Eén van de best bereikbare buitenlandse steden vanuit Boedapest is Bratislava. I’m having a hard time taking myself seriously vanwege het hoge reisleidersgehalte van de volgende zin, maar omdat het nou eenmaal waar is en het de keuze voor deze stad wel verklaart, laat ik ‘m met deze disclaimer staan. Dat je zo makkelijk in Bratislava terecht kan komen is niet heel verwonderlijk, want hoewel het de hoofdstad van Slowakije is ligt het praktisch gezien meer in Hongarije of in Oostenrijk en zijn de enige voordelen van het feit dat het niet daadwerkelijk in Hongarije ligt a. dat ik een nieuw land aan mijn lijstje kan toevoegen en b. dat ik weer eens rustig in euro’s kon betalen. Toen er in het tweede weekend hier al mensen per Flixbus vertrokken voor een dagtripje besloot ik dat rustig aan me voorbij te laten gaan omdat ik überhaupt nog amper aan de Boedakant van de stad was geweest en eerst in mijn eigen stad wilde investeren, maar een week later huppelde ik (uiteraard na nu wel een paar uur rond te hebben gedwaald in het kasteeldistrict) alsnog door de straten van Bratislava met mijn huisgenootjes en twee Ierse vriendinnen van hen.
Zaterdag 22 februari
Bratislava is zoveel gemoedelijker dan Boedapest. Het deed me meer denken aan een kleinere versie van Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië die mijn liefde voor centraal Europa aanwakkerde (zie hier mijn blogpost uit 2017; ik heb goede hoop dit jaar een nieuwe versie te kunnen maken). Boedapest voelt veel overweldigender en chaotischer en omdat er altijd zoveel is, lijkt er veel minder ruimte te zijn voor vernieuwingen. Ik houd ervan, maar het viel me in Bratislava op hoe zij veel beter zijn in het combineren van een oude, autovrije binnenstad met moderne gebouwen net buiten het hart van de stad. Bratislava zit bovendien, veel meer dan ik had verwacht, vol met hippe koffietentjes. We brunchten bij Urban House, een soort boekcafé met cocktails en vooral heel veel goede stoelen en banken waar je direct bij binnenkomst, zonder besteld te hebben, al direct een gratis glaasje water per persoon krijgt. Bij koffie krijg je (ook in Hongarije) bijna altijd water en dat viel me in Slovenië ook al op. Ik weet dat het in sommige restaurants in Nederland ook gebeurt, maar het lijkt me een goed idee om dat net zo standaard te maken. Na ons Melbourne/English breakfast liepen we in de oude stad, richting het paleis waar onze Airbnb op uitkeek. Ik was enigszins teleurgesteld toen ik wist dat ik langs de tuinen liep maar er zich in werkelijkheid een enorme muur tussen de stoep en de tuinen bevond, totdat we opeens de ingang tegenkwamen. Alles rook naar lente, waarschijnlijk door het grind, misschien door de paar picknickende mensen.
In principe is Bratislava helemaal geen heel grote stad, dus omdat wij er toch een nachtje sliepen hadden we tijd voor wat extra’s. Dat werd het kasteel van Devin, tien kilometer vanuit de binnenstad. Je kunt een boottour boeken en dan via de Donau hier arriveren, maar die gaat helaas maar twee keer per dag, dus het werd een Uber voor ons. Ik vergeet soms dat dat bestaat maar het is elke keer weer zo ideaal om gewoon in te stappen en op de parkeerplaats afgezet te worden voor een tientje totaal, twee keer sneller dan met het openbaar vervoer. Dat was ook wel nodig, want we hadden blijkbaar nog maar vijf minuten om €2 aan een ticket uit te geven toen we aankwamen. Absoluut de moeite waard wel; het was zo mooi, en zo goed om weer eens in de natuur te zijn. Ademen, wegwaaien en vooruitkijken. We hadden te weinig tijd om ons te verdiepen in de geschiedenis (vraag me dus niet wat die foto van het IJzeren Gordijn (?) daar precies doet), maar we hebben wel echt maximaal genoten van het stukje natuur. Het terrein was bovendien best groot, gewoon een heerlijke plek om even te zijn.
De volgende taxirit bracht ons naar het kasteel. Voelt dan opeens minder als een must see, maar dat is het uiteraard wel. Je kunt tot 17:00 het museum gratis in, maar wij kozen voor de zonsondergang.
Kleine tijdsprong na in een Slovaakse bar beland te zijn waar binnen gerookt werd (ik had dat nog nooit meegemaakt dus vond het heel cool) en ze quesadilla’s maken als gegrilde wraps met gorgonzola en cheddar ertussen. Prima snack als je honger hebt. We aten bij La Papillon en deden daarna nog een drankje bij Urban House, waar je overigens ook nog gewoon cheesecake kon krijgen om half elf. Annegida vond mijn Frozen Penicillion cocktail echt niet te doen maar ik was er te benieuwd naar en aangezien we toch alweer op een mega comfortabele bank zaten klonk een whisky slushie gewoon als een heel goede keuze en dat was het ook. Ondertussen toegekeken hoe de barmannen andere cocktails in elkaar flansten en daarna heel erg op tijd teruggegaan naar ons appartement.
Zondag 23 februari
Speaking of dat appartement: het was deze en hij was echt amazing. Ik stond extra vroeg op zodat ik de ruime badkamer voor mezelf had, hing een uur in de sofa die ik thuis eigenlijk mis en bakte daarna eitjes die over waren van de vorige gasten als pre-ontbijt (#duurzaam). Daarna met wat omwegen naar de Blue Church genavigeerd, maar die blijkt dus gewoon midden in een woonwijk te staan. Kan er echt niet over uit hoe raar de bouwstijl is. Binnen was een mis bezig, maar alsnog waren we na een kwartier wel uitgekeken. We dronken koffie bij Soho en wachtten tot 13:00.
Toen ging namelijk de NEDBALKA gallerie van moderne Slowaakse kunst open en ook die is heel erg de moeite waard. We betaalden €3 en waren bijna anderhalf uur zoet. Alleen het gebouw is al zó mooi. Ik was het meest onder de indruk door de bovenste en de onderste verdieping.
Na een portie dumplings en brood met maïshummus bij een vegan tentje (Foodstock) klommen Annegida en ik nog de toren op – en concludeerden we dat we dat beter als eerste hadden kunnen doen, omdat dat het beste werkt om een stad in je hoofd geprent te krijgen, maar eerlijk gezegd hadden we geen idee dat je de toren op kon tot ik er zondagmiddag mensen op zag lopen. Mocht jij ooit naar Bratislava gaan, dan weet je het vanaf nu dus wel.
Tijdens de tweeënhalf uur durende busrit terug (ook dat kost overigens maar een tientje) voltrok zich de mooiste zonsondergang die ik in de afgelopen maand heb gezien. Bratislava is op zichzelf misschien helemaal geen indrukwekkende stad, maar toch was ik heel voldaan na die twee dagen. Het is zo fijn om ergens te kunnen zijn zonder de druk die er soms op een tripje ligt dat weken van tevoren geboekt is, om je te laten verrassen door een stille, oude binnenstad waarin alle gebouwen in een schakering van roomwit gekleurd zijn en in de laatste zonuren van de dag bijna sprookjesachtig lijken, om een heel goede hotspot tot stamkroeg voor het weekend te maken. Om alleen maar een rugzakje bij je te hebben maar de volgende ochtend wel wakker te worden in een andere stad en om ’s avonds thuis te komen in één van de drukste straten van Boedapest. Om gewoon niet écht ergens aan vast te zitten.
3 reacties
Hoi Hester,
Heerlijk weer om je blog- avonturen te lezen en wat een geweldige mooie foto’s heb je weer gemaakt.
Mooi weer heb je daar ook, we zijn er gewoon jaloers op.
Ondanks dat de zon hier nu wel schijnt is het toch erg koud en waait het hard.
Ik kijk uit naar je volgende blog- avonturen.
Liefs, tante Annemarie
Heel erg leuk om te zien en wat een leuke foto’s heb je gemaakt!
Wauw gaaf! Doet me inderdaad een beetje aan Ljubljana denken. Ik krijg trouwens ook echt Rotterdam-vibes van die foto bij het kasteel! Zo met die brug en de rivier, lijkt de Erasmusbrug en de Maas wel :)