunnen zeggen, maar vooral ook die mensen, waarmee ik op verschillende manieren verbonden ben. Sommige mensen zijn misschien eigenlijk niet meer dan opvulling, een soort achtergronddecor: de mensen die elke dag op dezelfde tijd als ik op hetzelfde fietspad fietsen maar waar ik de naam, laat staan het verhaal van weet of die het geroezemoes veroorzaken dat ik op mijn beurt weer probeer te overstemmen in de pauzes in een poging een fatsoenlijk gesprek met vrienden te voeren. Af en toe stel ik me voor wat een totale en vooral onoverzichtelijke chaos het zou worden als alle mensen in een schema zouden worden gezet en iemand lijntjes zou trekken tussen de verschillende personen, inclusief bijbehorende uitleg. Zelfs nu weet ik al van minimaal vijfhonderd mensen hun naam en een stukje van hun leven en dan ben ik nog niet eens verder gekomen dan twee scholen, één woonplaats en zestien jaar.

(meer…)

When love dies

Liefde is iets bijzonders. Dat is misschien een beetje een open deur om in te trappen aan het begin van een artikel, maar het is wel één van de belangrijkste dingen die ik wil benadrukken. Liefde bestaat in veel vormen; niet alleen in die ene hopeloze verliefdheid, maar ook in de band die je met vrienden hebt, met goede bekenden en mensen die je vaak en veel om je heen hebt en waarbij je – zonder het ooit uitgesproken te hebben – weet dat je voor elkaar op zou komen, dat je elkaar niet zomaar zou laten vallen, dat je altijd welkom bent. Ik denk dat de warme sfeer tussen personen die ervoor zorgt dat je je schoenen uit schopt en je benen onder je trekt in zekere zin ook liefde is, en dat diezelfde liefde ervoor zorgt dat je ogen gaan stralen. Liefde is wat mensen, hoe verschillend soms ook, onderling toch verbindt, door een bepaalde genegenheid of gedeelde herinneringen.

Vaak genoeg is liefde niet alleen iets veiligs, maar ook iets intiems en persoonlijks. Je stelt je open voor en bloot aan iemand op een manier die je in het dagelijks leven niet altijd gebruikt. Liefde laat harten sneller slaan, maakt blind en doet vluchten, maar is bovenal vaak heel puur. En intens. Maar ondanks dat – of misschien juist daardoor – is liefde tussen mensen ook heel vaak niet voor altijd. De magische momenten die je een gevoel geven van een toekomst zonder einde en vooral zonder ‘zonder’ in het algemeen zijn uiteindelijk vaak maar momenten, kleine stukjes van je leven die zich in je geheugen hebben genesteld maar hun verdere uitwerking gemist blijken te hebben. De vriendin met wie je je hele middebareschoolcarrière twee handen op één buik was weet nu niets meer van je, behalve de dingen die je op Facebook zet. Op de bodem van je prullenbak liggen de snippers van een foto van jou en je ex, en hoewel je elke keer bij het legen van je prullenbak per ongeluk expres probeert om een paar snippers te behouden, raken ze nu toch langzaam op. Herinneringen, personen en momenten zijn samen met de liefde die je toen voor ze voelde ingelijst en prijken aan de muren van je bestaan, maar wat voor nut dienen ze eigenlijk nog? Where does love go when it dies?

IMG_7452c

(meer…)

Niemand kent me zoals ik dat doe

Er is iets wat me opvalt aan het leven. Na een jaar of zestien zou je zeggen dat je wel een beetje gewend bent aan hoe het er hier op aarde aan toegaat, maar ergens in mij zit nog een stukje kinderlijke verbazing en sowieso denk ik graag na over dingen, waardoor ik af en toe opeens tot misschien logische, maar ergens ook verrassende conclusies kom. Nu het zomer is en ik vakantie heb is er juist alle ruimte in mijn hoofd om na te denken – iets wat niet altijd even positief is, maar gelukkig heb ik ook genoeg tijd om leuke dingen te doen waardoor ik niet nadenk. Die leuke dingen onderneem ik most of the time met anderen en aangezien iedereen toch vrij is, kom ik ook weer meer mensen tegen die de rest van het jaar niet op school te vinden zijn. Een barbecue met vrienden die je maar heel af en toe ziet is opeens weer een strak plan en als je naar een vriend gaat kun je er net zo goed de hele dag zijn – nu je toch de tijd hebt – en toevallig de rest van zijn gezin ook tegen het lijf lopen. Opeens bedenk ik me dan weer dat het misschien goed is om een idee te hebben van hoe ik over wil komen op mensen; niet dat dat zo ontzettend verschilt van hoe ik echt ben, maar het is een van mijn favoriete onderwerpen om uit te denken omdat ik ervan overtuigd ben dat het ook echt nut kan hebben.

En toch kwam ik al snel tot de conclusie dat de ouders van een vriend me nooit gaan leren kennen zoals die vriend me zelf kent, hoe ik me ook opstel, simpelweg omdat de situatie er niet naar is. Nu heeft dat gelukkig ook niet zo’n prioriteit bij mij, maar zelfs de paar mensen met wie ik op een persoonlijk level close ben (en bijvoorbeeld dus ook over gevoelens vertel, in plaats van de oppervlakkige dingen) gaan me nooit volledig kennen zoals ik mezelf ken. Ook al ben ik vrij open, dan nog is er een heleboel wat je wederzijds (want dit geldt natuurlijk net zo goed voor die ander) niet van elkaar weet of begrijpt omdat je het gewoon niet allebei meegemaakt hebt. Hetzelfde geldt voor de vrienden die ik misschien wel veel zie en spreek in het dagelijks leven, maar waar de gespreksonderwerpen eigenlijk in een geringe selectie aan categorieën te plaatsen vallen. Niet dat daar iets mis mee is: vaak is het hartstikke gezellig en is dat nou eenmaal het gene wat je gelijk hebt en waar je dus over praat, maar ik bedoel maar, zelfs het feit dat je veel tijd met mensen spendeert betekent niet automatisch dat ze je doorgronden.

1

(meer…)

Stay the way you are.

Het werd pas tegen me gezegd. In een Facebookgesprek, en volledig tussen neus en lippen door, maar toen ik de woorden op mijn beeldscherm zag verschijnen kwamen ze om de een of andere reden heel erg binnen. Iemand die er geen behoefte aan had dat ik nog net iets meer ging lijken op de rest van zijn/haar vrienden – hoe leuk ‘ie die ook vindt -, maar juist graag wilde dat ik bleef zoals ik was, ‘cause this is really awesome’.

Daarmee gaf ‘ie onbewust antwoord op een vraag die vaak bij mij (of mijn onderbewustzijn, eigenlijk) rijst als ik in een groep ben. Als individu functioneer ik namelijk prima en zelfs zonder veel onzekerheden, maar zodra ik met een heel stel andere mensen ben vraag ik me toch af of ik me niet wat meer aan zou moeten passen, of op de rest zou moeten lijken. Dat gaat aan de ene kant altijd al vanzelf als je in een bepaald gezelschap bent – met sommige vrienden praat ik nou eenmaal over heel andere dingen dan met andere vrienden en daar horen ook bepaalde andere waarden en (gedrags)normen bij – en zo meng ik me dan ook altijd vrij gemakkelijk in groepen, gewoon een kwestie van sociale vaardigheden. Maar mijn grote analytische vermogen (en mijn liefde tot analyseren) leidt er vaak toe dat ik toch probeer te achterhalen wat die groep nou een groep maakt; wat mensen gelijk hebben en waarin ze op elkaar lijken.

flufffy

(meer…)

Als ex-fysiopatiënt

Ik moest er opeens aan denken toen ik op de bank bij mijn manuele therapeut lag. Tijdens die sessies – waarvan de derde zin standaard ‘Nou, doe je kleren maar uit’ is en ik dus altijd heel netjes, als uitzondering op alle andere dagen, matchend ondergoed draag – voeren we af en toe wel een kort gesprekje, maar het grootste gedeelte van de tijd wordt mijn neus een beetje platgedrukt door mijn armen die op elke andere manier in de weg liggen en is het dus gewoon stil omdat het nou eenmaal niet écht gemakkelijk praat. Ik vind het nooit erg, want mijn sessies zijn vaak strak aansluitend op mijn schooldag gepland en dan kan mijn hoofd vaak wel wat rust gebruiken. Zodoende vroeg ik me, terwijl mijn manuele therapeute ondertussen maar weer eens bewees dat dat stukje huid naast je ruggenwervels echt extréem gevoelig is, opeens af hoe mijn fysiotherapeute nou ook alweer heette.

arm2

Hoewel dat een vrij willekeurige gedachtesprong is, kwam het ook weer niet totaal uit de lucht vallen: op weg naar mijn manuele therapeute fiets ik ongeveer langs het gebouw van mijn (ex-)fysio en bovendien lig ik nog altijd voor dezelfde reden één keer in de twee maanden op die bank daar. In maart 2013 viel ik na zeven jaar vlekkeloos paardrijden van een paard genaamd Trouble dat nét iets te hoog was en nét iets te hard ging om gelijk weer heelhuids op te staan na mijn ontmoeting met de grond. Een uur later maakte ik mijn debuut als patiënt in het ziekenhuis en in de verdere week leerde ik hoe het voelt als je zoveel pijn hebt dat je er gewoon misselijk van wordt, dat ik toch écht geen pillen kan slikken, wat pijnscheuten van een gebroken bot(vlies) inhouden, hoe onwijs onhandig het is om alleen over een wc-bezoekje al tien minuten te doen en kortom: hoe fijn een gezond lichaam is waar je gewoon alles mee kan en geen pijn aan hebt.

(meer…)