de status quo

Ik googlede tijdens het bewerken van deze foto’s op ‘hesterly bloesem’, omdat ik benieuwd was welke bomen ik in vorige lentes op de foto heb gezet. In 2016 was het de vroege bloesem van de struiken die ik nu nooit meer met de fiets, maar alleen nog met de bus of de auto passeer, in 2017 een gele struik op weg naar het station bij mijn ouders, in 2018 dezelfde bomen als op bovenstaande foto’s, maar dan in Utrecht, in plaats van aan het begin van het hofje waar mijn ouders wonen. Het waren overigens wel die bomen van vorig jaar die me ertoe aanzetten mijn camera weer eens uit de kast te pakken, maar toen ik vrijdagnacht later dan verwacht thuiskwam van een bruiloft besloot ik het plan van een bloesemfietstocht op zaterdagochtend toch maar te schrappen en te vervangen voor een minder uitgebreid kwartiertje op de zondagavond.

Mijn bloesemblogposts zijn – misschien niet anders dan andere blogposts, maar toch – tot nu toe altijd een gelegenheid gebleken om op mijn leven in z’n algemeenheid te reflecteren. Alsof ik me opnieuw voor wil stellen aan de lente, haar na een periode van afwezigheid bij wil praten over hoe de zaken ervoor staan, wat er in mijn leven speelt. Tussen bloesemfoto’s en een knipperende cursor schreef ik over hoe het einde van een periode als een almaar stijgende lijn voelde, over alles wat me in mijn eerste jaar als student niet lukte (hoofdzaak: vertrouwen op de tijd) en het nogal onbestemde gevoel dat dat me soms bezorgde en over terug zijn op een goede plek in je leven met voornamelijk positieve ontwikkelingen. Ik ben bang dat het deze keer over confrontaties met jezelf gaat.

Dat is niet per se negatief, maar er is me wel iets opgevallen: in periodes dat alles lekker of vanzelf gaat, ben ik me veel minder bewust van mezelf. Ik kan het niet helemaal lekker uitleggen maar ik denk in elk geval dat mijn doen, mijn denken en mijn zijn dan gewoon samenvallen, terwijl er op andere momenten een discrepantie is tussen wat ik voel en wat ik doe, bijvoorbeeld. Dat levert een innerlijke tegenstrijdigheid op en een soort buitenstaandersperspectief, omdat je opeens vanuit je ratio je handelen beoordeelt, en zodoende een hoger bewustzijn van jezelf. Zoals ik in mijn maartdagboek al schreef, maakt dat ook dat je af en toe met je gedachten ergens anders zit terwijl je iets aan het doen bent, of dat je iets juist doet vanuit de overtuiging dat het goed is en er niets bij kan voelen of ervaren omdat je gevoel iets anders zegt. Ik ontdek steeds meer dat het veel makkelijker om authentiek te zijn als alle componenten – hart, hoofd, lichaam – in lijn met elkaar zijn. En ja, authenticiteit is al bijna een goor woord verworden, maar uiteindelijk wat mij betreft wel essentieel voor een goed leven.

Terwijl ik af en toe nadenk over deze thema’s in mijn eigen leven, onderzocht Sunny Bergman voor haar nieuwste film wat de maatschappelijke ideeën over mannen zijn – zoals dat ze nooit huilen, bijna stoïcijns zijn en altijd harde grappen maken – en of ze daar onder te lijden hebben. Ze gaat uit van het idee dat mannen van de maatschappij hun emoties niet mogen tonen en hun gevoelens zodoende ook slecht kunnen uiten. Die traditionele mannelijkheid zou zelfs schadelijk zijn voor de geestelijke gezondheid van mannen, omdat ze daardoor niet meer in contact zijn met zichzelf, en daarna ook niet meer met anderen en hun uitvlucht zoeken in dingen als drank of werk. Ze stelt zelfs dat we mannen, door hen in de mal van ‘een echte man’ te duwen, niet toestaan om volledig mens te zijn.

Ik krijg af en toe een beetje de kriebels van Sunny’s manier van documentaire maken, maar ik vind waar ze me over na laat denken toch te interessant om haar films niet te kijken. Toen ik mijn laptop dichtklapte na de laatste minuten van Man Made bedacht ik me dat ik Sunny eigenlijk zou willen nuanceren door toe te voegen dat die mal van mannelijkheid niet alleen voor mannen geldt. Misschien is dat omdat zogenaamde mannelijkheid nog steeds de voorkeur krijgt in onze maatschappij en (vrouwen)emancipatie nog te vaak via die ‘mannelijke’ idealen gaat, misschien omdat mensen (en dus ook vrouwen) ook op andere manieren dit soort ideeën internaliseren en/of ontwikkelen, maar in elk geval voelde ook ik me aangesproken door wat ze presenteerde als ideeën over mannen. Dat ik veel met mannen omga, is wat mij betreft eerder een gevolg dan een oorzaak.

Het leven bestaat in sommige periodes vooral uit confrontaties met jezelf. Met je eigen stuntelen, verbergen, zwijgen, vluchten, proberen. Je bent opeens overal, in elke bus die voorbijrijdt terwijl je op het stoplicht wacht, in elk spiegelend oppervlak. Je valt jezelf op omdat je er anders uitziet dan het beeld van jezelf is in je hoofd. Soms neem je jezelf niet meer serieus richting anderen, omdat je er te erg gewend aan bent geraakt om je gevoelens en je gedachtes ook niet al te serieus te nemen en dat blijkbaar z’n doorwerking heeft. Je vergeet weleens waar je toe in staat bent, dat je nog steeds mag vertrouwen, dat falen niet erg is, maar je kijkt gelukkig ook steeds vaker precies in de juiste ogen om jezelf te zien zoals je dat zelf nog niet bedacht had.

Daarna bedenk je dat dit vaak nou eenmaal de manier is om te groeien. Toch nog bloesem, maar dan in het verschiet.

X,
Hester

Eén reactie

Laat een antwoord achter aan Marloes Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *