Long time no see! Ik moet eerlijk bekennen dat ik zelf ook even terug moet lezen waar ik de vorige keer gebleven ben. In Parijs, in elk geval, en ik liet jullie achter met de mededeling dat ik inmiddels aan een full time functie was begonnen. Ik had mezelf voorgehouden op mijn vrije doordeweekse avonden of in mijn vrije weekenden lekker low key te gaan schrijven voor mijn blog, maar daar is het toch nog niet van gekomen. Gelukkig helpt het nieuwe uurtje zomertijdlicht aan het einde van de dag mee om nu, op de drempel van de nieuwe maand, toch nog een conceptje te openen.
Hoewel ik dit weekend eigenlijk doorbracht in een zonovergoten Volendam, moeten jullie het toch even doen met foto’s van een strandmiddag in Wassenaar drie weken terug, toen het zonnetje nog veel wateriger was. De lente is favoriet bij mij in alle soorten en maten, en toch voelt het altijd als een enorme opluchting als we dat stadium van onverhoopt verkleumde ledematen (of nog erger: onverhoopt verkleumde ledematen in combinatie met een volle blaas na een paar biertjes op het terras, en dat je je dat pas realiseert als je al betaald hebt) voorbij zijn. De meest prille lentedagen zijn altijd onwennig en brengen me standaard uit balans. Ik wil te graag, vergeet daarbij dat alle goede dingen tijd nodig hebben en voel me bijna persoonlijk afgewezen als blijkt dat ik veel te voorbarig was. Pas als ik dagen (of weken) daarna opeens onbewust registreer dat de lucht na zonsondergang nog warm aanvoelt, of als ik tegen mijn zin in door een felle zon in mijn slaapkamer gewekt wordt, kan ik zonder onzekerheid genieten van de lente en haar beloftes. En dat is nu.
De lentemomenten in mijn dagelijkse leven zijn de avonden waarop ik na een kantoordag doorfiets naar één of meerdere vriend(in)(nen), daar de hele avond hang en klets en me op de terugweg bedenk hoe heerlijk het is dat alles nog zo dichtbij is, dat het er nog gewoon bij past op zo’n dag. Maar ook een gestort salaris en zonder schuldgevoel verse bloemen kopen, of op mijn tweewekelijkse vrije dag met een boek op het terras zitten. Een wijntje bij het avondeten, maar wel altijd om elf uur naar bed – om vervolgens een halfuur TikToks te kijken. Nieuwe dingen doen met oude vriendinnen (wie mij dagelijks of wekelijk spreekt, weet nu dat ik onder andere op spinninghype Rocycle doel) en plannen maken voor vakanties en concerten.
Af en toe voelt het alsof alles nu pas van start gaat en er juist nog zoveel open ligt, om te beleven, te lezen, te schrijven, te ervaren, te wonen. Daar tegenover staan overigens de paniekmomenten waarop ik werkelijk niet weet hoe ik alles wat ik wil en belangrijk vind in de 24 uur van een dag moet plannen – alleen al als ik op de fiets naar mijn werk in Lunetten zit en die zes kilometer opeens als een tocht zonder einde aanvoelt (toch nog vaker Rocyclen).
Wat ik nu beschrijf heeft helemaal niet alleen te maken met het hele gaan werken, meer met volwassen worden in het algemeen, denk ik. Mijn studententijd was (of werd gepropageerd als, maar ik heb dit ook wel zo beleefd, of in elk geval in retrospectie?) één grote belofte waarbij je nog nergens aan vastzat en ondertussen merk ik wel dat die belofte zich langzaam ingelost heeft. Soms vind ik het nog een gek idee dat ik dat onwijs vrije stadium van mijn leven zo opeens ben gepasseerd; terwijl ik er, als ik erover nadenk, ook juist meer voor voel om vanuit dit startpunt aan de slag te gaan met dingen die eerst nog zo ver weg leken. Je horizon en je referentiekader verleggen, nieuwe dromen durven dromen. Dat is een natuurlijk proces, maar toch ook iets wat je jezelf aan moet meten, wat jou moet gaan passen.
Het is wel weer duidelijk waarom ik een lentekind ben. Maar ondanks langzaam ontluiken: de zon, die is er zeker.
Eén reactie
Ik werk nu alweer vijf jaar en zit even weer in een fase waarin ik denk: hé, dat kan toch niet dat ik 260 dagen (googled it hehe) per jaar moet gaan werken en maar twintig verlofdagen heb, dat kan toch niet??? Ik heb ook wel net een weekje vakantie gehad, daar kan het ook zeker aan liggen haha. Mooi geschreven wel!