Slovenia diaries: Savic waterfall & Vogel

Bohinj, 11 juli 2017

Na de eerste drie dagen Slovenië spenderen we de maandag in het retrozwembad middenin de stad bij wijze van rustdag. Mijn rust bestaat voornamelijk uit mijn eigen uitdaging om een kilometer te zwemmen (het zwembad is 50 meter lang en daarom dus ideaal), afgewisseld met Finding Audrey van Sophie Kinsella en het op afstand houden van de musjes die ik eerder een paar kruimels heel vies maanzaadgebak heb gegeven. Niemand van ons voelt zich te oud voor de glijbaan en het is een heerlijk rustige, zonnige dag maar ik heb een dag later ook weer heel veel zin om nieuwe dingen te zien. We rijden opnieuw naar het noordwesten van Slovenië maar deze keer langs Bled, richting Bohinj. Er is hier superveel te zien maar we hebben een beperkte hoeveelheid tijd en laten ons eerst even adviseren bij een informatiewinkel. Slovenen spreken over het algemeen allemaal (goed) Engels en dat is echt top, ten eerste omdat ik het een leuke connectie vind dat Sloveens net zoals Nederlands een redelijke minderheidstaal is, ten tweede omdat ik het gewoon heel sympathiek en gastvrij over vind komen. Bij deze man was Engels hoogstwaarschijnlijk een vereiste voor z’n baan maar ook in de rest van het land merk je het.

Het eerste wat we gaan zien is de Savica waterval, die te zien is na een wandeling van twintig minuutjes. De foto’s spreken voor zich volgens mij, het is opnieuw een enorm mooi en indrukwekkend plaatje. Het enige jammere is dat er tijdens de klim ernaartoe niet zo heel veel te zien is en het plateautje bij de waterval – logischerwijs – vol staat met mensen waardoor het bezoeken niet echt een ervaring is, zoals bij de Vintgarkloof. De drie uur lange wandeling door de Mostnicakloof is wat dat betreft een betere optie maar dat paste net niet helemaal in onze planning en mijn moeder en ik kregen ook niet iedereen enthousiast voor drie uur wandelen.

Achteraf gezien was dat misschien ook niet heel erg, want op de terugweg vanaf de waterval – in feite tijdens onze lunchpauze aan een picknicktafel – vallen de eerste spetters uit de lucht. Er is gerommel van onweer in de lucht, overigens iets waar niemand echt van onder de indruk lijkt te zijn, en de laatste meters waarbij je niet onder de bomen loopt trekken we een kort sprintje naar het winkeltje met afdakje. Het is het soort weer wat ik een jaar geleden nog typisch had gevonden voor Slovenië: een goede plensbui, bovendien eentje die op korte termijn nog niet lijkt te gaan stoppen. Als we na een minuut of twintig het idee hebben dat het iets minder is geworden rennen we opnieuw, nu de heuvel af naar de auto. Daar begint de helaas onvermijdelijke bijkomstigheid van regen: het bijstellen en afstemmen van je plannen. Het idee was met een kabelbaan omhoog te gaan, maar met regen en volle bewolking is dat een beetje zonde van je geld, en aan de andere kant is niet iedereen enthousiast om morgenochtend – als het wel zonnig en helder zou moeten zijn – nog een keer anderhalf uur te rijden.

Als het goed is kunnen jullie wel raden van wie die laatste optie afkomstig was. Ik ben ongeveer de meest eigenwijze van de club, hoewel ik moet zeggen dat ik dat evengoed van mijn ouders heb, maar ik heb gewoon nogal veel belang bij deze reis waardoor mijn mening nog wat sterker is dan anders. Mijn moeder en ik zijn het in stilzwijgen oneens als we op weg naar huis, als het stopt met regenen en lichter in de lucht wordt (wat logisch is, omdat we de bergen uitrijden), toch nog omkeren om terug te gaan naar Vogel. Maar je leert nergens beter over jezelf en je eigen (vermeende) gelijk heen te stappen dan in een gezin dus ik haal even diep adem en laat mezelf dan met negen meter per seconde de hoogte in tillen.

Het Slovenië waar we over uitkijken is er een waar we alleen op de eerste dag een glimp van hebben opgevangen. Het is alle tinten blauw en groen, bedekt met een laagje wolken. Het heeft iets grimmigs maar niet op een onwelkome manier, en ondanks het verminderde uitzicht door een grauw wolkendek op sommige plekken (die foto’s heb ik weggelaten maar ze waren er wel) kun je blijven kijken. De honderden boomtoppen van bovenaf, het stilstaande meer, het reliëf van de bergen, de plotseling warmgroene stukjes door de zon… Zo ongelofelijk mooi. Boven lopen we een rondje tussen de koeien en stoeltjesliften tot het weer enigszins begint te regenen en we onze toevlucht zoeken in koffie en apfelstrudel op uitzicht.

De laatste stop maken we bij het meer van Bohinj waar een jacobsladder opnieuw precies een stukje bos verlicht. Ondanks dat heb ik ook het sterke gevoel dat deze plek meer aandacht verdient dan dit kwartiertje in deze setting. To be continued…

X,
Hester

2 reacties

  1. Wat fijn geschreven, net alsof ik het zo mee beleef :) Je foto’s zijn echt prachtig ook, gaaf die waterval! Nu wil ik ook eens naar Slovenië, volgens mij is het echt zo’n land waar je niet zo snel aan denkt heen te gaan maar wel echt heel mooi is!

Laat een antwoord achter aan chucky1012 Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *