April, 2021. We waren nog niet eens zo lang binnen in het huis waar we een bezichtiging deden toen ik een rode kater op het aangrenzende dak van de onderburen zag lopen. Er waren op dat moment belangrijker zaken om mijn aandacht aan te besteden, maar ik glimlachte bij het idee in een buurt te gaan wonen waar katten een essentieel onderdeel zijn van het straatbeeld.
Het kijkmoment van die middag werd een contract, het contract werd een sleutel en een sleutel werd een verhuizing. Het voorjaar deed haar intrede en we zetten het keukenraam wagenwijd open om de verfluchten uit het huis te verjagen en ondanks verhuisdrukte toch nog te genieten van de ontluikende lente. Tijdens de stiltes die horen bij mensen die moe maar voldaan pauze nemen van een paar uur klussen klonk steeds vaker een zacht miauw. Als je arm lang genoeg was, en je bereid was een klein beetje moeite te doen, kon je de rode kat onderaan het keukenraam precies aaien.
In de weken die verstreken, leerden we elkaar langzamerhand kennen. De vorige bewoonsters hadden ‘m Leo gedoopt en wij dus ook. De eerste keer dat Leo in zijn queeste naar aandacht in onze vensterbank sprong, verzonden mijn hersens een klein stresssignaal naar mijn lichaam: hij bleek nog veel groter en zwaarder te zijn dan ik me voor had kunnen stellen, geen kat die je met een klein duwtje weer naar buiten zet. Ik zag al voor me hoe hij in paniek door ons huis zou rennen, onmogelijk om te pakken te krijgen, maar hij bewees steeds vaker een van de meest zachtaardige katten te zijn die ik tot dan toe kende. De definitie van een grote vriendelijke reus – en bovendien de mascotte van mijn scriptieproces.
Ergens tijdens die langgerekte zomerperiode van het schrijven van mijn masterscriptie – opnieuw in de keuken, met het raam open – begon Leo ons huis steeds meer als uitbreiding van zijn territorium te beschouwen. Kwam ik ’s ochtends de keuken in om het waterreservoir van mijn koffiezetapparaat te vullen, dan lag hij, ongeacht de tijd, al op het door de zon verwarmde dak te wachten, om vervolgens de rest van de dag langs mijn benen te strijken of het zich gemakkelijk te maken op mijn witte en net gewassen beddengoed, of naast het kleedje dat ik speciaal voor hem (en tegen zijn haren) op mijn donkerblauwe bank neer had gelegd. De buitenwereld vond hij interessant, maar slechts in een uitzonderlijk geval interessant genoeg om daadwerkelijk voor uit het raam te springen.
We houden ons nog steeds aan onze zelfopgelegde regels: hij krijgt hier geen eten en hij overnacht hier niet. Desondanks is Leo inmiddels gepromoveerd tot mijn favoriete thuiswerkcollega, een goede bekende van iedereen die bij ons over de vloer komt en in feite de vierde huisgenoot. Eentje die absoluut niet van natte pootjes houdt, je het liefst de hele dag achternaloopt, onwijs talkative is, het allerliefst op een kussen of een rondslingerende trui ligt, tenzij extreem dorstig alleen vers water drinkt en dagelijks verbaasd is over het bestaan van zijn eigen staart. Hij is bang voor de stofzuiger maar wel gewend geraakt aan de föhn, behandelt mensen als lava (hij springt liever over je schoot heen dan dat hij eroverheen loopt) en wast zijn pootjes zelfs tússen zijn nagels. In elke koffer moet gelegen worden, elke rondvliegende meeuw of ekster moet hypergeconcentreerd bekeken worden. Van mijn twee stoelen wil hij zonder uitzondering op de stoel zonder kleedje liggen en hij wordt er onrustig van als overdag de gordijnen nog dicht zijn. Het liefst slaapt hij met een pootje over zijn kopje. En hij heeft nooit het gevoel in de weg te liggen, ook als dat absoluut wel het geval is – ik ben al meerdere keren bijna over hem gestruikeld.
Het lijstje met noemenswaardige eigenschappen kan ik waarschijnlijk blijven aanvullen, maar ik vond het inmiddels hoog tijd om Leo zijn eigen blogpost en jullie een kijkje in de Leo-archieven te geven. Leo is het leukste mysterie in mijn leven – en stiekem ook een mysterie dat ik graag zo houd, want ik wil helemaal niet wakker worden uit mijn katerdroom.
X,
Hester
PS. Genoten van Leo? Geef deze blogpost dan een hartje:
10 reacties
Oh wat een heerlijk cadeau bij een nieuwe woning! Ik heb ook een rode Leo die ik kan bekijken vanuit mijn woonkamerraam, maar helaas niet kan aaien, omdat hij in een ander gebouw op dezelfde verdieping als ik woont. Heb jij meer geluk mee ;)
Ah dat is net jammer! Maar (het geheime leven van) katten observeren is an sich ook al een pluspunt, haha.
Wat gezellig zo’n buurtkat! :)
ah wat super gezellig, je krijgt zo snel een band met zo’n beestje. Lekker van genieten!
Zo leuk, dan heb je een huisdier maar toch ook weer niet. Als kind ‘hadden’ wij ook een kat die op den duur elke dag bij ons zat, maar ze was niet echt van ons. Superlief beestje wel.
Goed om te horen, nu voel ik me iets minder schuldig tegenover z’n echte baasjes #oeps
Aaah, wat supergezellig zeg!
Wat super gezellig en knus zo!
Haha, wat een leuke post! En wat een mooie kater, zeg.
Jaaa dat zegt ongeveer iedereen die ‘m voor het eerst ziet haha, ‘hij is nog mooier dan op de foto’s’ of ‘als ik later een kat neem dan wil ik precies deze’. En terecht 🤩