Slovenia diaries: Piran beach, sights, sundown

Piran, 13 juli 2017

Piran is waanzinnig. Dat weten we nog niet op het moment dat we het stadje in eerste instantie binnenrijden, want we draaien direct de parkeerplaats bij de zee op. Na twee onwijs hete bezoekjes aan kuststeden en twee keer over een perfect blauwe zee kijken zonder erin te springen is het niet meer echt een optie ook dit strand te skippen of uit te stellen. Ik kleed me ergens achter de auto om (voordeel aan jurkjes) en loop vijf minuten later de zee in. Ook die is eigenlijk nog redelijk warm maar dan op een aangename manier waarbij je geen enkele moeite hebt om aan het water om je heen te wennen. Ik zwem een stukje richting de torens van Piran met mijn moeder, ga daarna op mijn handdoekje aan de kant liggen (niet in het zand overigens, het was geen zandstrand) en verval na een paar bladzijdes in mijn boek al snel in een dutje.

Het is weer een gevalletje powernapping tot er een lichaamsdeel gaat slapen en je daar compleet van in de war maar toch ook lichtelijk refreshed van wakker wordt. Op het moment dat ik mijn ogen opendoe en me uit m’n enigszins benauwde positie omdraai is de middag al voorbij en is mijn gezin al bijna begonnen met een kort overleg over de avondplanning. We waren eigenlijk van plan de volgende dag uitgebreid uit eten te gaan maar als we nu naar huis gaan is er niemand die nog zin heeft om te koken; bovendien is mijn brein weer opgestart en herinner ik me dat ik Piran toch echt nog wel in wil. Als ik vanuit de zee de kerktorentjes al kan zien kan dat alleen maar veel goeds beloven, is mijn gedachte, en dus parkeren we even later de auto in de parkeergarage op tien minuutjes loopafstand van de autoluwe binnenstad van Piran.

Aldaar komen we al snel op het plein uit en dat is top. Echt, ik heb een enorm zwak voor pleinen, gewoon omdat ik het zo lekker vind dat er ruimte is en dat het een soort algemeen, centraal punt is. Dit is ook geen schattig oud Italiaans pleintje, maar gewoon een degelijk, stijlvol plein omringd door ongeveer twee belangrijke gebouwen, horeca en hotels en de haven. Zo zo ongelooflijk mooi. We kunnen dan ook niet anders dan daar een tafeltje voor vijf bezetten. Er is een flinke wind waardoor de obers vooral over het terras rennen om parasols op te vangen maar na een halfuurtje keert de rust gelukkig een beetje weder en geniet ik een wit wijntje en een inktvisrisotto. Nog nooit op, er stond zeevruchtenrisotto op de kaart en toen de ober ’this is black risotto, is that ok?’ verifieerde verwachtte ik nog steeds geen inkt in mijn eten, maar het was wel ontzettend smaakvol (niet charmant overigens). Om me heen worden pasta’s en pizza’s gegeten terwijl de zon haar laatste krachten loom maar fel opbrandt.

Na ons dinertje bestrijden we de afterkoolhydratendip door nog even door de straatjes van Piran te slenteren, eigenlijk op zoek naar de opgang naar het kerkje. Die zit goed verstopt maar als we uiteindelijk voor de tweede/derde keer langs dezelfde locals lopen en de weg gevonden hebben (wat, toegegeven, wel veel leuker is dan een gebaand pad) komen we opnieuw in een klein paradijsje aan. Ik weet dat ik bij de Grote Kerk van Den Haag ook al aangaf dat ik er graag in zou willen trouwen maar deze locatie is ook beyond perfect voor welke ceremonie, welk diner of welk feestje dan ook. Rondom het minikerkje – dat helaas dicht was – is een stukje gras met een 360 graden uitzicht over Piran. De zee, het tegenoverliggende land, de zonsondergang, het plein met de haven, de ‘normale’ huizen, de bomen daarachter, de andere hoge (stads-/burcht)muur die je kon beklimmen. Overal waar je kijkt is schoonheid, beloond met een laagje zon. Het uitkijkpunt is bovendien zo relatief laag dat je juist de details blijft ontwaren van waar je net was. Het komt eng dicht bij perfect en ik ben heel blij dat we op dit tijdstip, met deze zonsondergang een uitzichtje pakken (kan niet ontkennen dat daar over na is gedacht).

Terwijl een groepje Duitse vrienden aan een stapel afhaalpizza’s begint op het grasveldje, we ons met andere toeristen verbazen over de zogenaamde mythe waardoor de kerk dicht is en we iemand strikken voor een gezinsfoto wordt het ook langzaam tijd om terug te keren. Groot voordeel aan Slovenië en deze regio is dat de weg terug naar Ljubljana voornamelijk uit steady snelweg bestaat, wel zo lekker na een mega intensieve dag als deze. Koper, Izola en voornamelijk Piran namen me oprecht een beetje in beslag en lieten in elk geval een onuitwisbaar goede herinnering achter, zo een waarvan je de foto’s blijft opzoeken en bekijken. Wegdromen tot in je volgende collegejaar.

X,
Hester

2 reacties

Laat een antwoord achter aan Emma Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *