And this is how much

Ik weet dat schrijven mijn ding is. Dat ik over het algemeen alles in woorden giet wat andere mensen alleen maar denken en dat dat mijn uitlaatklep is, mijn manier om alles op een rijtje te krijgen en te begrijpen. De manier waarop woorden elkaar opvolgen en zinnen vormen, of beter nog: alinea’s, hele passages, en hoe ik ze onbewust vol kan stoppen met metaforen om gevoelens uit te drukken en op te roepen, dat vind ik magisch – hoe normaal het ook geworden is voor mij. Maar soms zitten ze vast. Het is vooral in weken zoals deze, als ik elke avond drastisch aan herfstvakantie toe ben en me tegen half twaalf ’s avonds op krul in mijn bed met mijn deken over elk stukje van mijn lichaam. De beeldhelderheid van mijn iPhone gooi ik na een dag voor het eerst op z’n laagst, ik plug m’n oortjes in voor wat Christina Perri, snij een wat dieper gespreksonderwerp aan in m’n favoriete WhatsAppgesprek nadat ik iemand anders welterusten heb gewenst.

Arctic Monkeys

Ja2

’s Ochtends voel ik me bijzonder uitgerust, misschien omdat ik weet dat ik nog met gemak een half uurtje kan blijven liggen. Zwarte broeken klinken als een veel solider plan dan een blauwe jeans en om niet eeuwig in dezelfde te blijven lopen trek ik weer eens een oude uit de kast die ik al minstens een half jaar niet aan heb gehad, maar nu eigenlijk weer als nieuw aanvoelt. Er was een tijd dat ik kleding van een vorig seizoen liever gisteren dan vandaag uit mijn kast zag verdwijnen, omdat het me zoveel deed denken aan een Hester die ik niet meer was dat ik me niet mezelf voelde in een shirtje dat ik vorig jaar ook al droeg. Ik denk dat ik het los begin te laten, dat ik meer op mezelf sta en minder vergelijk met het verleden.

Op maandagavond glimlach ik vaag als ik een berichtje van Niels lees waarin ‘ie vraagt wat ik aan het doen ben omdat ik al zo lang niet reageer en me realiseer dat ik eindelijk geconcentreerd bezig ben aan mijn PWS. Ik draai rond op mijn bureaustoel met mijn voeten in de vensterbank, het boek Gelukkig zijn kun je leren van Martin Seligman in mijn handen op bladzijde 67 en mijn PWS-schriftje met flarden van aantekeningen op mijn bureau in een kamer waar eigenlijk te weinig lampen aan zijn. Ik geloof niet zo dat ik daar vanavond echt om geef, simpelweg omdat er belangrijker dingen te doen zijn. Mijn agenda vertelt me dat dit weleens de meest rommelige week van het jaar tot nu toe kan worden. Er is school, er zijn zes deadlines van zowel Franse als Nederlandse leesverslagen, van schoolkrantdingen, van Nederlands presentaties, van mijn PWS. Ik heb tussenuren, eerste uurtjes vrij en een studie- beroepenavond op school waar ik heen moet, ook al ga ik naar studies die ik eigenlijk toch niet wil doen – maar afschrappen is ook een methode. Vorig jaar was ik enthousiast dat ik me met mijn toekomst bezig ging houden, nu voelt het lichtelijk als falen dat ik het nog niet weet. Al weet ik dat ik er eigenlijk wel uitkom, dat mijn passies in zekere zin groot genoeg zijn om ergens voor te vallen.

Op dinsdagmiddag vind ik mezelf met mijn favoriete broodje en een glas purechocolademelk in de La Place tegenover Hannah omdat we om 12:30 uit zijn. De tijd vervliegt, ik denk even niet na en praat vooral, sta ruim twee uur later pas weer buiten. Als ik op de fiets zit in de koude wind besluit ik toch nog maar even om te fietsen naar het bos voor wat herfstfoto’s – ik heb mijn camera niet voor niets meegenomen vanmorgen -, maar eenmaal in het bos valt het tegen. Herfstkleuren zijn ver te zoeken en bij het enige boompje dat iets van de herfst wegheeft en ik in een uithoek van het aangelegde bos tegenkom, kom ik erachter dat mijn camera al de hele dag aanstond en mijn accu leeg is. Binnen de drie minuten nadat ik thuis ben gekomen fietst ook mijn zus de patio op, die het op wonderbaarlijke wijze voor elkaar krijgt mijn fiets om te laten vallen in de garage.

Ik vind mezelf, niet voor de eerste keer deze week, zonder woorden. Ik moet zoveel produceren voor school dat ik me vooral bezig houd met die basale dingen en het inplannen ervan en dat alles bovendien mijn creativiteit wegneemt. Simpel wiskundehuiswerk geeft me in zekere zin energie, zet me aan om zelf dingen te creëren – omdat het zo puur reproductie is -, maar dit niet.

De tegenbeweging van die basale dingen merk ik op op dinsdagavond, als er zich opeens een perfect plaatje in mijn hoofd nestelt van een avond op een bank in pyjama, onder een deken en tegen iemand aan met een fijne film en chocolademelk. Ik wil die kou buitensluiten, ik wil even niets hoeven, ik wil vooral geen prioriteiten hoeven te stellen. Ik kan de realiteit even achter me laten met die gedachtes, net zoals dat gebeurt met muziek. Het zijn niet voor niets de Arctic Monkeys en – omdat Emma me nieuwsgierig maakte – Sum 41 die harder dan normaal door mijn speakers heen komen: ik wil een portie herrie en vooral iets wat me volledig opslokt.

Schrijven zit tussen die praktische dingen en fantasie in. Normaal komen die twee samen in het schrijven, maar in weken als deze liggen ze zo ver uit elkaar dat schrijven ertussenuit valt. Ik kom over het algemeen niet verder dan onsamenhangende uitroepen als deze titel, totdat het zo erg is dat ik wel weer móet schrijven. Dat was nu.

7 reacties

  1. Ik snap je gevoel dat je niet creatief meer bent, omdat je het druk hebt met school. Ik moet deze week ook allerlei verslagen en samenvattingen maken, ik zit vastgeplakt achter de computer alleen maar te typen. Met als gevolg dat ik niet meer iets voor mezelf kan doen zonder te bedenken dat ik nog voor PWS aan de slag moet. Gelukkig bijna vakantie…

  2. Wanneer school (en in jouw geval ook nog het PWS) weer zo druk is is het vaak inderdaad een stuk lastiger tijd en inspiratie te vinden. Misschien omdat je hoofd helemaal vol zit met allerlei andere dingen, ik weet het niet. Ik vind dit in elk geval een mooi blogje geworden.

  3. Wat heb je dit mooi verwoord. Ik herken het wel, dat je wordt opgeslokt door allerlei dingen zodat het schrijven wegvalt, maar je eigenlijk wel moet omdat het nu eenmaal in je zit om (regelmatig) te schrijven…
    Bij mij raakt de inspiratie om iedere dag te schrijven (of dit nu voor mezelf of mijn blog is – voornamelijk voor mijn blog) zo langzaamaan op en dat wil ik eigenlijk niet – er is ook genoeg om over te (willen) schrijven, maar niet alles is in woorden te vatten of hoeft zo nodig online.

  4. Ik vind dit soort ‘inspiratieloze’ stukjes ook al heel leuk om te lezen, hoor! Dus denk niet dat je je lezers teleurstelt – als je dat al dacht. Ik houd heel erg van jouw manier van schrijven, dus waar je artikelen over gaan maakt me niet zo gek veel uit.

    Dit soort drukke, chaotische weken (40-minutenrooster is altijd weer een hele omschakeling) met toetsen en honderd deadlines zijn altijd precies die week voor de vakantie… Gelukkig geeft het besef dat het bijna ‘voorbij’ is mij altijd wel dat laatste beetje motivatie om mijn opdrachten goed af te ronden en mijn toetsen goed te leren ;)

  5. Dit is echt zo goed geschreven! Ik vind het echt heel erg knap hoe je dit allemaal kán verwoorden, ik heb respect voor je. Het is ook herkenbaar, en ik heb er zelf ook last van. Zo vervelend he al die drukte! :(

    Liefs! Evelien

  6. Dat vast zitten van zinnen en woorden en dingen even niet op een rijtje krijgen doordat je wordt opgeslokt door alle dagelijkse dingen herken ik wel. Frustrerend vind ik dat :) . Maar vaak merk ik wanneer ik juist bewust een stap achteruit doe en mijn rust pak dat ik weer vooruit kan en het treintje weer loopt :) .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *