Augustus ’17 in Rotterdam en Utrecht

Het is zomer geweest. Dat was qua temperaturen misschien niet altijd te merken, maar wel qua vrijheid: van 15 juni tot 7 september had ik in elk geval op de universiteit niets te zoeken. Ik heb in plaats daarvan weken in Slovenië en Italië doorgebracht, maar evengoed in Rotterdam en Utrecht. Die zijn op mijn blog tot nog toe onbelicht gebleven, terwijl ze evengoed (of misschien zelfs meer) symbool stonden voor zelfontwikkeling, vrijheid en zorgeloosheid. Ik kon een maand lang dingen doen die ik leuk vond met de reden dat ik ze leuk vond en zo simpel was het dan. Om dat gevoel nog even vast te kunnen houden: een driepuntssamenvatting van mijn augustus.

Ik zag vrienden van vroeger en van nu, van Utrecht en van thuis. Tussen mijn twee vakanties door hield ik een meet-up die een dag duurde met Niels waar we ons volgooiden bij de Lof der Zoetheid, over de kassen en velden van Bleiswijk en omstreken tegen de skyline van Rotterdam aankeken en borrelden bij Waalhaven (naast de landingsbanen van Rotterdam Airport). Na mijn dispuutsvakantie had ik nog vier weken augustus over en die heb ik vrij effectief benut. Ik zag Paterson op de Pleinbioscoop in Rotterdam met een vriend waarbij ik ongeveer vernikkelde van de kou (ondanks mijn campingoutfit) maar dat gelukkig niets afdeed aan de ervaring, er was een schoonmaakdag in mijn huis in Utrecht die eindigden met Frederique en ik die de kast die we zelf in mijn auto hadden vervoerd ook zelf in elkaar zetten om negen uur ’s avonds en er was een tweede IKEA-diner in een week, dit keer met mijn zus die wat nodig had.

Ik dronk colaatjes op het strand van Wassenaar met Niels en Tom waar we aankwamen toen de zon eigenlijk allang onder was, maar gelukkig was ik op weg naar Tom al een perfecte spot voor een zonsopgangsfoto tegengekomen. In de UIT-week at ik pannenkoeken en gin-toniccake in mijn huis met mijn lichting van mijn dispuut waarna we ons naar het feestje bij onze vereniging begaven. Ik had bijna heel mijn dispuut al sinds de vakantie niet meer gezien dus dat maakte het sowieso een geslaagde avond. In de kleine uurtjes vond er nog een kleine Janskerkhofclubtour plaats met een paar meiden die bij Hofman eindigde en om half zes kwam ik in de halve afwas van het voorafgegane thuis. Worth it. 

Het weekend daarna was ik met Niels, Tom en Marolise in Brugge, waarover later meer. Maandag zag ik Brenda eindelijk weer en kletsten we bij terwijl ik na twee jaar eindelijk weer eens op een paard zat en door het bos stapte en met de kittens op stal knuffelde, dinsdag at ik pizza bij het Amsterdam-Rijnkanaal met een vriend van thuis, woensdag lunchte ik bij Luden met Lisa, donderdag was ik weer in Rotterdam  en dronk ik cappuccino’s met een vriend voor de markthal na een korte omzwerving in de bibliotheek waar ik nog boeken moest inleveren (fijnste plek van de stad). Zaterdag reed ik weer naar Utrecht want de aspirant-leden van mijn vereniging kwamen terug van noviciaat en dus was ik met Maartje bij de viering, at ik kibbeling aan het kanaal met Nienke die ik tegenkwam, kletste ik bij met mijn huisgenootjes die bij die aspirant-leden hoorden over hun week en maakte ik een tussenstop op weg naar huis in Zevenhuizen waar wat vrienden zaten. In de week die volgde volgde ook de eerste dispuutsavond en de – voor mij – eerste borrel met de nieuwe lichting, die augustus over deed gaan in september.

Ik leerde autorijden. Dat kon ik officieel al sinds augustus vorige zomer, toen ik mijn rijbewijs haalde, maar tot 14 mei reed ik nog altijd onder het toeziende oog van een van mijn ouders dat misschien nog wel strenger was dan dat van m’n rij-instructeur. Zelfs als ik zelf reed voelde dat als meerijden met iemand die de auto uiteindelijk weer mee naar huis nam en een mening had over wat ik deed. Ik was alsnog heel blij dat ik het wel zo vroeg gehaald heb zodat ik zodra ik aan de uni begon van het hele rijles- en cbr-gedoe af was, maar deze zomer ontdekte ik pas echt dat ik autorijden wél zo leuk vind als ik me van tevoren had ingebeeld. Als tweede auto stond onze retroblauwe Volkswagen Golf cabrio bij huis en daar heb ik ontelbaar veel ritjes in gemaakt, door Rotterdam-Noord en Bleiswijk, naar Utrecht, naar Brugge en Knokke, naar Zevenhuizen, naar Houten. Af en toe genoot ik de luxe van onze lease-auto en dat werd dan gelijk uitgebuit door er een Ikeakast in te vervoeren of naar het strand van Wassenaar te rijden maar ik kan er niet omheen dat de cabrio uit ‘mijn’ jaar (1999) een van de soepelste, lekker rijdendste auto’s is die ik heb gereden en m’n hart een beetje gestolen heeft.

Ik heb verder in het buitenland gereden, tweeënhalf uur achter elkaar gereden, open gereden op de snelweg, ’s nachts alleen gereden en met jazzmuziek door de speakers schallend gereden en het ging goed. Als ik zoiets opschrijf moet ik altijd direct denken aan de theorie-examenvraag waarom jongeren het meeste ongelukken veroorzaken met als antwoord dat ze risico’s onderschatten en heb ik het idee dat ik me schuldig zou moeten voelen, maar tegelijk weet ik van mezelf dat ik me daar terdege van bewust ben. Dit is puur een kwestie van vertrouwen in mijn eigen kunnen, net zoals mijn vrienden die zonder twijfel bij me in de auto stappen en mijn ouders die me probleemloos een auto meegeven dat doen (waarvoor eeuwige dank). Afgelopen maand haalde mijn vader bovendien onze Mini (Sprite, 1996) weer onder het doek vandaan waar ‘ie al twee jaar mee in de garage stond en nadat ‘ie APK-gekeurd was reed ik ‘m van de dealer naar huis. Het rijdt totaal anders maar juist dat is zo leuk, rij-ervaring die niet alleen neerkomt op je verkeersinzicht en het aantal kilometers dat je hebt afgelegd op de weg maar ook op voertuigbeheersing. Wat dat betreft ben ik meer dan in het goede gezin opgegroeid en ik ben me er ook heel bewust van dat dat niet normaal is en ik er extra van mag genieten.

Ik vind autorijden zelf dus heel leuk, maar ik haal er ook voldoening uit om op weg van Utrecht naar thuis m’n auto nog even het erf op te draaien van een vriend die op de route woont en om mensen thuis af te kunnen zetten na een 21-diner. De wereld is groter dan fietsafstand en spontaner dan ov-routes, zo ontdekte ik.

Ik werkte onverwachts veel. Op de laatste activiteit van het verenigingsseizoen, namelijk het gala van mijn dispuut, gaf ik mijn nummer aan een alumni die taalcheckers nodig had. Een maandje later werd ik gebeld of ik een paar dagen tijd had voor een klus en die dagen werden er uiteindelijk twee tot drie per week. De tweede dag na je dispuutsvakantie van 24/7 buiten zijn acht uur lang op kantoor zijn doet niet veel goeds voor je vakantievibe (fun fact: ik had het ook nog eens de hele dag koud omdat ik van 40 naar 20 graden ging) maar over baantjes die je in je schoot worden geworpen mag je absoluut niet klagen. Het is in Den Haag, maar verder een ideaal bijbaantje dat ik waarschijnlijk zelfs kan aanhouden voor de komende maanden en dat uurtje reistijd dus prima waard is. Onwijs blij mee, want ik was – nu ik een paar uur per week minder verspil aan reistijd – ook wel van plan iets te gaan zoeken en die zoektocht kan ik nu skippen.

Verder hing ik na alle slaapjes en fruithapjes een uurtje met twee kindjes rond in een speeltuin, fotografeerde ik de open dag van mijn vaders werk en werkte ik vier dagen in het bedrijfsrestaurant van de AD Persgroep, naast Rotterdam Centraal. De spoelkeuken is iets minder fancy dan een kantoorbaan maar tussen de skyscrapers van Rotterdam door lopen verveelt nooit,  zelfs niet met een boodschappentas met €20 aan eieren en alzeker niet op een goede ochtend. Ik maakte broodjes en smoothies en toetjes en salades, kwam er opnieuw achter hoe onwetend ik soms ben in de meest praktische dingen maar ook hoe leuk ik het contact met mensen vind en keek elke keer reikhalzend uit naar de lunch waar ik eindelijk alles kon proeven. Door de hoeveelheid werk heb ik me – in tegenstelling tot vorig jaar – totaal niet verveeld en kwam ik aan een aantal dingen niet toe terwijl vakantie daar juist de tijd voor is maar geld is nou eenmaal ook wat waard en ik denk dat dit best een volwassen keuze was. Die moet je af en toe ook maken.

Het was niet het broererige, zinderige idee dat ik bij nazomeren had, maar wel een ontzettend goede maand in mijn twee favoriete Nederlandse steden met heel veel van mijn favoriete mensen waar ik volop van genoten heb.

X,
Hester

Eén reactie

Laat een antwoord achter aan Romana Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *