8-10 januari 2021, Vlissingen
Ik ben meestal degene die bedenkt er even tussenuit te willen. In plaats van eerst een bestemming en daarna een onderkomen te zoeken, filter ik tegenwoordig op de inrichting en de faciliteiten van een Airbnb binnen Nederland en check ik daarna pas waar we terechtkomen. Medio januari werd het Vlissingen (deze Airbnb, voor de nieuwsgierigen). Een Zeeuwse stad die net als de andere niet ontkomen is aan de schrijverij van Bløf, hoewel het romantische beeld rondom Vlissingen een beetje ontbreekt. Een havenstad, niet al te groot, wel met een enigszins oud centrum, prima voor een weekendje. Als een stad niet van tevoren al volledig opgehemeld is vind ik de uitdaging eigenlijk des te groter om zelf te ontdekken wat ik ervan vind en de leuke plekjes te vinden.
We werden gezegend met een strakblauwe lucht temidden van een paar grijze weken. Op het kleine wandelingetje naar de stad toe kwam ik meerdere katten tegen die zich, wanneer ze zich niet achter een raam bevonden, zelfs lieten aaien. Het voordeel van in Nederland op vakantie gaan is dat de meeste poezen die je tegenkomt geen zwerfkatten zijn en ik ze dus kan aaien zonder dat Tom me ervan probeert te weerhouden. We ontbeten op zaterdagochtend met bolussen, de Zeeuwse variant van ons heden ons dagelijks brood. Op aanraden van onze hosts haalden we koffie bij Marcus en met een warme koffie to go liepen we via een stuk waar de terrassen pijnlijk ontbraken naar de haven en naar het strand. ’s Avonds gingen we nog een keer de deur uit, om ons patatjes stoofvlees en onze geitenkaasbietenrisotto- en pulledporkkroket op te halen. We dronken heel veel verschillende speciaalbiertjes, speelden de hele avond Mario Kart op de Wii (ik won geen enkele keer) en maakten laat op de avond ons laatste wandelingetje naar de zee terwijl Vlissingen zwaar en moedeloos ademde.
Thuis zijn speelt de laatste maanden zo’n grote rol in mijn leven. Ik ken verschillende thuizen, en zelfs een plek waar ik maar twee dagen ben kan als thuis voelen, maar ik bedoel het hele schoenen-uit-muziekje-aan-koffie-erbij gevoel in het algemeen. Zelfs als je op reis bent ben je thuis. Je huis is geen uitvalsbasis meer waar je bent rondom de tijden dat je weg bent, het is de plek waar je het grootste gedeelte van de tijd bent. Mijn leven speelt zich op het moment grotendeels in safe spaces af waar je niet hoeft te zoeken naar de wc, je je niet af hoeft te vragen welke fijne playlist er aanstaat, je de knoop van je broek niet dicht hoeft te houden als je teveel gegeten hebt. Alles wat ik vies maak, was ik ook zelf weer af.
Ik heb gelukkig het talent gekregen om thuis zijn bijna eeuwig te kunnen waarderen. Als ik om me heen kijk en me bedenk dat alles wat ik zie van mij is (of in het geval van een ander thuis: dat ik alles mag gebruiken), dat ik zelf moeite heb gestopt in het samenstellen van mijn interieur (of dat iemand dat voor mij heeft gedaan) en dat ik de vrijheid heb om alles om te gooien als ik dat zou willen, maar bovenal dat dit gewoon écht mijn plek is met alles wat ik nodig heb, dan voel ik me elke keer opnieuw dankbaar en blij. Het veiligehavengevoel heeft zich sinds de avondklok inmiddels ook meer dan eerst uitgestrekt naar mijn relatie. Als Tom en ik elkaar ’s avonds zien is het meestal lastig nog voor 21:00 een avondactiviteit buiten de deur te regelen dat niet wandelen in de wijk is en dus hebben we ons er allebei aan overgegeven dat het Mocro Maffia is wat de klok slaat, op de bank, in bed of op bed, maar altijd thuis. Nu we er in zekere zin toe gedwongen worden en ik niet het idee heb dat de wereld buiten op ons wacht, kan ik er een stuk meer van genieten.
Wellicht lijkt maart 2021 daarin wel op maart 2020, met als groot verschil dat ik het toen nog als een uitdaging zag om een leven thuis zo leuk en creatief mogelijk te maken door veel films van mijn lijstje te kijken, boeken te lezen, te bloggen, ijskoffies te maken en af en toe te fotograferen. Inmiddels is de lusteloosheid wel een beetje toegeslagen, nu het al zo lang zo moeilijk is om je gedachtes écht te verzetten. Maar we zijn er vast bijna, mijn blog wacht gelukkig altijd geduldig tot ik de energie en discipline weer heb om te doen waar ik energie van krijg en wellicht heb ik straks een diploma als alles weer normaal is en ligt de wereld dan alsnog aan mijn voeten.