Schrijven over mijn observaties op de uni voelt nog een beetje alsof ik er eigenlijk niets te zoeken heb, alsof ik alleen maar vier algemene presentaties heb bijgewoond van studies die ik waarschijnlijk toch niet ga doen. Aan die open dagen moest ik denken toen ik vorige week vrijdag na afloop van mijn college naar mijn fiets liep en zag dat de stad vol was met aspirant-studenten. In de vijfde vond ik het nog leuk om me te oriënteren op mijn toekomst maar toen ik aan het begin van de zesde bijna routinematig opnieuw de open dag van Leiden en Utrecht bezocht op mijn vrije zaterdagen had ik het zodanig gehad met alle nietszeggende praatjes en ruimtes die ik absoluut niet kon vinden en schuldgevoelens tegenover mijn ouders die zelf graag mee wilden dat ik niet meer echt kon genieten van het vooruitzicht op een bepaalde studie in die stad. Gelukkig had ik ondanks dat onbewust allang voor Utrecht gekozen en nu we een paar maanden verder zijn roept de Drift geen gevoelens van verwarring of desoriëntatie meer op, maar is het stiekem één van mijn favoriete locaties in de stad geworden.
Dat is niet alleen omdat het maar vijf minuutjes fietsen is vanaf Centraal, pal in de binnenstad zit (waardoor ik onder andere elke keer weer bang ben dat ik een lekke band heb omdat het onmogelijk is om niet door glas te fietsen en vaker dan nodig bier ruik om negen uur ’s ochtends) en huist in het soort panden waar ik alleen maar van kan dromen om in te wonen, maar ook door de sfeer die er hangt. Ik kom te weinig op de Uithof en in andere studentensteden om het aan de stad of de faculteit toe te schrijven maar durf toch te zeggen dat het misschien iets met Geesteswetenschappen zelf te maken heeft dat ik de leukste outfits spot tijdens een uurtje in de Voorkamer. Alles wat in je geboortedorp als te alternatief, te laidback of te hipster zou worden gezien is volledig geaccepteerd en dat is vooral omdat sociale controle een totaal afwezig begrip is op de uni.
Zo was het de eerste twee weken van september zo bloedheet dat ik op sommige dagen niets anders kon verzinnen dan een crop top. Op mijn middelbare school was dat niet uit den boze maar het zou hoe dan ook een stuk meer guts kosten om het wel gewoon te doen en een reepje blote buik zou ook niet onbesproken blijven, zeker niet als mensen het ‘niet van je gewend waren’. Tijdens mijn eerste colleges was dat niet aan de orde, realiseerde ik me: mijn studiegenootjes hadden nog geen beeld van me en de algemeen heersende moraal was een stuk breder dan ik gewend was. Als meisje uit de Randstad dacht ik altijd dat het wel meeviel met de krapte van de kaders waarin ik leefde, maar zes jaar met dezelfde mensen die allemaal in een leeftijdsperiode zitten waarin iedereen extra judgemental is bleek toch voor een enigszins beperkte bewegingsruimte te zorgen.
Onverwachts voelde zonder bekenden aan een studie beginnen die aansluit bij mijn interesses daarom ook pas écht een beetje als je eigen weg gaan. Ik vind het heel leuk dat ik nog vrienden heb die gebeurtenissen kunnen oprakelen uit groep vier op de basisschool of de eerste klas, juist omdat we zo’n lange geschiedenis hebben, maar hoe lekker is het om af en toe ergens in je eentje aan te kunnen beginnen? Daarvoor hoef je namelijk echt niet al je schepen achter je te verbranden, net zoals je niet radicaal hoeft te veranderen om die vrijheid te kunnen waarderen. Het voelt vooral alsof het makkelijker is om je te ontwikkelen, alsof je minder te maken hebt met kritiek en vooroordelen, alsof je beter jezelf kan zijn. Het voelt vooral alsof er iets meer zuurstof in de lucht zit en er iets minder wind is om je een bepaalde kant op te willen sturen.
Dat heeft er ook mee te maken dat jezelf zijn niet per se meer een keuze is. Na het standaardpad van basisschool en middelbareschool, waarin je eigenlijk prima in de massa op kan gaan als je niet zo zeker weet wat je precies wil, word je eigenlijk vanzelf gedwongen om je eigen toekomst uit te stippelen. Wat ik studeer is dan misschien de hoofdkeuze, maar ook de stad waar ik studeer en de keuze voor (en voor welke) studentenvereniging zijn bepalend. Als ik over de Drift naar college loop voel ik me dan ook standaard meer individu dan ooit: er zijn nog steeds mensen met wie ik dingen gemeen heb, maar uiteindelijk is mijn leven uniek. In principe ook heel logisch als je in plaats van 35 nog maar tien tot twaalf contacturen per week hebt en dus veel meer tijd om op te vullen en op een verschillende manier in te richten.
Studeren is floreren. Niemand zegt meer wat je moet doen, of je je tijd vol in je studie of in je vereniging of in andere vrienden of in je werk moet steken, en uiteindelijk moet je dus wel keuzes maken. Ik vind het heerlijk dat ik op vrijdagmiddag maar ook op elke andere gewenste dag een rondje binnenstad kan maken zonder dat ik dat met iemand moet overleggen of aan iemand moet verantwoorden en minstens net zo chill dat ik in een dispuut zit waarbij het zowel oké is om om elf uur weg te gaan als om te borrelen tot vier uur ’s ochtends en dat mijn studie, juist ook als ik die zo serieus neem dat ik achten haal, niet mijn hele leven beslaat of beïnvloedt. Hoewel ik af en toe nog in de bad habit van thuisblijven verval is het voor iemand als ik alsnog een soort droomwereld om mijn leven zelf samen te kunnen stellen.
Aan de andere kant is het onmogelijk om dit te lezen en niet te voelen dat die nadruk op het individu misschien ergens wringt. Ik kan gelukkig zeggen dat ik niet zoveel ervaar van een individualistische sfeer, althans niet in negatieve zin: mijn studiegenootjes zie ik niet uitgebreid, maar wel dagelijks even en dat is eigenlijk altijd wel gezellig. Daarnaast is de sfeer er bij een studentenvereniging (en misschien nog sterker bij een christelijke) juist naar om een groep, een eenheid te vormen, en hoewel je er zelf wel echt energie in moet steken is dat een groep waar je uiteindelijk goed in kan komen. Ik leer dat investeren nog belangrijker is dan ik dacht, niet alleen investeren als in echt aandacht aan iemand persoonlijk besteden (dat lukt namelijk wel), maar ook investeren als in actief tijd voor mensen maken en iets plannen. Dat is in de praktijk gewoon altijd een stukje ingewikkelder.
Wel opvallend is dat ik in een vorige conceptversie van deze blogpost gestopt was met schrijven (schrijfprocessen gaan niet altijd even vloeiend) na de zin ‘In feite is mijn identiteit nu, op de geschiedenis van de afgelopen achttien jaar en wat doorgegeven genen na, voornamelijk een resultaat van de keuzes die ik dagelijks maak.’ Daar had ik toen al een beetje m’n twijfels bij maar ik kon niet helemaal achterhalen waarom het niet zou kloppen en liet het dus lekker staan, tot ik anderhalve dag later tijdens een dispuutsavond het praatje van een dispuutsgenootje hoorde. Mijn identiteit is allesbehalve een resultaat van de keuzes die je maakt en wat je doet, en in plaats daarvan gelegen in het kind van God zijn. Dat ik zoveel vrijheid ervaar om me te ontwikkelen blijft zeker iets waar ik gebruik van mag maken en waar ik van mag genieten maar het doel daarvan is niet om zoveel mogelijk ECTS binnen te slepen, zoveel mogelijk leuke dingen mee te maken, mijn week zo vol mogelijk te plannen en zoveel mogelijk connecties op te bouwen. Ik wil me ontwikkelen zodat ik een mooier mens word die iets kan betekenen voor andere mensen, voor de maatschappij. Ik wil een band met mensen opbouwen en onderhouden omdat ik erin geloof dat het onwijs belangrijk is dingen te delen. En ik wil meer mezelf zijn zodat ik puur en oprecht kan zijn in alles wat ik doe.
Enjoy your Sunday! xxx
PS: Een artikel van bijna een jaar geleden waar ik aan moest denken omdat ik in de laatste twee alinea’s bijna hetzelfde gedachtegoed verkondig als nu vind je hier.
9 reacties
‘Ik wil me ontwikkelen zodat ik een mooier mens word die iets kan betekenen voor andere mensen, voor de maatschappij. Ik wil een band met mensen opbouwen en onderhouden omdat ik erin geloof dat het onwijs belangrijk is dingen te delen. En ik wil meer mezelf zijn zodat ik puur en oprecht kan zijn in alles wat ik doe.’ – Dit. Echt heel mooi. Prachtige afsluiting van je al net zo mooie artikel.
Fijn dat je weer eens zo’n ‘diep’ artikel hebt geschreven, echt heel mooi om te lezen.
Oh, en de Drift is ook mijn favoriete plek van Utrecht haha, je moet wel bijna van de Drift houden <3
Wow Hester, dit artikel komt echt als geroepen voor mij. Hoe graag ik een tijdje geleden (nadat ik had meegelopen bij de dierenarts) meteen met studeren wilde beginnen, zo graag zou ik nu voor eeuwig op de middelbare school willen blijven. Ik heb zó’n verschrikkelijk fijne vriendengroep en ik weet nu eigenlijk gewoon al dat we dit moeilijk in stand kunnen houden, als de één volgend jaar in Groningen zit, de ander in Utrecht of Amsterdam en weer iemand anders een halfjaar in Australië… Ik had het er gister met mijn moeder over tijdens een wandeling in de duinen en toen merkte ik dat het me echt dwarszit. Maar wat jij allemaal beschrijft in dit artikel laat een kant zien die ik nog helemaal niet kende van studeren en me wél heel erg aanspreekt. Dus dankjewel daarvoor. En ik denk dat je ook zeker gelijkt hebt wat betreft het investeren in vriendschappen en actief tijd en plannen maken om de band die je met mensen hebt te onderhouden, maar ik ben ook zeker van mening dat dat van twee kanten moet komen. Hoe denk jij daarover?
Ja, ik snap dat je daarmee zit! Mijn leukste schooljaar – en dan ook vooral qua vrienden – was uiteindelijk ook de zesde klas en het voelt op sommige momenten heel dubbel om dat achter te laten terwijl het nog wel ‘werkt’. Ik heb daar zelf niet heel erg mee gezeten maar dat was denk ik vooral omdat het dat jaar heel leuk was maar ik wel wist dat het waarschijnlijk sowieso niet twee jaar precies hetzelfde was gebleven omdat sociale verhoudingen binnen een middelbare school toch elke keer weer verschuiven. Wat ik als tip zou willen geven: geniet nu heel erg en maak leuke herinneringen, maar probeer je niet teveel bezig te houden met volgend jaar/een beetje vertrouwen te hebben. Nu zie je waarschijnlijk vooral dat die leuke vriendengroep er dan niet meer is, terwijl je het sowieso ook leuk gaat hebben; alleen daar heb je nu nog geen voorstelling bij omdat de uni totaal nieuw is natuurlijk. Ik heb wel gemerkt dat het inderdaad ook echt lastig is om een vriendengroep (actief) in stand te houden en regelmatig af te spreken maar dat ligt er misschien ook een beetje aan hoe georganiseerd jullie zijn en hoe iedereen erinstaat. En je kan vanuit die groep misschien ook juist goede één-op-ééncontacten overhouden.
Over dat investeren: aan de ene kant is dat nodig bij nieuwe vriendschappen (bij zoveel nieuwe mensen kun je er niet vanuit gaan dat je echt een vriendschap opbouwt als je elkaar een keer per week heel even spreekt, daar moet je dan ook soort van voor ‘kiezen’) maar inderdaad ook bij ‘oude’ vriendschappen. Die pak je wel weer makkelijker op, is meer onderhouden dan opbouwen natuurlijk, maar in feite is het begrip investeren hetzelfde. En daarbij is het inderdaad ook wel belangrijk dat het van twee kanten komt. Ik merk dat je redelijk natuurlijk aanvoelt of iets werkt of niet maar in sommige vriendschappen is het nu ook gewoon een iets explicieter onderwerp. Je bent je allebei wel bewust van het feit dat je elkaar niet meer vanzelfsprekend ziet en spreekt dus het is onmogelijk om te doen alsof het nog hetzelfde is als vorig jaar. Bij sommige vrienden of vriendinnen denk ik dat het heel oké is om gewoon te bespreken hoe vaak jullie elkaar en jullie vriendengroep willen blijven zien of überhaupt hoeveel tijd jullie in oude/nieuwe vrienden wil steken. Als jij daar dan heel andere ideeën over heeft dan iemand anders is dat wel heel naar, maar dan zie je dat vaak wel een beetje aankomen. Ok, so far so good, lijkt me wel een maximale lengte voor een reactie op mijn eigen blogpost haha :)
Haha, ik vind het helemaal niet erg haha. Bedankt voor de tips – die zal ik in mijn achterhoofd houden!
Wauw, wat een prachtartikel. Ik kan niets anders zeggen!
Prachtig stuk, vooral de afsluiting! En dat lopen over de Drift, heel herkenbaar! Ik vind het zelf grappig om te zien dat ik dat op de Drift veel meer heb dan in Eindhoven.
Ja jij kan vergelijken natuurlijk! Leuk dat daar ook echt een verschil in zit, ik vind sowieso dat die universiteitstrui bijvoorbeeld ook nog best veel wordt gedragen. Komt denk ik toch een beetje door het feit dat je niet in een gebouw zit dat gebouwd is om universteit te zijn en er in alle opzichten voor is ontworpen maar juist in een al bestaand gebouw dat sfeer ademt. Dat maakt het voor mij in elk geval een plek met veel positievere associaties haha.
Ach, wat ben jij toch slim en goed in evenwicht. Hoe jij bent op je achttiende, daar kan ik alleen maar over dromen. Ik wou dat ik zo was geweest toen, en mezelf al zo goed kende.
Ik herken dit wel echt enorm: op het hbo heb ik zo ontzettend veel over mezelf geleerd, ben ik zo veranderd en gegroeid dat ik wel kan zeggen dat ik een heel ander persoon ben geworden – en daar ben ik alleen maar trots op. Dan ontdek je inderdaad ook dat jij uiteindelijk het allerbelangrijkste bent, niet de verwachtingen of het beeld van anderen.