Vier de vrijheid

Ze intrigeren me. De flats in pastelkleuren – of felle kleuren die in de loop der jaren flets zijn geworden, wie zal het zeggen – die optimisme veinzen. Veinzen ja, want als ik erlangs loop, valt het me elke keer weer hoe de verf afbladdert en de helft van de kelderruitjes voorzien is van een netwerk aan barsten. Op de krappe balkons, die uitkijken op de luxe appartementgebouw ertegenover, staat vaak een enkele stoel en soms een schotel voor buitenlandse ontvangst. Uit sommige kamers klinkt reggae, op een enkel balkon staan een paar mannen een sigaretje te roken. Ik vraag me af of het leven anders is in zo’n flat, anders dan in mijn keurige rijtjeshuis dat dan misschien wel grenst aan deze wijk, maar er vooral een groot contrast mee vormt. Wat vieren zij eigenlijk op 5 mei? Dat Nederland, het land waar ze misschien wel gewoon geboren en getogen zijn, bevrijd is en nu al 70 jaar een vrij land is waar ze met plezier in wonen? Of vieren ze dat ons land vrijheid aan hen biedt, omdat dat in hun eigen land niet vanzelfsprekend was?

Misschien vieren ze wel niets, omdat ze zich juist gevangen voelen in een land dat niet hun moederland is. Misschien moet Bevrijdingsdag voor hun gevoel nog komen, als ze weer kunnen wonen waar ze willen. Ik denk er nog steeds over na als ik over het zebrapad loop en de flats uit het oog verlies. Ze geven letterlijk en figuurlijk kleur aan de wijk. Nu nog wel in elk geval, want in het bestemmingsplan van 2016 zijn ze niet meer opgenomen.

Processed with VSCOcam with c1 preset

Ik heb Nederland niet zonder vrijheid gekend. Heb überhaupt nooit niet in vrijheid geleefd. Toch merk ik wel waar het ‘m in zit – voor mij, in elk geval. Ik voel me vrij zodra ik het incheckgeluidje hoor en door de opengaande poortjes op het metrostation loop, vrij zodra de metro stopt en iedereen instapt. We zoeven naar Beurs, waar ik C De Akkers inruil voor E Den Haag Centraal. In de achterste coupé zit ook Hannah, en ik realiseer me hoe blij ik ben dat ik mag omgaan met wie ik wil. We kletsen over van alles en nog wat wat. Wat we maar willen.

In Den Haag volgen we de stroom mensen die richting het Malieveld loopt. De lucht ruikt nog een beetje naar regen als we aansluiten in de rij. Mijn gevoel van vrijheid is even weg als mijn flesje water zonder pardon in de container wordt gesmeten, maar gelukkig kom ik op het veld al direct twee meiden tegen die volop dansen op de deuntjes van Typhoon. Volgens mij kennen ze de tekst niet. Ze komen in elk geval niet op me over als toegewijde fans. Ze dansen gewoon, hier, tussen al die mensen. Zonder schaamte.

Tijdens het optreden van Kensington blèren we als linkerhelft een keer of elf mee met ‘No we won’t go to wa-a-a-a-a-a-a-ar’. Na drie kwartier begeven we ons richting de uitgang, platgedrukt tussen alle mensen, maar gelukkig mensen in goede buien. Als we onder het bord met ‘Tot volgend jaar!’ heen zijn gelopen kunnen we weer vrij ademen. De binnenstad van Den Haag vult zich met mensen, waaronder wij; we strijken neer op het enigszins winderige terras van de Subway voor een broodje voor Hannah en een flesje water voor mij dat bijna net zo duur is, slenteren door de straat, brengen een bezoekje aan een paar winkels, maar kopen niets. Tot we uiteindelijk uitkomen bij de door ons “Chinatown” gedoopte wijk. De lampionnen zien er veelbelovender uit dan het is, dus keren we al snel weer terug. Het is kwart voor zes en we hebben honger, van de buitenlucht, van het praten, van het slenteren.

‘Burgerking?’ ‘Jajoh, doe maar.’ De fastfood-keten zit eigenlijk veel te vol, maar we vinden toch een plekje tussen de niet-opgeruimde dienbladen. Ook dat is vrijheid, helaas. Het plakje tomaat valt uit mijn Barbecue Grilled Chicken burger als ik er een hap van neem, gevolgd door een paar gefrituurde uitjes. Toch nog een voordeel van het feit dat “netjes” hier niet de standaard is.

Even later lopen we weer buiten. Het is nog vroeg, dus we gaan tegen een boom aan staan – omdat alle bankjes precies in de schaduw staan en het niet echt warm meer is. Ik drink het laatste beetje cola op terwijl een aantal gespreksonderwerpen de revue passeren en we naar de mensen op het plein, en de vage mensenmassa op de terrasjes, kijken. De weg terug naar het Malieveld vinden we verrassend genoeg in één keer. Mijn hart doet even pijn als mijn dure flesje, waar ik uiteindelijk maar twee slokjes van heb gedronken, weer in de container beland. Doei €2,50. Doe er wat leuks mee, Subway.

De UK-band Radio Riddler brengt wat reggae-muziek ten gehore. De sfeer is losjes, misschien door het bier, misschien door het andere publiek, misschien door de ondergaande zon. Het is een mooie dag, besluit ik. Mijn gevoel van vrijheid stijgt stiekem nog een beetje als ik mijn telefoon in mijn tas aan mijn externe oplader koppel. En sowieso als ik mijn telefoon in mijn tas doe en mijn tas dichtrits. Sorry pappa die wil weten hoe het is, sorry Facebookmeldingen, sorry vrienden. Dat er een helikopter vlak boven ons vliegt waarvan het deurtje doodleuk even opengaat om naar ons te zwaaien, verdient iets meer van mijn aandacht. Soundtrack nummer zoveel van vandaag vindt plaats voor Jett Rebel – heel onopvallend – het podium betreedt.

Toch wel het boegbeeld van vrijheid, met zijn ADHD-muziek, rare teksten en wilde haar. Het vrouwelijke gedeelte van het publiek juicht als hij zijn shirt uittrekt, maar veel blijkt er eigenlijk niet te zien. Hem lijkt het niet uit te maken. Hij rockt het podium en de mensen op het veld – waarvan de leeftijden meer uit elkaar liggen dan vanmiddag – doen volop mee.

Voor ons gevoel sneller dan de andere optredens, maar alsnog netjes na drie kwartier, bedankt Jett ons. Ik kan het niet laten even een foto van de zweefmolen te maken en daarna lopen we naar het station. De metro stroomt vol met festivalgangers. Om half elf stappen we uit bij Rodenrijs en in de auto bij mijn ouders. We vertellen wat, drinken thuis een sapje en nadat Hannah is opgehaald verdwijn ik naar boven. Waar ik natuurlijk niet direct kan slapen. Ik zeg definitief ja op een fotografie-opdracht van een vriend, hervat het gesprek met een vriend dat door mijn afwezigheid de hele dag stil heeft gelegen, kijk mijn foto’s van vandaag even door. Ik voelde me echt vrij. Doen waar je zin in hebt, geen verplichtingen, fijne muziek, fijne mensen. Ik denk dat dat vrijheid is, of althans voor mij.

Om 2:00 ben ik moe, blij, trots, tevreden. Ik val in slaap als een vrij mens in een vrij land. Net zoals de mensen in de flats naast me.

7 reacties

  1. Wat heb je dit mooi onder woorden gebracht! Den Haag was dus ook tof?
    Vorig jaar was ik in Rotterdam – fijn en klein – en dit jaar was ik in Zwolle – fijn en groot. Ik vind Bevrijdingsdag ook zó belangrijk, zeker nu we in een tijd leven waar het absoluut niet vanzelfsprekend is dat je vrij bent.

    1. Ja, zeker! Rotterdam was veel dichterbij voor ons, maar we vonden de line-up daarvan niet zo boeiend (Caro Emerald was het hoogtepunt geloof ik, nou dan weet je het wel) en ik zag later ook allemaal Facebookposts van mensen die in Rotterdam waren geweest en het niets vonden, lol. Hoe was Zwolle? Beetje leuke artiesten (en goed weer, hoorde dat Almere totaal was afgelast)?

      1. Vorig jaar was ik in Rotterdam en daar zijn inderdaad vooral kleine (lokale) bandjes enzo, met één of twee bekende artiesten. Dat vind ik ook wel leuk haha, maar Johan was vrij dus gingen we samen naar Zwolle. In het begin was het heel slecht weer, paar flinke buien gehad dus we zijn op een gegeven moment even de stad ingelopen om ergens wat op te drogen en op te warmen (werd uiteindelijk de kerk omdat het overal superdruk was, haha) en daarna weer teruggegaan. Het optreden van Katzenjammer ging niet door, dat vond ik wel jammer, maar daarna was Racoon en die waren echt wel heel goed :) Verder vooral onbekende en beginnende artiesten gezien, hou ik altijd wel van :) Zeker geslaagd!

  2. Wat mooi geschreven! Mooi om de vrijheid waarin we leven te beseffen. Maar waarom werden je flesjes water in de container gegooid? Zonde, haha.
    X Emma

    1. Het festival is gratis, maar er is natuurlijk wel geld nodig om het te organiseren en dat verdienen ze door consumpties op het veld. Je mocht wel eten bij je hebben, maar geen drinken, omdat ze daarvoor een speciale ‘festivalbeker’ hadden (die moest je eenmalig betalen, en dan gewoon elke keer als je ‘m opnieuw wilde laten vullen weer betalen voor je drankje) waarvan de opbrengst dan naar de organisatie ging. Puur uit commercieel oogpunt dus, wat ik wel snap – maar héél erg zonde is!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *