zeventien negen

Ik zou willen dat ik minder van je nodig had. Dat ik je gedag zou zeggen, weg zou rijden en je zou appen dat ik thuis was en dan weer een keer als ik iets zou zien wat me aan je deed denken of als jij me drie dagen geleden vroeg hoe het met me ging. Ik zou spontaan met je af willen spreken alsof het geen dag langer kan wachten en mijn verhalen bij je uit willen storten, juist bij jou, want ik vind mezelf het leukste in gezelschap van jou. Ik weet nog steeds niet of dat is omdat ik expres mijn best doe voor jou of omdat het komt door de sfeer die om jou heen hangt of simpelweg door, want wanneer is dat niet het geval, de combinatie van beiden en misschien is het ook niet erg om dat niet te weten. De moeite die ik doe geeft me meer energie dan het me kost.

Over jezelf zou je na een tijdje voorzichtig vertellen hoe het echt met je gaat, terugkomend op bekende onderwerpen, maar wel oprecht. We zouden allebei andere dingen opslaan van wat we elkaar vertellen: jij soms de kleinste details in plaats van de grote lijnen, ik vooral de manier waarop je naar de wereld om je heen kijkt. Jij zou het zijn die geen antwoorden uit de weg gaat. Aan wat het eind van de avond lijkt zou ik vragen of je nog even hebt en jij zou ja zeggen, omdat je niet in evens en eindtijden denkt maar alleen aan mij, aan het nu en aan de lengte van een nacht.

Pas fietste ik langs een hotel in mijn eigen stad en dacht ik aan de mensen die daar met een koffer bij de receptie staan om de sleutel te ontvangen van hun tijdelijke nieuwe thuis. Niet de wereld ligt aan hun voeten maar juist de veelvoud van straten waar je zo goed in kunt verdwalen, waar je op elke hoek een nieuw restaurant kunt ontdekken waar je uiteindelijk elke dag naar terugkeert en je familie thuis over vertelt. De stenen slijten niet alleen onder de dagelijkse tripjes van inwoners maar ook door deze mensen die zoveel mogelijk tot zich willen nemen in de tijd die ze hebben, die de stad willen drinken, zich erin onder willen dompelen. Alles wat allang gekend wordt willen zij alsnog zelf ontdekken en het grootste geluk halen ze uit de momenten dat hun voeten hen opeens onafhankelijk van hun hoofd naar de juiste plek brengen. De mens is een eigenwijs schepsel.

Zo heb ook ik mijn plattegrond van jou in hoog tempo geschetst. Er zitten nog wat foutjes in, sommige wijken heb ik nog niet verkend, maar het stadshart staat er. Mijn hotelkamer heb ik met jouw goedkeuring ingeruild voor een vaste verblijfplaats. Ik ben een inwoner geworden die regelmatig simpelweg thuiskomt, op haar bank gaat zitten en de stad waar ze zo van houdt de stad laat. Die weggaat maar altijd binnen afzienbare tijd weer terugkeert, nooit meer echt afscheid neemt.

Maar om me volledig thuis te voelen heb ik dingen van je nodig. Ik vraag je of je de juiste dingen op de juiste momenten wil zeggen maar ook of je mijn stiltes wil accepteren, of je niet mee wil gaan in mijn gevoelloze opmerkingen wanneer ik me minder goed voel zodat we de vicieuze cirkel waarin ik niet over mijn gevoelens praat vermijden, misschien zelfs of je aan mijn verwachtingen wil voldoen en tegelijkertijd ook weer niet omdat ik niet altijd wil wat goed is voor me. Ik zou willen dat ik toeristenbelasting kon betalen zodat ik mijn schuldgevoel over al die punten af kon kopen, een soort sorry dat ik er ben en gebruik maak van wat je te bieden hebt maar ik ga ook zo weer weg, maar dat stadium zijn we nu gepasseerd.

Het enige ruilmiddel tussen ons is liefde. En elke keer dat ik het liefste mijn koffers inpak en mijn huis uitsluip om pas weer terug te komen als ik niet meer het idee heb dat ik iets van je nodig heb, zorg jij dat het bij opruimen blijft.

X,
Hester

19 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *