Je twintiger jaren

Op dinsdagen ben ik het meest in Boedapest. Online colleges van docenten die tijdens het fysieke onderwijs al niet duidelijk voor ogen hadden wat we precies zouden doen binnen die anderhalf uur per week zijn niet bepaald een geschenk uit de hemel, maar toch roept de setting herinneringen op van de lokalen met bij elkaar geraapt meubilair waar ik een paar weken achter elkaar respectievelijk enthousiast, brak, moe, blij, voldaan of verward heb gezeten. In het kwartiertje pauze heb ik nog steeds de neiging om een koffie en/of een bagel te halen bij het universiteitscafé in het mediagebouw. Helaas komt het er nu op neer dat ik zelf snel naar beneden moet rennen, een lunch in elkaar moet zetten en op moet eten om me vervolgens weer achter mijn laptop te installeren in een toonbare positie, tot iedereen zijn of haar webcam uitzet en ik ondertussen ook wat anders kan gaan doen (ik probeer af en toe de perfecte student te zijn maar helaas). Enige troost is dat dit thuis lunchen wel een ontzettend goede detox voor mijn bankrekening is.

Aan de andere kant: de zaterdagen zijn eigenlijk vrij normaal, met mijn ouders die zich vanaf het moment dat ik wakker word in en rondom het huis bewegen voor boodschappen, klusjes en hobby’s. Ook toen ik met mijn camera + het nieuwe album van Dua Lipa de straat doorliep op jacht naar bloesem – ik was uiteraard te laat voor de eerste golf bloesem, maar ok – voelde het als een heel normale lentezaterdag. Meer over de situatie schrijven of zeggen probeer ik eigenlijk niet te doen. Het is suf om na een periode waarin je met heel veel nieuwe culturen en mensen uit andere landen in aanraking komt je oogkleppen weer maximaal op te zetten, maar toch voelt het gezond om niet te veel bij de situatie stil te staan, nu extra te genieten van heel normale en onveranderde activiteiten en de dagen vooral ook zo snel mogelijk voorbij te laten gaan.

De quarantainetijd herinnert me in zekere zin ook aan mezelf van een jaar of zeven, zes, vijf geleden – niet alleen omdat ik het toen prima vond om zo min mogelijk mensen te zien en mezelf te vermaken met boeken, het internet en films, ook omdat ik mijn blogfotobibliotheek van 2012 tot en met 2014 verplaatst heb van Photobucket naar mijn eigen domein in het kader van klusjes waar je alleen nu tijd voor hebt. Ik voelde me meerdere malen bezwaard toen ik de tekst teruglas die ik in die tijd heb geschreven. Niet eens om de inhoud (hoewel ik wel een fatshamende opmerking tegenkwam die me deed realiseren dat mijn kritisch denkvermogen in de afgelopen jaren de goede kant op is ontwikkeld); ik denk dat het risico van dingen vastleggen nou eenmaal is dat ze uit de tijd raken. Natuurlijk is het ongemakkelijk om geconfronteerd te worden met een verouderde versie van jezelf, maar enigszins in de context geplaatst vind ik het nog steeds vooral interessant om dingen over mijn eigen leven (en de manier waarop ik dat beleefde) terug te kunnen lezen. Wat me meer verbaasde was de toon waarop ik over dingen schreef – beladen met een bepaalde honger om te delen, en de pretentie daarbij dat ik er ook daadwerkelijk iets over te zeggen had.

In de loop van de jaren nam dat vanzelf af. Misschien is het een ding van de puberteit, de illusie dat je alles beter weet dan de rest van de wereld om je heen, de enorme zelfoverschatting zodra je ook maar een beetje zelfstandig begint te denken en te bewegen. Klein zijpad: Tom en ik kijken de NPO-serie Oogappels en die geeft een zeer representatievere weergave van wat het moet zijn om pubers in huis te hebben, of er één te zijn. Ook driekwart schooljaar lesgeven aan die leeftijdsgroep haalde niet zoveel herinneringen bij me op over de complexiteit van opgroeien – waarschijnlijk omdat het meeste daarvan zich afspeelt in de huiselijke sfeer, wat ook centraal staat in Oogappels. Gek genoeg vormt het een goed naslagwerk om mijn tiener-ik beter te contextualiseren en te begrijpen.

Mijn twintiger jaren lijken tot nu toe vooral een ode aan aanrommelen. Aan niet-weten en aan bevragen, aan het durven herzien en heronderzoeken van overtuigingen. En ook aan wél weten welke richting je op wil met je leven maar in de jaren nu, waarin niets daarvan nog echt vaststaat, nog genieten van het idee dat het nog alle kanten op kan. Leven zonder alles vast te leggen, bij te houden, te verantwoorden. Ik heb over veel dingen nagedacht, maar juist door het horen van zoveel mensen en zoveel meningen zou ik op dit moment niet meer willen claimen te weten hoe iets zit. Het loslaten van weten hoe het moet zorgt ervoor dat ik mezelf nu meer ruimte geef om dingen maar gewoon te doen en soms achteraf te concluderen dat ik het beter anders had kunnen doen of dat ik er niet trots op ben, waar ik er als tiener juist zo aan gewend was om het goed te doen dat ik mezelf ook automatisch voorhield dat ik wist hoe het leven moest. Ik kwam liever niet op dingen terug en erkende ook niet graag dat ik een fout had gemaakt, waardoor ik ook niet van dat soort momenten leerde. In plaats daarvan praatte ik juist veel wat ik (niet) deed recht voor mezelf – iets waar ik volgens mij ook aardig in slaagde, want ik betrap mezelf er nog steeds vaak op dat het me gemakkelijker afgaat om iets te rechtvaardigen naar mezelf dan om toe te geven dat ik fout zat, me schuldig te voelen of spijt te hebben. Ik kan niet goed samenvatten wat aanrommelen op dit moment precies inhoudt voor mij, maar misschien wel gewoon dit: dat de wereld niet vergaat als je iets niet precies weet, en dat je daarnaar mag leven.

Soms laat deze semi-pauze van het leven (want zo voelt het soms een klein beetje) die ik doorbreng bij mijn ouders me ook nadenken over de verschillen tussen mezelf nu en acht jaar terug. In hoeverre ben ik echt veranderd in de afgelopen jaren? Welke veranderingen daarvan zijn blijvend, onderdeel geworden van het fundament van mijn leven, en welke tijdelijk? En waar zit bijvoorbeeld de balans tussen het nodig hebben van mensen en sociale interactie om jezelf te kunnen zijn en het onafhankelijk blijven van de invloeden van je omgeving – als die balans al bestaat? Bovenal: zijn dit vragen die ik in de komende negen jaar ga beantwoorden?

X,
Hester

3 reacties

Laat een antwoord achter aan Nicole Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *