Inside your eyes

Als ik denk aan communicatie in het dagelijks leven, en dan vooral aan vrijwillige communicatie met mensen die ik graag mag, dan denk ik al snel aan een hele hoop (loze) opmerkingen, handgebaren en meer lichaamstaal. Ik denk dat we daarmee een goede poging doen om het gezellig te hebben en om iets van anderen te weten te komen, maar te midden van al die verbale en non-verbale communicatie viel me iets op. We kijken elkaar vaker niet dan wel echt in elkaars ogen. Ik heb genoeg mensen meegemaakt met wie ik oprecht goed contact had en die mijn oogkleur toch niet met zekerheid konden vertellen zonder het nog even stiekem te checken. Daar lachten we meestal om en ik vond ze daarna ook echt niet minder aardig, voornamelijk omdat het mij net zo vaak gebeurt dat ik gewoon even niet precies weet tegen welke kleur ogen ik dagelijks aanpraat. Dat illustreert wel precies waar ik op doel: het gebrek aan oogcontact.

IMG_0996b

IMG_0967b

(meer…)

SINTERKLAAS

Na een onderbreking van een jaar vierden we afgelopen zaterdag weer Sinterklaas op ‘onze’ traditionele manier. Met vier personen is lootjes trekken echt een van de meest geestdodende manieren om het te vieren, dus de ene keer dat we dat deden, verlangden we al snel weer terug naar de gevulde jutezak van vroeger die toen op de patio werd gezet en aangekondigd werd met gebons op de deur. Tegenwoordig houden we die zak gewoon lekker binnen maar door allemaal voor drie personen wat kleine cadeautjes te kopen zit ‘ie alsnog altijd heel erg vol en ik moet toegeven dat ik nog steeds lichtelijk excited raak als ik de hele hoop cadeautjes aan mijn voeten zie liggen naast de salontafel met (chocolade)kruidnoten, pepernoten, chocolade Sinterklaasjes, marsepein en schuimpjes.

Toen mijn rij-instructeur me die morgen in de auto vroeg of we het nog gingen vieren, moest ik alleen wel opbiechten dat ik nog niets aan cadeautjes óf gedichten had. Nadat ik uitgebreid verslag had gedaan aan mijn zus (die toevallig thuis was) over het feit dat ik zowel moest sturen als gassen, remmen, koppelen en schakelen en ook nog in detail had uitgeweid over ongeveer alle gedachtes die ik in dat uur had gehad inclusief bijbehorende handgebaren, ruimde ik eerst mijn kamer op (ja ja, prio’s). Vervolgens raakte ik verdwaald in mijn levensboek dat vooral de verhalen van mij als eigenwijze peuter vertelt, maar ook al mijn klassenfoto’s bevat waar ik ongeveer een halfuur om heb kunnen lachen. Door het gebrek aan een dreigende toetsweek had ik echt een soort ‘niets hoeft, alles mag’-gevoel en dus stond ik uiteindelijk pas om 13:00, na een lunch met mijn zus, in het winkelcentrum. Maar wel met een missie.

IMG_0892c

(meer…)

Harder dan ik hebben kan

De wind slaat in mijn gezicht en de regen daarmee ook. Mijn capuchon is afgewaaid, waardoor mijn haar in doorweekte strengen voor mijn gezicht hangt, maar mijn vingers zijn te rood, te koud en te pijnlijk om er echt iets aan te doen. Bovendien ken ik de weg hier toch uit mijn hoofd, ondanks de donkerte van kwart over vijf ’s middags. Met mijn ogen op de plassen op de weg gericht, waar de kringen van de regendruppels nog eens extra benadrukt worden door de lampen van voorbijrijdende auto’s, rijd ik de bocht door die hoort bij de omweg die ik nam om zo lang mogelijk met Niels op te fietsen. Hij vertelde me vandaag meerdere malen dat ik niet in m’n beste humeur was en ik lachte het weg, maar ontkende het niet – dat heeft misschien ook vrij weinig zin als iemand je vrij goed kent. Bovendien wil ik er niet over liegen, wil ik niet doen alsof er niets is, als mijn slechte humeur juist meer is dan een banale chagrijnige bui.

Ik hield een razende monoloog van tien minuten op de fiets waarbij ik ongeveer alleen ja en amen duldde, ook al is hij meestal degene die 60% van de woorden wisselt in onze gesprekken. Hoewel ik best een open persoon ben doe ik écht praten veel te weinig, ik houd teveel van de dingen waar ik mee zit voor mezelf. Misschien dat ik roep hoe ik me voel, dat ik eerlijk antwoord op je vragen of dat ik iets loslaat op WhatsApp, maar dingen hardop uitspreken tegen anderen zonder de details weg te wuiven is redelijk uitzonderlijk. Ik denk omdat ik dingen niet wil uitleggen en geen verantwoording af wil leggen, hoewel ik er eigenlijk gewoon op zou moeten vertrouwen dat mijn vrienden, ouders of wie dan ook me niet veroordelen. Het voelt dan ook beter dan verwacht om gevoelens in woorden uit te drukken en die woorden uit te spreken, achter te laten in de donderdagavond. Net zoals ik, als ik eenmaal alleen fiets, hard ‘fucker’ (bij gebrek aan een beter woord) roep omdat mijn broek nat wordt door de opspattende spetters van de auto naast me die door een plas rijdt. De fietspaden zijn toch verlaten en alle bestuurders zouden wel gek zijn om een raam open te hebben.

IMG_0649c

(meer…)

Laugh (a little harder)

Het was ergens onder een saaie geschiedenisles dat Veerle me appte of Julia en zij Fleur voor haar verjaardag een fotoshoot bij mij cadeau konden doen. Ik reageerde gelijk vrij enthousiast met een ‘ja sure!’, want ondertussen weet ik dat drie vriendinnen die weinig moeite hebben met je camera en toch altijd wel lachen en praten standaard leuke plaatjes opleveren. De locatie was ook al snel geregeld, want Fleur is nogal Rotterdamgek (dus niet roepen dat de Erasmusbrug onorigineel is, het was met opzet) (en al ZEKER niet De Zwaan en de Erasmusbrug door elkaar halen want dat vind ik zelfs ik erg). Ik heb vooral bergen met foto’s geschoten en zij vooral veel gelachen en geknuffeld en gepraat en dat is eigenlijk hoe ik het het liefste zie. Soms is het een beetje onhandig omdat de kans super groot is dat iemand met een mond half in een woord verwikkeld op de foto staat terwijl de andere twee er absolutely flawless uitzien, maar over het algemeen is het wel het meest oprecht en ik vind het dan ook heerlijk om te merken hoe er honderdduizend inside jokes zijn en zo’n vriendschap de wereld weer een stukje mooier maakt. Natuurlijk zie ik zelf ook nog van alles dat beter kan aan mijn foto’s, maar ik moet zeggen dat ik over het algemeen gewoon wel blij word als ik door de ‘V5Angels’ (zoals ze zichzelf gedoopt hebben)-map scroll op mijn laptop en daarom wilde ik jullie wat goede vibes op de zaterdag ook niet onthouden. Love a little more & laugh a little harder. 

(meer…)

Vijfhonderd pagina’s

Ik lees tegenwoordig amper boeken. Dat staat in schril contrast met een jaar of drie (en meer) terug, toen ik gemiddeld makkelijk een boek per week las, maar toen zwom ik dan ook zo’n beetje in de rust en de vrije tijd en bovendien hoefde ik toen misschien één boek per jaar te lezen voor school (die ik dan ook nog eens zelf uit mocht kiezen). Als ik nu begin in een boek mag ik allang blij zijn als ik ‘m uit heb voor de boete bij m’n bibliotheek echt onacceptabel hoog is geworden, maar meestal ben ik ergens op pagina 100 gestrand als ik me realiseer dat dit eigenlijk het moment is om te beginnen aan een verplicht boek. Er zijn weinig dingen die ik meer haat dan twee of meer boeken door elkaar heen lezen (principieel dingetje) en vaak begin ik er dus al niet eens meer aan om puur op eigen initiatief te lezen. In plaats daarvan lees ik wél altijd netjes de vijf boeken per jaar van Nederlands voor ik een leesverslag in elkaar flans en zelfs voor die drie Engelse boeken per jaar maak ik uitgebreid tijd voor ik de toets maak. Want eerlijk? Ik vind lezen nog steeds fantastisch.

Eén van de hoofdredenen waarom ik er tegenwoordig ook geen extra tijd meer voor maak, is dat ik het idee heb dat lezen niet echt in mijn levensstijl past. Dat klinkt misschien raar, maar lezen is nou eenmaal een van de meest afgezonderde en antisociale hobby’s die ik ken; ik kan bijvoorbeeld slecht lezen als de tv of de radio aanstaat in dezelfde ruimte en zelfs met mensen in dezelfde ruimte heb ik al moeite, aangezien die – als ze zelf niet aan het lezen zijn – vaak de neiging hebben om opeens te lachen, iets te laten vallen of een opmerking te maken en me daarbij weer volledig uit mijn concentratie halen. Beneden lezen zit er voor mij dan ook gewoon niet in: het liefst trek ik me terug op m’n kamer, gooi ik een paar kussens op m’n bed en leg ik m’n telefoon op niet storen op m’n bureau voor ik überhaupt aan de eerste bladzijde van een boek begin, omdat ik weet dat het anders toch niet werkt.

Vijfhonderd pagina's (2)

(meer…)

Vergeet me alsjeblieft niet

“I fear oblivion,” he said without a moment’s pause. “I fear it like the proverbial blind man who’s afraid of the dark.” Toen ik verliefd werd op The Fault In Our Stars (wat overigens alweer even geleden is, maar het voelde wel retegoed toen ik het boek net weer opensloeg) waren het vooral de liefdegerelateerde quotes die bij me bleven hangen en me het meest aanspraken en sloeg ik Gus’ angst en Hazels speech over oblivion misschien een beetje over. “There will come a time when there are no human beings remaining to remember that anyone ever existed or that our species ever did anything. (…) And if the inevitability of human oblivion worries you, I encourage you to ignore it. God knows that’s what everyone else does”, is een fragment van Hazels mening op pagina 13 en toen ik laatst de film weer een keer zag, realiseerde ik me opeens dat het best een belangrijk thema was in het verhaal. Eentje waarvan ik nu beter begrijp waarom, want als ik erover nadenk knaagt het ook aan mij – dat ik vrienden kan maken, vriendelijk kan zijn, tienen kan halen, me op een bepaalde manier kan kleden en kan bloggen, maar dat ik uiteindelijk ook gewoon een van de zoveel miljard wereldbewoners ben. Eentje die hoogstwaarschijnlijk niet herinnerd gaat worden, hoe goed ik me ook kan realiseren dat ik uniek ben.

Herinner me

(meer…)