Seventeenth

Ramvol maar dan nog net op een lekkere manier. Toen ik aan het begin van het schooljaar begon met inlezen voor mijn profielwerkstuk over geluk kwam al vrij snel aan de orde dat voldoening en flow onder andere superbelangrijk is, sterker nog: je kan zelfs average gelukkig zijn als je weinig positieve emoties, maar wel heel veel voldoening ervaart. Gelukkig heb ik altijd wel dingen te doen en ik voel me dan ook op elke willekeurige dag sowieso wel een moment voldaan, al is het alleen maar omdat ik naar school ben geweest of een mailtje heb verstuurd dat al even in m’n hoofd spookte. Voor rasechte voldoening heb ik echter deadlines nodig. Het zit namelijk zo dat dingen zonder deadline gewoon minder ruimte innemen in m’n hoofd en dus ook minder opluchting veroorzaken als ze af zijn. Ik vind het bijvoorbeeld ook fijn als ik de laatste regel van een blogpost typ, maar daarbij geldt niet dat ik een bepaalde deadline gehaald heb en uiteindelijk had ik het ook eerder kunnen doen, of later, dus het hele ‘you made it‘-aspect is daarbij vrijwel afwezig. Het is niet per se een moeilijke of uitdagende taak boven m’n niveau en daarom is voldoening niet de hoofdemotie.

IMG_3841b

IMG_3828b

(meer…)

Life improvement tag

Tags vul ik eigenlijk alleen nog in bij hoge gratie. Bij het beantwoorden van voorgeschreven vragen die ook al heel veel anderen hebben beantwoord voel ik me namelijk altijd een beetje van m’n authenticiteit en schrijversvrijheid beroofd en daarom doe ik er alleen nog eentje als ik ‘m gewoon wél heel leuk vind (en zeker weet dat ik veel kan schrijven wat nog niet door anderen is geschreven). Hoewel ik eigenlijk helemaal niet per se een plannings- en lijstjesmeisje ben, vond ik de life improvement tag wel een mooie en toen Lisa me ook nog tagde kon ik er natuurlijk al helemaal niet meer onderuit. Zondagochtend, life improvement!

Wat is je droom: wat wil je bereiken in je leven?

Over gelukkig zijn heb ik de laatste tijd genoeg geschreven, dus dat ga ik hier even niet aandragen. Ik weet nog niet precies waar mijn leven heen gaat, maar het lijkt me gewoon heel erg vet als ik een studie doe waarbij ik echt het gevoel heb dat ik me kan ontwikkelen en dat ik er wat mee kan, zeg maar. Voor nu zou ik ook zeggen dat ik een leuke studententijd wil hebben, aangezien dat de eerstvolgende periode is in mijn leven. Uiteindelijk vind ik het wel belangrijk dat ik een leuke baan heb, omdat ik mezelf gewoon niet het type vind om ‘stil te zitten’ zeg maar. Ik wil minstens één keer in m’n leven een hond hebben en als ik een leuke man tegenkom lijkt het me ook best leuk om een gezinnetje te stichten. Ik wil vooral blijven leren en mezelf blijven ontwikkelen, stiekem ook wel gewoon gelukkig zijn, wat voor anderen kunnen betekenen, met God leven en ook veel investeren in vriendschappen en leuke dingen (en reizen). Stiekem zou ik een mooi huis of een fijne auto op den duur ook niet vervelend vinden maar dat zouden meer extra’s zijn, geen hoofddoelen.

IMG_3521b

IMG_3525b

(meer…)

Flarden van toetsweekgedachten

Bijzonder maar waar: ik leer deze toetsweek maar voor drie van de tien toetsen écht nieuwe informatie. Het is het leed en tegelijkertijd ook het voordeel van het examenjaar dat je voor de vierde keer de ins en outs van de Koude Oorlog uit je hoofd moet leren, de zoveelste toetsen spelling en argumenteren maakt, alles rondom massamedia oprakelt uit de vierde klas en de eerste vijf hoofdstukken van economie (oftewel de basis waar je al drie jaar mee werkt) nog eens grondig moet bestuderen. Ik kan namelijk weinig dingen bedenken die minder uitdagend zijn, maar aan de andere kant haalt het de druk wel een beetje van het hele toetsweekding af omdat de stof eigenlijk amper voor problemen zorgt. In de afgelopen drie dagen maakte ik twee Nederlands toetsjes, Engels, een luistertoets Frans, Latijn en geschiedenis en daarmee dus ook gelijk drie van de meest nerve-wrecking toetsen. Het is een soort toetsweek met een anticlimax, dus.

Processed with VSCOcam with x1 preset

Over dat nerve-wrecking zal niet iedereen het direct met me eens zijn in mijn geval omdat een toets bijna nooit een worsteling voor een voldoende is. Ik leer een heel boek, een paar hoofdstukken of een samenvatting van 20 kantjes uit m’n hoofd en als ik mijn toetsblaadjes voor m’n neus krijg, beantwoord ik de desbetreffende vragen vaak zo dat het gewoon voldoende is. Dat neemt alleen niet weg dat het maken ervan wel veel concentratie, denkwerk en tijd kost zoals vooral bij mijn minst favoriete Latijntoetsen van drie uur inclusief een vertaalstuk van 15 regels; het nerve-wrecking aspect is dat ik van tevoren nooit weet of ik op het juiste moment ook precies het juiste inzicht heb. Dat gevoel is waarschijnlijk niet veel anders dan bij de paar vriendinnen die alles moeten doen voor een zes behalve dan dat de uitwerking bij mij wat anders is en ik gewoon andere cijfers gewend ben (en ‘prima’ of ‘wel oké’ dus ook een heel andere betekenis heeft).

(meer…)

Inside your eyes

Als ik denk aan communicatie in het dagelijks leven, en dan vooral aan vrijwillige communicatie met mensen die ik graag mag, dan denk ik al snel aan een hele hoop (loze) opmerkingen, handgebaren en meer lichaamstaal. Ik denk dat we daarmee een goede poging doen om het gezellig te hebben en om iets van anderen te weten te komen, maar te midden van al die verbale en non-verbale communicatie viel me iets op. We kijken elkaar vaker niet dan wel echt in elkaars ogen. Ik heb genoeg mensen meegemaakt met wie ik oprecht goed contact had en die mijn oogkleur toch niet met zekerheid konden vertellen zonder het nog even stiekem te checken. Daar lachten we meestal om en ik vond ze daarna ook echt niet minder aardig, voornamelijk omdat het mij net zo vaak gebeurt dat ik gewoon even niet precies weet tegen welke kleur ogen ik dagelijks aanpraat. Dat illustreert wel precies waar ik op doel: het gebrek aan oogcontact.

IMG_0996b

IMG_0967b

(meer…)

Waar ik aan gewend raakte

Gewenning is een goed iets, denk ik. Het maakt je flexibel, omdat je nieuwe dingen niet eeuwig als ‘nieuw’ blijft zien en er dus al snel goed mee om kan gaan. Er kan in één dag alleen al zoveel gebeuren dat een beetje aanpassingsvermogen zeer gewenst is als je een redelijk stressvrij leven wilt leven. Je aanpassen is echter de actieve kant van wennen en iets totaal anders dan wat me vorige week opviel, namelijk het passieve gewend raken aan dingen omdat ze al zo lang zo gaan, of omdat je ze al zo lang hebt.

Zo was het in de toetsweek dat ik me realiseerde dat ik meer dan gewend ben geraakt aan het feit dat mijn cijfers altijd tussen de 7,0/7,5 en de 9,5 liggen. Dat is ook gewoon al zo lang en zo constant dat klasgenoten me niet eens meer echt serieus nemen als ik na afloop van een toets roep dat ‘ie wat minder ging; hoewel ik daar op dat moment dan echt van overtuigd ben moet ik ze achteraf vaak toch gelijk geven omdat ik gewoon weer een ruime voldoende heb gehaald. Ik weet eerlijk gezegd niet beter dan dat leren me makkelijk lukt en misschien neem ik dat gedeelte dus een beetje for granted, maar aan de andere kant zou ik niet willen stellen dat die cijfers me allemaal aan komen waaien door een gunstige combinatie van genen. Ik let redelijk op in lessen, houd het meeste van mijn huiswerk blij, vat veel samen en leer genoeg voor mijn toetsen en dat heeft er mede voor gezorgd dat ik al bijna zes jaar de reputatie van een slim meisje heb in mijn vriendenkring. Iets waar niets mis mee is (aangezien ik altijd van mening ben geweest dat het niet nodig zou moeten zijn om het een beetje weg te moffelen, alleen maar omdat het toevallig een tikje afwijkend is), maar het schept wel verwachtingen. Voor anderen, maar misschien ook vooral wel voor mezelf.

IMG_0912b

(meer…)