Het allerleukste aan mijn studie vond ik dat het bijna altijd over literatuur in de meest algemene zin – over boeken, verhalen, poortwachters, poëzie, status – ging. Tegelijkertijd heb ik tijdens mijn studiejaren in verhouding steeds minder gelezen dan ik in de jaren daarvoor gewend was. Ook een abonnement op de bibliotheek mocht niet baten; ik had er de rust niet voor, vond het bij een dik boek enorm onhandig ‘m telkens overal mee naartoe te sjouwen en na één keer een boete van €20,- (door mijn eigen toedoen, natuurlijk, hoewel ik vijftig cent per dag per boek ook niet bepaald mild vind) was het me het gedoe eigenlijk niet meer waard.
Fast forward naar 2024, waarin ik eindelijk weer boeken verslind. De condities zijn eindelijk weer zo goed als perfect: een bibliotheek met ruime openingstijden (!!) op loop- in plaats van fietsafstand en een vast thuis. Hoewel ik me enorm kan verlekkeren aan gloednieuwe uitgaves in de boekhandel en genoeg vrienden heb die elke maand een lichting nieuwe boeken kopen, blijf ik toch een grotere fan van de bibliotheek. Ik ben geen enorme herlezer – en als ik die behoefte wel een keer voel, is dat juist een goede reden om een boek wel te kopen. Bovendien is de lichte druk van een inleverdatum een goede stok achter de deur om een boek gewoon op te pakken en niet eeuwig te dubben over in welk boek ik nu eens zal beginnen (of meerdere boeken naast elkaar te lezen – één fictie en één non-fictie naast elkaar, prima, maar meerdere fictieboeken combineren voelt voor mij als een gebrek aan toewijding aan het verhaal).
Het verleden heeft daarnaast uitgewezen dat ik niet altijd de beste voorspeller ben in wat ik, naast een lezenswaardig boek, ook echt een goed boek vind. (Kun je dat eigenlijk echt voorspellen?) Een paar dagen gelezen las ik Wormmaan van Mariken Heitman uit, een roman die ik nog wel eens in potlood op een verlanglijst heb gezet, maar het verhaal heeft me bepaald niet gegrepen – en dan ben ik eerlijk gezegd blij dat ik ‘m gewoon weer in kan leveren. Met hetzelfde gemak heb ik mezelf inmiddels weer overgegeven aan verhalen die ik voor mijn studie waarschijnlijk nooit had hoeven lezen, maar die me toch op een prettige manier meevoeren in iemands leven, soms herkenbaar, soms irritant clichématig, desondanks boeiend genoeg om er een treinreis mee te vullen, of een laatste halfuurtje voor je gaat slapen. De afleveringen van Kopen Zonder Kijken zijn ook geen hoogstandjes en toch heb ik die met eenzelfde toewijding en plezier verslonden, dus het zou hypocriet zijn er bij een boek opeens heel strenge selectiecriteria op na te houden. En naast de literatuur zelf gaat het me inmiddels ook weer om de handeling van het lezen: een boek in je handen, geen scherm voor je ogen, even afgesloten voor de buitenwereld, niets dan letters en woorden op papier.
Mijn voorkeur gaat nog steeds uit naar Nederlandse (of Vlaamse) uitgaves. De thematiek vloeit soms in elkaar over: Toen liefde leven werd van Lisanne De Gendt, Loslopen en De kuil van Laura van der Haar, Gapen onder water van Revka Bijl, Varkensribben van Amarylis De Gryse, Desnoods de hele wereld van Eva Louise Bakker, bijna allemaal debuutromans van jonge, vrouwelijke auteurs, over relatiecrises, functioneren in deze maatschappij, volwassen worden, en de twijfels die daarbij horen. Boeken die me op andere manieren verrastten waren Terug op de achterbank van Olivier Willemsen, Tussentijds van Peter Zantingh, Het moois dat we delen van Ish Ait Hamou en Meneer Wilder en ik van Jonathan Coe (origineel Mr Wilder and Me). Mooi maar ook heel verwarrend was Raam, sleutel van Robbert Welagen. Ik had veel zin om Verbonden van Octavia E. Butler te lezen, een veelbelovende klassieker van een van de weinige Afro-Amerikaanse vrouwelijke scienfictionschrijvers waarin zowel sciencefiction als het kolonialisme en het slaverijverleden samenkomt, maar helaas stond daar een reservering voor in de bibliotheek en red ik het niet om ‘m voor die datum uit te lezen – het enige nadeel van de bieb. Mijn nieuwe buit bestaat toevallig vooral uit dunne boeken, waar ik eigenlijk ook wel van houd, vooral vanwege het idee dat je ze in één avond, in één leessessie uit kunt lezen als het verhaal je echt pakt.
Lezen voelt nog steeds niet als een heel spectaculaire hobby, dat moet ik toegeven. Ik voel soms nog wat schroom als ik de hele zondagmiddag lezend en in mijn eigen huis doorbreng. Of: het voelt vooral niet als waar over je kunt rapporteren (‘wat heb jij vandaag gedaan?’ ‘Oh, gelezen’). Gelukkig heb ik wel steeds meer leeshongerige vriendinnen om me heen, en wat ook leesplezier verhogend werkt is mijn inmiddels best actieve community op GoodReads (ik had vroeger ook al een account, maar volgens mij was ik daar mijn inloggegevens van kwijt of vond ik het gevallen gat ongemakkelijk – ik heb drie jaar terug in elk geval een nieuw account aangemaakt). Mocht je me niet kennen maar je wel herkennen in mijn leessmaak, voeg me dan gerust toe.
En: lees-ze!
2 reacties
Wat leuk! Voor mij is het een hobby die komt en gaat. Maar de rust er niet voor vinden herken ik, vaak moet ik mezelf een beetje dwingen om te lezen, maar als ik dan eenmaal écht in een boek zit, dan wil ik niet meer stoppen 😆
Herkenbaar! Wat een leuke blog ben jij ook gestart trouwens, veel plezier – zowel met bloggen als met klussen als verhuizen, ik ga je volgen 😊