Wondering @ Oh Wonder, Paradiso

2 december 2017, Amsterdam

De makkelijkere keuzes in het leven zijn die of je wel of niet naar een concert gaat van een duo dat tijdens hun allereerste liveshow ooit met tweehonderd mensen aan publiek al een onwijs energieke show gaf. Dat was in november 2015, toen Oh Wonder nog onbekend was maar ik ze op de een of andere manier al wel kende en dus voor een tientje in de kleine zaal van Paradiso stond. Inmiddels zijn we twee jaar verder en na hun tweede show in Paradiso (dit keer wel in de grote zaal) overgeslagen te hebben was ik er nu, een album later, wel bij op één van de twee uitverkochte avonden. Tevens de eerste keer dat ik überhaupt kaartjes voor een concert kocht van artiesten die ik al een keer eerder live had gezien, want in de regel ben ik zo nieuwsgierig hoe muziek die ik altijd en overal luister eigenlijk live klinkt dat ik mijn geld vaker aan een nieuwe ervaring uitgeef dan aan de herhaling van een succesverhaal.

Dat die houding geenszins uitsluit dat een goede ervaring verrijken ook bovengemiddeld leuk is, werd al in de eerste seconde dat Anthony en Josephine het podium op stapten bewezen. Omdat ik zowel Oh Wonder als Ultralife al grijs heb gedraaid had ik er geen week voor uitgetrokken om hun hele repertoire weer een keer te luisteren en gebruikte ik beide albums vooral als soundtrack van mijn reis naar Amsterdam, die begon bij mijn ouderlijk huis. Terwijl ik naar de bushalte liep bedacht ik me dat ik eigenlijk weinig buiten kom op zaterdagochtend of -middag, omdat ik over het algemeen uitslaap, studeer en ’s avonds wegga. Ik weet überhaupt niet meer zo goed hoe zaterdagen werken maar daarom had ik wel des te meer zin in een middag- en avondvullend programma in Amsterdam. Misschien was het ook wel een beetje nostalgisch: ik sliep die dag ook per ongeluk uit tot 12:00, iets wat me in de vijfde klas bijna standaard overkwam op zaterdag, nam de bus die me langs mijn middelbare school voerde en had afgesproken met Hannah, die ik toch voornamelijk van de middelbare school ken.

Die hint naar twee jaar terug verdween toen ik uitstapte op het ondertussen bekende Utrecht Centraal en naar perron 5 liep. Het wachten op de trein naar Amsterdam leerde me één ding: het was kneiterkoud, ook wel het soort dag waarop je alle vrouwen die een panty aan hebben voor gek verklaart, behalve dat ik deze keer zelf zo iemand was. Mijn kleding lag gedeeltelijk in Utrecht en gedeeltelijk in de wasmand dus een jurkje was een logisch alternatief, ook omdat ik die eigenlijk alleen maar fijn vind tijdens (sommige) concerten. De kou had ik daarbij te incasseren, maar de mist boven de weilanden tussen Alexander en Utrecht die daarmee gepaard ging had dat gelukkig al ruimschoots goedgemaakt. Favoriete uitzicht.

In de tram van Amsterdam Centraal naar de Prinsengracht herinnerde ik me hoe ongelooflijk blij ik word van Amsterdam en hoe ik er veel te lang niet was geweest. Ik houd van Utrecht en Rotterdam en dat zijn misschien al genoeg steden maar ik vind het leuk hoe Amsterdam op z’n eigen manier indrukwekkend is en hoe ik er slecht genoeg de weg weet om er uren in te kunnen verdwalen, maar toch ook heel veel dingen herken van de keren dat ik er geweest ben afgelopen jaar. Aan elk bezoekje dat ik aan Amsterdam bracht is om de een of andere reden bovendien minimaal één goede herinnering verbonden waardoor ik straathoeken match met mensen, gevoelens en foto’s. Amsterdam zelf voelt absoluut niet als thuiskomen, maar wel als thuiskomen in het gevoel dat ik Nederlandse steden nog lang niet heb uitgespeeld, net zoals zoveel andere dingen in deze wereld.

Hannah en ik besproken na elkaar veel te lang niet gezien te hebben onze studentenlevens bij Ellis Gourmet Burger, sloten aan bij mijn huisgenootjes waardoor we een heel gedeelte van de rij skipten (sorry not sorry) en begroetten mijn zus die ook weer deel van het gezelschap was. Het voorprogramma was helaas een vervangster voor Jyames Young, de man die ik op zichzelf al zo onwijs goed vind dat het nogal een bummer was toen ‘ie ziek bleek te zijn. Laurel had ook een fijne stem maar haar roze hoed deed me veel te sterk denken aan Lady Gaga’s nieuwe album cover en haar act was een beetje tam. In contrast daarmee viel de  energie die door de zaal stroomde op het moment dat Oh Wonder het podium op kwam dus ook alleen nog maar meer op.

Dat was het moment waarop ik me realiseerde dat ik onwijs blij was deze artiesten weer live mee te maken. Enthousiasme raakt bij mij in heel veel gevallen de verkeerde snaar, omdat ik zelf mijn emoties niet zo heftig uit en enthousiasme daardoor vaak als onoprecht en dus ongemakkelijk ervaar, maar de vibe van Oh Wonder is enthousiast op zo’n manier dat het juist aanstekelijk werkt voor mij. Dat is dus uniek. Ik vond het heerlijk hoe ze Dazzle weer aan het begin van hun show deden, als metastatement, en hoe daaruit al direct bleek dat hun nummers nu nog veel meer tot show waren geworden en ze daarin waren gegroeid. Ze hadden nog steeds zo bizar veel plezier in performen en waren zelfs toen het even fout ging zo leuk dat ik van mening ben dat echt elke artiest daar iets van kan leren. Hun liefde voor Amsterdam is misschien een beetje vergelijkbaar met de mijne, met in hun geval voornamelijk herinneringen aan de start van dingen zoals hun bandnaam en hun allereerste liveshow, en ik hou van de perfecte mate van interactie op het podium als ze die herinneringen middenin de show ophalen.

Deze zaterdagavond herinnerde me er weer aan dat dit geen achtergrondmuziek is, maar dat het stuk voor stuk kleine kunstwerkjes zijn met teksten die vanuit gevoelens zijn geschreven en omringd worden door muziek waar je elke keer nog iets nieuws in kan vinden. Dat laatste component is alleen nog maar extra aanwezig als het live is en daarmee voor mij de toegevoegde waarde van een concert: je wordt door de artiest zelf meegenomen in de puurdere, dynamischere vorm van een nummer, zonder dat het ruimte wegneemt voor je eigen interpretatie. Hun teksten zijn vrij conceptueel, je kunt zelf zoveel invullen als je wil, maar omdat ze niet te abstract zijn is dat niet eens per se nodig en daar heb ik een zwak voor.

Na de toegift van Technicolour Beat – het nummer waar ik ze mee leerde kennen – en titelsong Ultralife vond er een kleine afterparty plaats in de zaal met mijn drie huisgenootjes, mijn zus en Hannah die precies één nummer mocht duren. Daarna was het aan ons de energie en inspiratie van die avond vast te houden.

X,
Hester

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *