Lucca, 18 juli 2017
Kleine sprong in de tijd, maar ook in Europa. We hebben Slovenië verruild voor Italië en zijn bijna 500 kilometer verderop neergestreken in San Marcello Pistoiese, een klein dorpje in een heel heuvelachtig gebied. Ik kan alvast verklappen dat ons onderkomen mooi genoeg, de temperatuur warm genoeg en de infrastructuur bochtig genoeg was om vooral heel veel uren aan het zwembad te spenderen, iets wat we zowel de zondag als de maandag dan ook deden. Na (voornamelijk) mijn ik-wil-een-heel-land-zien-in-één-weekregime is die rust ook niet onnodig. Bovendien had ik nog boeken te lezen, want je kunt als Nederlandsstudente nou eenmaal moeilijk terugkeren op de uni zonder nieuwe titels op je lijstje te hebben staan. Na twee van zulke ultiem chille dagen begint het echter toch weer een beetje te kriebelen bij mij om nieuwe dingen te zien en dus plannen we een stedentripje voor de dinsdag. Florence stond in eerste instantie op de planning en die stad wil ik oprecht nog heel graag zien maar het blijkt iets minder makkelijk bereikbaar dan gedacht en met 35+ graden ben ik sowieso bang de stad niet volop te kunnen verkennen, dus we gaan voor keuze B, Lucca.
In het eerste uur komen we al langs een paar kerkjes waar de zon achter vandaan schijnt en uiteraard het Piazza dell’Anfiteatro. Niet veel later staan we tussen de bomen op de Torre Guinigi met perfect overzicht over de stad. Na een week in een totaal ander land voelt dat enigszins als een cultuurshock: ik hoor overal om me heen Nederlands – en dan ook nog eens gezinnen, de ergste versie – en bovenop de toren, waar het enigszins krap is, moet je wachten met passeren tot iemands selfie gelukt is. Ik kan een eerste reactie van afkeer niet onderdrukken omdat het gewoon opeens een heel andere beleving is. Aan het uitzicht doet het gelukkig niets af, ik houd van de strakblauwe lucht, de oranje daken en de bergen om de stad heen en ik verbaas me over de hoeveelheid torens.
Desondanks kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het onwijs rommelig is. Sfeer heeft het zeker, maar ik denk dat het me een jaar zou kosten om hier blindelings de weg te vinden en ergens te komen zonder minimaal één keer fout te lopen. Gelukkig is dat op vakantie niet zo’n punt omdat het heerlijk is een beetje rond te dwalen maar toch blijft het me opvallen, net zoals de bijna middeleeuws lichtgele huisjes op het plein. Dit is na Rome mijn tweede keer Italië – wel de eerste keer voor mijn ouders overigens – dus ik heb nog alle recht om me volop te verwonderen.
Next stop en tevens lunchspot is de kathedraal / Duomo. Deze vind ik wel echt heel erg mooi moet ik zeggen, zowel van buiten als van binnen. De hoeveelheid details en (daarmee) werk die gepaard gaan met het maken van zo’n ding is iets waar ik niet over uit kan maar wel graag lang naar blijf kijken. Mijn zus en ik scoren ansichtkaartjes en ik zet het laatste deel van de route uit, naar de San Michele in Foro. We kunnen er niet in omdat ‘ie dicht is op het moment dat we er zijn maar ik kan er niet omheen dat ook die alsnog lekkere plaatjes oplevert.
Hierna besluiten we tot koffie en waar ik eerst voor een standaard cappuccino wilde gaan wordt dat een ijskoffie (vergeten te vertellen, maar het was nog steeds heet). Ik ben een beetje in de war als de beste man vraagt of ik er suiker in wil maar wel heel positief verrast als ik uiteindelijk zwarte koffie met ijsklontjes voor m’n neus krijg. De eerste slok is een kwestie van je verwachtingen aanpassen maar het is tegelijk ook zo smaakvol en zo erg wat ik nodig had dat ik er heel erg van kan genieten. Als het in Nederland ook regelmatig zo heet zou zijn zouden we wat mij betreft direct over kunnen gaan naar deze definitie van ijskoffie en alles met ijs erin skippen. De zaak waar we zitten is overigens lekker traditioneel inclusief rood-witgeblokte tafelkleedjes en een aftelkalender van A4’tjes op het raam tot het plein weer vrij is. Op het moment dat wij er zijn is het Lucca Summer Festival bezig en aangezien we grenzend aan de hekken van de tribune zitten snap ik de irritatie van de eigenaar en kan ik lachen om z’n uiting van publieke frustratie om er toch nog wat van te maken.
Uiteindelijk lopen we weer terug naar de auto, met een tussenstopje op de stadsmuur, toch wel het meest overzichtelijke element van de hele stad. Lucca is een heerlijke stad met een oranje-geel-wit-groen kleurenpalet dat zomer schreeuwt en uitnodigt om een dagje in te verdwalen. Aan de andere kant ben ik nog niet als een blok voor de charme van Italiaanse steden gevallen, maar als ik door mijn foto’s scroll kan ik alleen maar concluderen dat dat waarschijnlijk een kwestie van persoonlijke voorkeur is (ik hoop dat dat geen cirkelredenering was). Lui als we zijn cancelen we het originele plan om nog even door te rijden naar de kust en zijn we het unaniem eens om nog een middag in het zwembad in ons eigen paradijsje te chillen. Daarover over een paar dagen meer in een van de laatste vakantiediaries, want het houdt ook een keer op. Zelfs bij mij.
2 reacties
Het lijkt inderdaad niet op te houden met die vakantiediaries, heerlijk joh! ;) Die regio van Italië lijkt me heel mooi want na Rome ben ik echt wel verliefd geworden op de Italiaanse straatjes :)
Oooh wat een heerlijke post (ook al is dit alweer van even geleden). Ik was vorig geleden ook in Lucca voor een dag met mijn oma, toen we met m’n ouders in Pisa en Florence op vakantie waren!