Over winter en voorpret

Het is woensdagochtend en mijn kamer ruikt lichtjes naar de geurstokjes die ik zondagavond neerzette. Geurstokjes zijn mijn favoriete cadeautje om te vragen voor de feestdagen en de geur alleen al (welke geur het is is daarbij ondergeschikt) doet me daarom soms vanzelf een beetje denken aan deze tijd van het jaar, aan twee jaar geleden, toen er op dit moment overal een dik pak sneeuw lag. De foto’s daarvan zijn nog steeds heel idyllisch en ik kan eigenlijk ook niet ontkennen dat er weinig zo gezellig is als sneeuw in een stad, waar je zo dichtbij voorzieningen en elkaar woont dat je door een beetje sneeuw niet gelijk compleet afgesloten raakt van de buitenwereld. Sneeuw is irritant als je moet reizen en op tijd wil komen maar als dat niet het geval is is het eigenlijk vooral heel leuk hoe het het leven zo lekker stillegt door iedereen bewust binnen te laten blijven vanwege gecancelde afspraken en mensen tegelijkertijd juist naar buiten krijgt om echt even buiten te zijn.

Ik heb geen idee of het deze winter nog zover gaat komen, maar dan het liefste wel gewoon pas in de kerstvakantie. De laatste anderhalve week daarvoor heb ik nog drie keer stage gepland staan waarin ik als het goed is precies de laatste dingen (video-fragmenten, stagebezoek, geschreven lesobservaties, vragenlijst interpersoonlijk leraarschap) kan verzamelen om mijn portfolio volgens richtlijnen mee te vullen. Vorig semester sloot ik me daarvoor op in de bibliotheek bij mijn ouders tijdens de eerste warme zomerdagen en de laatste dagen van het academische jaar en deze keer denk ik dat ik ook weer ga proberen zoveel mogelijk tijdens de kerstvakantie te doen. Eeuwig reflecteren is het sufste wat er is maar de manier waarop is in dit geval op zich prima, omdat het allemaal losse, op zichzelf staande reflecties zijn en je dus heel makkelijk kan beginnen en iets kan doen. Fred en ik hebben af en toe heel erg geklaagd (tegen elkaar, dat wel) over de minor, de colleges (elke fucking maandagochtend op de Uithof) en stage maar nu het bijna klaar is valt alles opeens wel mee. Het lijkt me gewoon heel chill als ik dat papiertje heb en dat motiveert wel om alles wat ik nog moet doen ook maar gewoon te doen.

Als mensen vragen of ik daadwerkelijk het onderwijs in wil heb ik daar eigenlijk geen gedegen antwoord op: ik vind het op sommige momenten heel erg leuk en betekenisvol, maar ik denk ook heel vaak dat mijn passies met betrekking tot taal op andere (vak)gebieden liggen. Voor nu vind ik vooral de vakinhoud zelf heel erg interessant en het pedagogische gedeelte een stuk minder, dus ik weet niet of ik ooit het geduld ga hebben om de eerste vijf jaar als beginnend docent (waarin je klassemanagement et cetera nog niet vanzelf gaat en dus veel aandacht vraagt) door te komen en/of om mijn eerstegraad te halen. Daarbij komt dat het werken met deze leeftijdsklasse me bij vlagen heel veel energie geeft maar dat ik toch het idee heb dat ik beter kan beoordelen wat ik nou eigenlijk echt vind van werken met jongeren als ik zelf iets ouder ben. Ik zie mezelf echt nog wel voor de klas staan in mijn loopbaan, het hoe, wat en wanneer is alleen onduidelijk. Wel vind ik het sowieso waardevol dat ik de uitdaging aan ben gegaan omdat het uiteindelijk iets is wat je leert door te doen en ik normaliter juist de voorkeur leg bij theorie en leren uit boeken en vooral niets praktisch doen.

Verder sta ik op sommige momenten al met één been in Boedapest. Voorpret bestaat op dit moment vooral uit de foto’s van mijn kamer en huis heel vaak bekijken, plekken op Instagram opzoeken en de story’s die mensen daarbij geplaatst hebben bekijken en de posts op de Facebookpagina van de vakgroep Nederlands aan de ELTE waar ik stage ga lopen in de gaten houden. Er wordt me vaak gevraagd of ik het spannend vind en het antwoord daarop blijft tot nu toe eigenlijk nee. Nu ik echt bijna ga heb ik af en toe natuurlijk wel last van een moment met twijfels maar het valt me zelfs zelf alles mee. Ik denk dat het scheelt dat ik ook gewoon niets in Nederland gepland heb staan na februari: het alternatief op niet gaan is blijven, maar dan zou ik in Nederland echt niets te doen hebben (omdat ik mijn bachelor dan als het goed is al heb) en als dat de keuze is dan ben ik liever een paar maanden in een nieuwe stad, ook al is dat ver van mijn vrienden en familie – die me vervolgens ook gewoon stuk voor stuk en veelvuldig op komen zoeken.

Veel vaker dan twijfel heb ik op dit moment dus vooral zin in heel veel leuke herinneringen, een heel relevante stage en een nieuwe omgeving, inclusief een nieuw huis. Dat laatste niet omdat ik mijn huis in Utrecht stom vind maar wel omdat ik gewoon veel waarde hecht aan een thuis en op die manier ook altijd kan genieten van een kamer en een huis. Bovendien wordt het ook weer lente en hoewel ik juist nu wel zin heb om kerst met familie te vieren en nog liever even geniet van witgrauwe winterdagen en de kerstvakantie waarin iedereen voor mijn gevoel altijd massaal op de bank gaat zitten in dikke truien, is de lente an sich nog wel altijd mijn favoriete proces.

Ja, sorry als je eigenlijk wilde lezen wat ik op dit moment aan het doen ben in Utrecht; als je me vraagt hoe het met me gaat dan komt het nu eenmaal vaak hierop neer. Ik ga nu ontbijten, een reflectie schrijven op een lesobservatie, douchen, een begin maken aan mijn laatste handelingsdeel voor vakdidactiek en drie lessen voorbereiden voor morgen. Is ook gewoon een stuk minder spannend.

X,
Hester

2 reacties

Laat een antwoord achter aan Suzanne Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *