Neuschwanstein & Hohenschwangau

10 juli 2018, Hohenschwangau

Ik noem het volgens mij vaak genoeg: ik ga heel erg lekker op blauwe luchten. Niet per se de zon, maar juist de strakblauwe, egale kleur van de hemel is wat ik het allerleukst vind aan zomerse periodes. Ook in de winterse maanden van het jaar zijn mijn beste dagen vaak die waarop het plafond van wolken tijdelijk even oplost. Vice versa echter zijn ook dagen in juli soms voorzien van een grauw wolkendek, zoals op de tiende (in Duitsland althans). Mijn moeder en ik begonnen de dag wel in het meer waar onze camping aan grensde, maar een hele dag zwemmen en zonnen zat er niet in en dus vertrokken we naar iets waar een bewolkte lucht weinig aan afdoet: sprookjesachtige kastelen.

Bijna tegen de Oostenrijkse grens aan, precies in het midden van Zuid-Duitsland, vind je slot Neuschwanstein en slot Hohenschwangau. Hohenschwangau (de gele) heeft de rijkste geschiedenis, maar Neuschwanstein, in 1869 gebouwd in opdracht van koning Lodewijk II die zijn jeugd deels doorbracht in slot Hohenschwangau en daarna graag een kasteel voor zichzelf wilde (elke reisgids vermeldt er dan ook graag bij dat ‘ie later krankzinnig werd verklaard), trekt de meeste aandacht. Walt Disney zou er zelfs zelf geweest zijn en het slot als inspiratie gebruikt hebben voor het kasteel van Doornroosje in Disneyland Californië. Mijn ouders en ik hadden totaal gemist dat er zoveel te doen was om deze twee kastelen dus een bezoekje aan Neuschwanstein zelf zat er voor de rest van de dag al niet meer in, maar ik geloof ook dat niemand van ons drie daar erg rouwig om was gezien het hoge toeristische karakter ervan.

In plaats van achter de hordes Aziaten aan te lopen stapten we daarom in bij een oude man wiens werk in theorie bestond uit het rijden van een paardenkoets maar in praktijk uit het uitleggen dat hij, zoals op zijn bord stond, naar het gele kasteel reed, en niet naar Neuschwanstein. De hoeveelheid mensen die na zijn antwoord direct afdroop was beschamend groot. Uiteindelijk zat de koets toch vol en kon ik even genieten van één van de dingen in de wereld die me mateloos fascineren, namelijk paardenkracht. Ik vind het nog altijd lastig om te zeggen of paardenkoetsen op toeristische plekken of in steden echt diervriendelijk zijn en onder andere daarom (en door de prijs, maar als die hoog is vind ik dat in principe alleen maar goed) doe ik het bijna nooit, maar tegelijk ben ik elke keer enorm onder de indruk als twee paarden een wagen vol met mensen kunnen trekken, zeker als dat ook nog eens een vrij steile heuvel op is.

Bij Hohenschwangau dachten mijn vader en ik er nog heel even aan via de achteruitgang naar binnen te gaan maar dat plan vervingen we al snel door een brave lunch in de tuinen. Daarna liepen we weer terug, door de bossen en langs de Alpsee. Omdat de taxiritjes ons wel bevielen kochten we kaartjes voor de bus naar slot Neuschwanstein. Verwacht geen luxe, het was gewoon een stadsbus die net zo vol stond als bus 12 op een goede ochtend en in plaats van de Utrechtse spits haarspeldbochten trotseerde. Wel interessant waren de verhalen die ik om me heen hoorde van Aziatische mensen die in Amerika woonden maar voor de tiende keer in Duitsland waren. Ik weet niet op welk moment Duitsland een populaire bestemming is geworden voor mensen uit Azië, maar toen ik op de Marienbrücke stond om het vredige plaatje van Neuschwanstein te schieten zoals op de tweenalaatste foto werd ik in werkelijkheid aan alle kanten omsingeld door mensen, overwegend Aziatisch, op een enigszins instabiele brug. Niemand vertelt het je erbij, maar ik doe het nu even wel want op het moment zelf is het nogal lastig te negeren.

Vanaf Neuschwanstein liepen we naar beneden (mijn spierpijn bleef me daar de dagen daarna nog subtiel aan herinneren) met een kleine tussenstop voor koffie en Apfelstrüdel met een vreemd smaakje maar met uitzicht op een fantastische zwarte labrador van een ander gezin op het terras. Ik vond de kastelen zelf en de omgeving erbij echt de moeite waard, het is alleen teringtoeristisch. Dat is best lachwekkend als je er niet op gerekend hebt maar verder eigenlijk een beetje stom, ik houd gewoon niet zo van kuddegedrag.

Op de terugweg namen we een detour langs het skigebied Garmisch-Partenkirchen en gingen mijn ouders op zoek naar de Grote Olympiaschans die blijkbaar altijd op 1 januari gebruikt wordt voor het Vierschansentoernooi. Hoewel het voor hen allebei een duidelijke herinnering bleek te zijn hebben ze het zeker niet doorgegeven in de opvoeding, want ik had geen idee. Ik bereidde me mentaal alweer bijna voor op een nieuwe toeristische trekpleister, maar de schans bleek juist totaal verlaten ergens verstopt te zijn. Goed om te weten dat dat ook nog gewoon kan.

X,
Hester

3 reacties

  1. Prachtig!! Ik ken Neuschwanstein van de plaatjes en de verhalen inderdaad, ik ben er nog nooit geweest.
    Hele toeristische plekken zijn vooral irritant als je ook veel niet-toeristische plaatsen bezoekt in diezelfde vakantie, vind ik :’) Zo waren we afgelopen week in Marokko op veel wat minder toeristische of gewoon niet-toeristische plekken en toen was de botanische tuin in Marrakesh ineens meeegadruk :’)

Laat een antwoord achter aan Bermal Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *