Leiden met de meiden

19 april 2019, Leiden

Hoewel ik nog steeds allesbehalve klagen mag, zijn de tijden van overvloedige vrijheid zoals ik die in mijn eerste studiejaar had wel enigszins voorbij. Vorig jaar werkte ik juist in mijn collegevrije weken en nu gaat mijn werk gewoon altijd door, waardoor ik me iets minder bewust ben van de overgang naar een nieuw blok. Dat ‘altijd doorgaan’ kent uiteraard wel een nuance en dat zijn de geplande schoolvakanties waar je met een baan in het onderwijs van mee mag profiteren. In het Paasweekend was de meivakantie net aangebroken en mijn eerste college van het nieuwe blok nog niet geweest, dus ik bevond me weer heel even in een zorgeloos tijdperk. De zon scheen en het was een goede gelegenheid voor een van mijn favoriete dingen: een stad ontdekken. De vorige keer dat ik dat deed (buiten een vakantie om) was volgens mij zelfs precies een jaar geleden, namelijk Nijmegen met Niels, en nu was het tijd voor Leiden.

Om 10:55 nemen we met elf meiden de trein vanaf spoor 11. Op vrijdagochtend voelt alles vroeger, alsof de dag voorloopt, maar een logischer verklaring is het feit dat ik donderdagavond gewoon altijd net te laat mijn fiets pak en naar huis fiets om zeven volle uren te kunnen slapen. Daarin ben ik uiteraard niet de enige dus we zitten al vrij snel op het terras van Annie’s voor koffie. Ik heb Leiden lange tijd gemeden: toen ik tussen Utrecht en Leiden koos voor mijn studie Nederlands had ik al nooit een goed gevoel bij Leiden en ook na mijn keuze hield ik daar nog aan vast, misschien ook omdat ik mezelf niet aan het twijfelen wilde maken. Inmiddels ben ik zo ingeburgerd dat die mogelijke twijfel niet meer aan de orde is maar ik stiekem juist een beetje nieuwsgierig werd naar dat parallele universum. Studentensteden hebben voor mij namelijk iets magisch omdat ik meer dan op welke plek dan ook het gevoel heb dat het mijn thuis had kunnen zijn. Van alle mensen die ik op straat tegen ben gekomen was er dan, getuige de hoeveelheid bekenden die ik in Utrecht tegenkom, tenminste eentje lid van dezelfde vereniging of een vage kennis geweest.

We vergelijken de grachten van Leiden met de Oude Gracht en ik heb mijn vooroordelen eindelijk zodanig losgelaten dat ik de Leidse grachten heel even mooier kan vinden dan onze gracht. We beklimmen de Burcht, waar je een overzicht hebt over een groot deel van Leiden en de opvallende hoeveelheid kerken waar ik uiteraard precies weer geen foto’s van heb.

Na dit verkenningstochtje lunchen we op het terras bij Aan de Rijn waar ons geduld uiteindelijk beloond wordt met de lekkerste garnalenkroketjes, panini’s pittige kip, broodjes carpaccio en oude kaas met tomatensalsa en frietjes. Ik vind eten een fantastische bezigheid en nog leuker met tien vriendinnen. Jullie zullen niet forever geïnteresseerd blijven in hoe je in een vereniging kan groeien en hoe je vriendschappen evolueren naarmate je langer lid bent (of überhaupt ergens langer bent), maar soms blijf ik het toch nog zeggen. Als je van de middelbare school af komt waar iedereen je drie, zes of meer dan twaalf jaar kende, is het – soms zonder dat je het doorhebt – namelijk gewoon wennen om opeens weer vanaf nul te beginnen met heel veel mensen. Inmiddels heb ik weer vriendschappen die langer meegaan met mensen waarvan ik weet waar ze ongeveer vandaan komen, hoe ze zijn gegroeid, op welke manier ze waarschijnlijk gaan reageren, waar ik ze eventueel bij kan helpen en in welke situatie ik hun hulp juist goed kan gebruiken. Bovendien geldt vice versa hetzelfde en hebben zij (hopelijk) ook een beetje door wie ik ben. Dat plus een hele hoop herinneringen samen is gewoon superfijn.

Aangezien we onverwacht met een heel groot aantal zijn zorgen we voor een heel georganiseerd moment van opsplitsen. Maaike, Jacomijn, Joëlle, Sifra en ik kiezen voor het toeristische rondje Leiden. Een heel aantal dingen herken ik nog van de minimaal drie keer dat ik er eerder was, maar dat was altijd op minder zonnige momenten, en ik denk dat echt elke stad erbij gebaat is als de lucht perfect blauw is en de zon overal schaduwen achterlaat. Ik word zo blij van dat soort omgevingen dat er inmiddels een paar expres mislukte maar zonnige selfies op mijn iPhone terug te vinden zijn, niet omdat ik van plan ben die ooit te delen, maar omdat ze me eraan herinneren hoe ik me op die momenten voelde.

Als laatste brengen we nog een bezoekje aan de hortus botanicus waar het, geen verrassing, tropisch heet is, waardoor we af en toe de neiging moeten onderdrukken om heel hard de kas weer uit te rennen. Ik vond niet elke plant er even sprankelend uitzien (weet ook niet of dat de bedoeling is maar goed, zoiets verwacht je wel) maar het geheel was lekker groen en exotisch. Heel ongemakkelijke groepsfoto gemaakt ook op een veel te klein trapje. Dat proces herhalen we nog met alle elf op de gracht na een ijsje te hebben gehaald en daarna begeven we ons langzaam naar het station. Ik moet snel naar Rotterdam omdat ik verantwoordelijk ben voor de techniek bij de Goede Vrijdagdienst, anderen gaan naar Utrecht en andere plekken voor nieuwe afspraken. Maar één ding is zeker: Leiden diende een paar uur lang perfect als alternatief universum.

X,
Hester

3 reacties

  1. Ik herken wat je zegt over vriendschappen. De meiden die ik aan het begin van m’n lidmaatschap leerde kennen, ken ik nu bijna twee jaar. Toen ik me dat laatst besefte kregen die vriendschappen ineens een hele andere dimensie. Het nieuwe en spannende is er vanaf maar het vertrouwde is zoveel waardevoller. Rotterdam voelt nu nog veel meer al thuis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *