L’été en France VI

Another good day in France, en wel eentje die begon aan het meer. Om een uurtje of tien streken we neer inclusief een enorme picknicktas, want op vakantie hanteren we graag het principe ‘ontbijten als een keizer’. Dat betekent dat je je gedurende een half uur vol stopt met stokbrood met ham en met Nutella, plakjes brie, nog meer los stokbrood omdat het toch voor je neus ligt en je de verleiding niet kan weerstaan, verse pain au chocolats, abrikozen en als je er behoefte aan hebt ook nog kokosyoghurt. En sinaasappelsap. Als je dit vergelijkt met mijn normaal nogal karige ontbijt van één boterham vraag je je misschien af hoe ik het allemaal op krijg, dat antwoord is vrij simpel: het is gewoon te lekker. Na het ontbijt liepen mijn zus, moeder en ik terug naar de caravan om het eten terug te brengen en onze bikini’s aan te trekken, in eerste instantie om in het meer te zwemmen, maar toen we langs het lege zwembad kwamen konden we de verleiding niet weerstaan. Een kwartiertje later kwamen meer mensen op dat idee en aangezien iedereen toch Frans was heb ik met mijn moeder een halfuur lang in het zwembad gedobberd en volop commentaar geleverd op mensen. Misschien voel ik me met een zonnebril op ook altijd gewoon gelijk een stuk anoniemer en meer toeschouwer, in elk geval heb ik me prima vermaakt.

Uiteindelijk liepen we toch weer terug naar het meer, waar mijn vader nog was. Een meer is toch altijd wel wat anders dan een zwembad, want ehh de bodem ligt vol stenen, het is helder maar niet strakblauw, op een gegeven moment kan je niet meer staan en de temperatuur is alles behalve een constante factor (af en toe was het koud en dan weer écht lekker warm, alsof je gewoon onder een douche stond). Ik heb toch nog een aardig eindje gezwommen, want ik moet toegeven dat er weinig een fijner gevoel geeft dan gewoon in een open meer zwemmen. Mijn moeder beaamde dit door nog een heel stuk verder te zwemmen (maar stiekem vond ik het toch ook wel fijn om weer even grond onder mijn voeten te voelen) en ondertussen las ik in The Rosie Project, tot het tegen drieën liep en we het warm hadden (iets met een heel sterke zon) en wel wat eten wilden hebben. Dat eten werd watermeloen en twee uur later macaroni, wat zelfs vroeg voor Hollanders is, maar het tijdsbesef was toch nul en er stonden nog dingen gepland voor de avond.

Nadat ik al het meerwater van me af had gespoeld onder de douche stapte ik in de auto. Waar anderen misschien een wandeling maken, pakken wij de auto voor een rondrit. Mijn moeder zit gedurende de helft van de tijd met de kaart op schoot op zoek naar ‘witte weggetjes’ (ik denk dat je echt moet zijn opgegroeid met net zo’n moeder om dit te begrijpen, dus ter verduidelijking: dat zijn de smalste wegen) en andere mooie routes. We stapten uit bij een ruïne en klommen omhoog, waar het licht onwijs sereen was en ik iedereen graag op de foto zette. Erg veel heb je niet aan een foto waar drie van de vier gezinsleden op staan, maar hey, ik word in elk geval blij van die mensen voor mijn camera. Zuslief wilde nog even poseren en duwde mij ook voor de camera, wat erg onwennig blijft maar zoals je kan zien geen reden was om niet breeduit te lachen. That’s what I love to do the most.

We vervolgden onze weg over slingerweggetjes, langs boerendorpjes, waar we renfazanten tegenkwamen en reusachtige koeien en verder niemand, waardoor ik af en toe gewoon stop kon roepen en mijn vader midden op de weg (of dus eigenlijk wegbreed) stil kon staan voor mijn perfecte shot. Mijn moeders wens om de stuwdam te zien kwam in vervulling, maar ik had meer met het op de foto zetten van onze GTI. Tegen een uurtje of tien reden we het dorpje van onze camping weer in en aten we eerst nog een ijscoupe, die van mij met framboos, chocolade en pistache (denk ik?)(en een verdwaald bolletje karamel, maar dat was voor mijn zus). De dag sloten we af met minipizza’s, er was namelijk een bijzonder eighties feestje op de camping waar vooral ouders op los gingen met hun kleintjes en aangezien het tot 01:00 zou duren, vonden mijn zus en ik dat we een geldig excuus hadden om ons nog even verder vol te proppen met eten.

Helaas was het de volgende dag wel vroeg dag, om kwart voor negen zaten we weer in de auto, klaar om de camping te verlaten. Het was WARM en waar ik normaal geluk heb en aan de schaduwkant van de auto zit (sorry zus), zat ik dit keer vol in de zon. Na een uurtje had ik dan ook echt het idee dat ik gekookt was, maar we gingen tenminste richting de zon en de enige die mocht klagen was eigenlijk de auto zelf, die had het zeg maar een beetje zwaar met constante hellingen en 35 graden en een caravan en vier personen. Terwijl de olietemperatuur vrolijk opliep en we blij waren met onze stabiele 80 km/u (en een plek achter een vrachtwagen) werden we aan alle kanten ingehaald, maar we kwamen er tenminste wel. Veel meer herinner ik me eigenlijk niet van de reis, behalve dat ik The Rosie Project uitlas en mijn gezicht zeg maar knalrood was van de hitte toen we op de camping aankwamen. Hah. Nadat we de caravan hadden geparkeerd sprongen we dan ook vrij direct in het zwembad, wat echt een magisch gevoel was. Het zomergevoel was dan ook opnieuw erg goed vertegenwoordigd toen ik ’s avonds paella met alle mogelijke ingrediënten (mosselen, chorizo, kip, vis) at in de volle zon. Je moet er even voor rijden, maar dan heb je ook wat.

6 reacties

  1. Ah, dat mensen ‘judgen’ in het buitenland (en soms ook gewoon in Nederland…) is zo herkenbaar en zo leuk, hahaha. Je vakantie klinkt zo leuk en je foto’s zijn prachtig!

  2. Mooie foto’s! Dat rondrijden over ‘witte weggetjes’ lijkt me ook best leuk! Denk alleen niet dat ik mijn ouders + broers ervoor weet te porren op vakantie. Later maar, als ik een rijbewij s heb en zelf kan rijden ;)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *